In 2019 rondt de ILT de reorganisatie af. Met de nieuwe organisatiestructuur is de ILT beter ingericht om binnen haar wettelijke taken de grootste risico’s aan te pakken.
Reorganisatie
In 2019 komt een ingrijpende structuurverandering van de ILT tot stand. Deze wijziging is nodig om beter tegemoet te komen van de vele taken van de ILT en aan de verwachtingen van de samenleving over de rol van de ILT. De structuurverandering is een belangrijke stap in een veranderproces dat in 2016 is ingezet. Hierdoor zijn de voorwaarden geschapen om verdere stappen te zetten in de implementatie van de Koers waarin de ILT meer risicogericht, flexibeler, transparanter en effectiever gaat werken.
De ILT wil haar inzet focussen op die taken waar de maatschappelijke risico’s het grootst zijn. De ILT-brede risicoanalyse (IBRA), waarvan in 2019 de 3e versie verscheen, is daarbij een belangrijk keuze-instrument. Analisten en inspecteurs onderzoeken vervolgens op welke wijze de ILT deze risico’s het beste kan aanpakken. Interventies, benodigde mensen en middelen op de grootste maatschappelijke risico’s staan beschreven in programma's. De ILT kiest voor programmatisch werken. Ze doet dat in nauwe verbinding met de omgeving: beleid en politiek, handhavingspartners, sectoren, samenleving, wetenschap en media. Nieuwe risico's worden tijdig gesignaleerd. De vergunningverlening is klantgericht en kostenefficiënt.
Bij het risicogericht werken hoort een sterke informatiepositie. De veelheid aan regels, betrokken partijen en informatiebronnen vraagt om een stevige inspanning, zowel bij het vinden van kwalitatief goede informatie, als bij het ontwikkelen van de benodigde ICT-ondersteuning. Elk programma werkt daarom voortdurend aan de verbetering van zijn informatiepositie. Dit is bovendien essentieel om de effecten van programma's zichtbaar te maken.
In de inrichting van de ILT komt deze werkwijze terug. Het nieuwe IG-team, bestaande uit de Inspecteur-Generaal en 4 directeuren, is integraal verantwoordelijk voor de gehele ILT. Alle toezichttaken zijn ondergebracht binnen 1 portefeuille, van waaruit de capaciteit beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de programma's die gericht zijn op de aanpak van de grootste maatschappelijke risico's. De portefeuillehouder Informatiepositie en Programmamanagement is verantwoordelijk voor het leveren van de informatie op basis waarvan de toezichttaken worden uitgevoerd. De portefeuille Communicatie, klantcontact en netwerken draagt zorg voor de contacten met de omgeving en voor een optimale dienst- en vergunningverlening. Binnen de portefeuille Publieke instellingen en Control zijn zowel de ondersteunende functies, als de juridische functies en de controlfuncties ondergebracht.
Autoriteit woningcorporaties
De Autoriteit woningcorporaties maakt deel uit van de ILT. De taken van de Autoriteit woningcorporaties worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op basis van de Woningwet. Ook de financiering van het personeel van de Autoriteit woningcorporaties wijkt af van de rest van de ILT. De Autoriteit woningcorporaties wordt gefinancierd door een heffing die door de woningcorporaties wordt opgebracht. Dit brengt met zich mee dat de Autoriteit woningcorporaties organisatorisch anders is ingericht dan de rest van de ILT en dat de functies van analyse, toezicht en vergunningverlening alle binnen de Autoriteit woningcorporaties zijn geplaatst.
Bureau Inspectieraad
Per 1 januari 2019 wordt het bureau Inspectieraad organisatorisch binnen de ILT geplaatst. Voor het bureau Inspectieraad geldt hetzelfde als voor Paris MOU (internationale afspraken over inspecties van buitenlandse zeeschepen): beide maken organisatorisch deel uit van de ILT, maar vallen buiten de governance en verantwoording van de ILT.
Verplichtingeninventarisatie
Het takenpakket van de ILT bestrijkt veel beleidsterreinen en uiteenlopende typen werkzaamheden. Een overzicht van alle verplichtingen waarop de ILT haar toezichtcapaciteit inzet, staat in het Meerjarenplan 2020-2024 dat de Minister in september 2019 aan de Tweede Kamer aanbiedt. Tegen het licht van de variatie, reikwijdte en complexiteit van alle verplichtingen maakt de ILT keuzes hoe zij haar taken zo goed mogelijk uitvoert. Daarbij geeft zij prioriteit aan programma’s die enerzijds gericht zijn op de grootste maatschappelijke risico’s en waarop de ILT anderzijds het meeste effect kan bereiken. Met de extra middelen die aan de ILT ter beschikking zijn gesteld, is het mogelijk dat de ILT ook capaciteit kan inzetten op taken met een lager risico.
Budget
De ILT krijgt in de voorjaarsnota voor 2019 € 10 miljoen extra om de handhaving te versterken. Dit geld is vooral bedoeld voor extra capaciteit om de programma’s uit te voeren. Zo komen de extra middelen de grootste risico’s ten goede. Ook is het geld bedoeld voor het verbeteren van het opleidingsniveau en de kennis van de huidige medewerkers. Vanaf 2021 is hiervoor structureel € 15 miljoen extra beschikbaar.
Werving nieuwe medewerkers
Eind 2022 moeten er 280 nieuwe medewerkers bij de ILT werken. Deels gaat het om nieuwe functies, deels om vervanging van natuurlijke uitstroom. Dit is een omvangrijke operatie, die ook eisen stelt aan het aanpassingsvermogen van de organisatie. Daarom richt de ILT haar activiteiten op het werven, plaatsen en opleiden van de nieuwe medewerkers onder in een apart programma: Merkbaar Meer. In de huidige arbeidsmarkt is het een uitdaging om geschikte mensen aan de inspectie te binden. In 2019 worden voor nieuwe functies 18 nieuwe medewerkers geworven, die begin 2020 starten. Het betreffen onderzoekers, inspecteurs en projectleiders. Zij worden ingezet op de prioritaire onderwerpen, vooral bij de programma’s. Tot slot huurt de ILT tijdelijk capaciteit in, vooruitlopend op de werving van nieuwe vaste medewerkers.
In 2019 gaan 25 medewerkers met pensioen.