De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) werkt aan veiligheid, vertrouwen en duurzaamheid in transport, infrastructuur, milieu en wonen.

Het werkveld van de ILT is divers. De uitgangspunten voor het werk van de ILT zijn informatiegestuurd en risicogericht werken.  De 4 pijlers van de Koers ILT 2021 zijn:

  • Selectief
  • Effectief
  • Reflectief
  • Optimale vergunning- en dienstverlening.

Informatiegestuurd werken

De ILT verzamelt actief informatie om haar werk als toezichthouder effectief uit te voeren. Het gaat hierbij niet alleen om het verzamelen en gebruiken van kennis. Het gaat ook om het uitwisselen van kennis met relevante partners binnen de wettelijke mogelijkheden. Deze informatie helpt de ILT om:

  • Keuzes te maken.
  • Effecten van keuzes te kennen.
  • Ontwikkelingen te signaleren.
  • Verantwoording af te leggen.

Door informatiegestuurd te werken voert de ILT gerichter interventies uit.

De ILT werkt daarom in 2021 aan het verder verstevigen van haar informatiepositie. Dit doet zij door haar manier van informatie verzamelen te verbeteren. Dit gebeurt op verschillende manieren. Aan de technologische kant werkt de ILT aan de ICT-infrastructuur en de beschikbaarheid van data. Analisten en inspecteurs werken samen. Zo kijkt het Innovatie- en datalab (IDlab) naar het slimmer verzamelen en toepassen van data. Specialisten op verschillende terreinen zoals data science, remote sensing, GIS, speltheorie, gedragswetenschappen, text mining en webscraping werken steeds aan nieuwe oplossingen. Het Interventielab ontwikkelt en test nieuwe interventie-instrumenten voor het toezicht. Door het brede werkveld van de ILT is het verstevigen van de informatiepositie geen eenvoudige opgave.

Risicogericht werken (selectief)

De ILT heeft een groot en divers werkgebied. Bovendien zijn er binnen de ILT verschillen in het type en de inhoud van de werkzaamheden. Dat komt mede doordat de mate van detaillering van wet- en regelgeving verschilt.

De capaciteit van de ILT is beperkt. Het maken van keuzes is daardoor noodzakelijk. Waar zijn de maatschappelijke risico’s en schades het grootst? Waar heeft het handelen van de ILT het meeste effect? De antwoorden hierop helpen de ILT om haar inzet te bepalen. Hiervoor gebruikt de ILT-brede risicoanalyse (IBRA). Deze risicoanalyse deelt het werkveld van de ILT op in taken. Per taak berekent de ILT de risico’s rondom fysieke veiligheid, milieu, gezondheid, economie en vertrouwen in instituties. Dat zorgt voor een rangorde. De IBRA 2020 vindt u in de bijlage. De ILT werkt steeds aan verbetering van de IBRA. Zo krijgt de inspectie risico’s scherper in beeld.

Sinds 2018 pakt de inspectie de belangrijkste risico’s uit de IBRA programmatisch aan. In het volgende hoofdstuk leest u meer over het programmatisch werken binnen de ILT.

Signaleren en reflecteren

Inspecteurs zijn de ogen en oren van de ILT. En van de ministers. Zij dragen bij aan het vroegtijdig signaleren van mogelijke (nieuwe) risico’s. De ILT geeft deze waarnemingen terug aan de politiek,  beleidsmakers of aan de relevante omgeving. Ook is de ILT steeds alert op innovaties en  veranderingen in het toezicht. De ILT volgt (internationale) ontwikkelingen en aanpassingen in wet- en regelgeving. Zo is zij op tijd voorbereid op mogelijke gevolgen daarvan voor de taken van de inspectie.

Optimale vergunning- en dienstverlening

De ILT houdt niet alleen toezicht. De inspectie verleent vergunningen en certificaten. Ook geeft  de inspectie informatie en voorlichting over wet- en regelgeving. Het verlenen van een vergunning is in veel gevallen het begin van toezicht.

Het aantal vergunningen dat de ILT afgeeft varieert per jaar. In 2018 zijn het er ruim 23.000, in 2019 ruim 37.000. Bij haar toezicht maakt de ILT deels zelf keuzes in wat zij al dan niet oppakt. Die keuzes maakt zij op basis van risico’s. Bij vergunningverlening werkt dit anders. Daar is sprake van een vraaggestuurd proces. Daarbij beoordeelt de ILT alle aanvragen die zij binnen krijgt.

Op het gebied van dienstverlening behandelt de ILT meldingen en vragen. Ook hier is er sprake van een vraaggestuurd proces. Het aantal varieert van jaar tot jaar. In 2019 zijn er ruim 815.000 meldingen, waarvan het grootste deel (ruim 97%) in het kader van afvaltransporten binnen de EU (EVOA. De ILT heeft ongeveer 35.000 vragen beantwoord. 

Het aanvragen van een vergunning moet duidelijk, eenvoudig en efficiënt zijn. Bovendien moet de beoordeling van een vergunning effectief zijn. Ook moet deze gericht zijn op het beperken van maatschappelijke risico’s. Om dit te verbeteren werkt de ILT in 2021 aan het programma Optimaliseren dienst- en vergunningverlening (zie pagina 26).

Toezicht

Het grootste deel van het werk van de ILT is het reguliere toezicht. De ILT heeft dat (nog) niet in programma’s ondergebracht. Het gaat om het toezicht in de volle breedte van het werkterrein. Vaak met een grote diepgang en met een forse verscheidenheid. Zoals object- of bedrijfsgerichte inspecties en audits op het gebied van de milieuveiligheid van stoffen en producten. Maar ook transport via water (zoals het sjorren van containers), weg, spoor en lucht. Het toezicht op de passagiersrechten hoort daar ook bij. De ILT houdt ook toezicht op de geluidsnormen van vliegvelden, bodemwerkzaamheden, gevaarlijke stoffen, afval, en op risicovolle bedrijven. De ILT heeft in 2020 een volledig overzicht van haar wettelijke taken meegestuurd met het MJP 2020-2024.[1]

Het reguliere toezicht heeft een meer doorlopend karakter. Dit toezicht is gebaseerd op diverse (internationale) verplichtingen. Vaak voert de ILT dit toezicht uit in samenwerking met andere handhavingsorganisaties. Voorbeelden hiervan zijn de politie, de douane, de NVWA, de ISZW en omgevingsdiensten.

De ILT voert per jaar ongeveer 25.000 reguliere inspecties uit.

De ILT streeft ernaar om op basis van een goede informatiepositie tot een weging van gesignaleerde risico’s en wettelijke verplichtingen te komen. Op deze manier kan de ILT haar mensen en middelen optimaal inzetten.

De ILT is de toezichthouder van het ministerie van IenW. Nu voert zij toezichtstaken uit voor nog 3 andere ministeries. Vanaf 2021 doet zij dat voor 4 andere ministeries. Nu zijn dat: Economische Zaken en Klimaat (EZK), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Justitie en Veiligheid (JenV). Vanaf 2021 doet de ILT dit ook voor Buitenlandse Zaken (BuZa). Voor EZK gaat het om toezichtstaken op het terrein van vermindering van broeikasgassen en om duurzaam energiegebruik van apparaten. Voor BZK gaat het, naast de Autoriteit woningcorporaties (Aw), om het toezicht op CE-markeringen van bouwproducten. En op energielabels voor energieprestaties van gebouwen. Voor J&V voert de ILT het toezicht uit op de Wet precursoren voor explosieven. Voor het ministerie van BuZa gaat het om een nieuwe taak in 2021. Dit is een taak op basis van de Uitvoeringswet Verordening conflictmineralen.

Ook in de reguliere toezichtactiviteiten veranderen zaken regelmatig. Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen leiden tot andere wettelijke normen. Ook kunnen zij leiden tot andere inzichten over de manier van ingrijpen. Door middel van de Handhaafbaarheid-, Uitvoerbaarheid- en Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) kan de ILT vanuit haar ervaring en expertise op iedere voorgenomen wijziging van beleid reageren.

Ook buiten de programma’s om investeert de ILT in de vernieuwing van het toezicht en opsporing. Daarbij werkt de inspectie aan het verbinden van verschillende initiatieven voor vernieuwing van het toezicht binnen het brede werkveld van de ILT. De ILT kijkt waar deze initiatieven elkaar kunnen versterken. Daarnaast neemt de ILT het niet-programmatische werk periodiek onder de loep. Met  verschillende instrumenten bekijkt zij hoe het toezicht effectiever en efficiënter kan. Op deze manier kijkt de ILT ook hoe zij bij het niet-programmatische werk de schaarse inspectiecapaciteit selectief (risicogericht en informatiegestuurd), effectief en efficiënt kan inzetten. Dit maakt het toezicht van de ILT flexibeler en wendbaarder. Daarbij evalueert de ILT haar werk regelmatig.

Inlichtingen- en Opsporingdienst

Een belangrijk onderdeel van de ILT is de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD). De IOD is de bijzondere opsporingsdienst van het ministerie van IenW. De IOD staat onder het gezag van het functioneel parket van het Openbaar Ministerie (OM). Opsporing is één van de instrumenten die de ILT inzet om ervoor te zorgen dat ondertoezichtstaanden zich aan de geldende wet- en regelgeving houden. De ILT kan naast bestuurlijke interventies strafrecht en opsporing inzetten. Voor de samenwerking met het OM heeft de ILT afspraken gemaakt. Deze vindt u in het Meerjarige handhavingsarrangement 2020-2023.

De inlichtingenproducten en strafrechtelijke onderzoeken van de IOD richten zich op personen en bedrijven, die de regels regelmatig en op een ernstige manier overtreden. Het gaat hierbij om de regelgeving op het gebied van milieu, transport en wonen. Deze overtredingen hebben een integrale aanpak nodig. Daarbij werkt de IOD nauw samen met afdelingen en programma’s binnen de ILT en met andere overheidspartners in binnen- en buitenland.

Toezicht en opsporing zijn steeds sterker verbonden. Dit dankzij het uitwisselen van kennis en informatie via overleg. Zo wordt strafrechtelijke handhaving onderdeel van de totale handhaving: opsporing als beste methode. En niet als laatste ‘redmiddel’ in geval van overtredingen.

Incidentafhandeling en ongevallenonderzoek

Daarnaast heeft de ILT een formele rol bij incidenten en ongelukken. Bijvoorbeeld in de scheepvaart, of op het spoor. De inzet bij incidenten is niet te plannen. Zij vragen veel inzet van de ILT. Dit gaat ten koste van de andere activiteiten. Het doel van de ILT is om bij het optreden van incidenten zo snel mogelijk terug te keren naar de normale situatie. Dit doet de inspectie door direct in actie te komen, om verergering van de situatie te voorkomen.   


Voetnoot
[1] [1] Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2019-2020, 35 300 XII, nr. 4, bijlage
1