Doel van het programma

Een belangrijke les uit de Fyra-enquête is dat meer tegenwicht moet worden geboden aan de risico’s van het systeem van certificering. De maatschappij moet kunnen vertrouwen op een wettelijk certificaat, beoordeling of persoonsregister. Ook wanneer deze zijn verleend of uitgevoerd door private toezichthouders of een conformiteitsbeoordelingsinstantie (CBI). Zij vormen een verlengstuk van het publieke toezicht door de ILT. Het kabinetsstandpunt is dat certificatiestelsels moeten zorgen voor een veilig en gezond product en het proces door private betrokkenen is geborgd.

Het hoofddoel van het programma [1] is zicht en grip hebben op de certificerende en erkende instellingen. Deze instellingen zijn actief op het werkterrein van de ILT. Hiermee heeft de ILT een toezichtsrelatie. Naast certificatie gaat het ook om testen, keuren en inspecteren. Dit soort instrumenten kunnen vallen onder de noemer conformiteitsbeoordeling. De ILT wil dat de stelsels zodanig (gaan) werken dat het de veiligheid en/of duurzaamheid van het desbetreffende stelsel verhoogt. Denk bijvoorbeeld aan de binnenvaart.

De ILT besteedt afzonderlijk aandacht aan instellingen die in mandaat namens de minister van IenW werkzaamheden uitvoeren.

Hoe wil de ILT dit bereiken?

Uitgangspunt bij het programma is dat de basis op orde is. De relevante instellingen zijn in beeld en geordend, naar hun (wettelijke) relatie met de ILT en de mate van het risico. Hiermee startte de ILT in 2020, de afronding vindt plaats in 2021. In 2021 voert de ILT de volgende activiteiten uit:
 

Doelstelling 1 – Het inrichten en versterken van de informatiepositie.

  • De ILT bepaalt welk informatieniveau voor welke type instellingen noodzakelijk is. Dit doet zij op basis van de positie van de instelling in het stelsel. Welke gegevens zijn belangrijk? Hoe krijgt de ILT deze en hoe houdt zij deze actueel? Van de meeste risicovolle instellingen kan de ILT belangrijke informatie structureel geautomatiseerd ontvangen. De ILT onderzoekt wat hierin (on)mogelijk is. Op basis hiervan bepaalt de ILT het vervolg.
  • De verschillende certificatietelsels zijn in beeld.
  • Uitwisselen van informatie met collega-autoriteiten (de Raad voor de Accreditatie). Zo voert de ILT meer risicogericht toezicht, erkenning en regie uit.

Doelstellling 2 - Efficiëntere en effectieve regie, vergunningverlening en toezicht op de instellingen.

  • De ILT bepaalt en ontwikkelt een toezichts- en regievorm. Bijvoorbeeld bestuurstoezicht of stelseltoezicht. Dit sluit aan bij de doe-coalitie certificering van de Inspectieraad en de wetenschapsagenda Toezicht.
  • De ILT implementeert de nieuwe werkwijze bij de belangrijkste instellingen zoals klassenbureau’s, het Kiwa en CBI’s rondom het spoor. In 2020 is gestart met de evaluatie van de huidige relatie van deze CBI’s met de ILT binnen de verschillende toezichtstelsels, getoetst aan het kabinetsbeleid of de ILT voldoende tegenwicht biedt aan de private sector. Dit wordt in 2021 voortgezet. Daarbij wordt specifieke aandacht gegeven aan de transparantie van de gehanteerde tarieven.
  • De komende 3 tot 4  jaar brengt de ILT casusgericht de stelsels in beeld. De keuze voor de casus baseert de ILT op de risico’s van het stelsel. Maar ook op politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de rapportage Wim Kuijken granuliet.

Wat levert het programma op?

In 2021 brengt de ILT een aantal certificeringsstelsels in beeld. Ook benoemt de ILT verbeterpunten en voert deze door. Hierdoor kan de ILT efficiënter werken. Een meer stelselgerichte benadering maakt de risico’s inzichtelijker. Hierdoor maakt de ILT beter risicogerichte keuzes en afwegingen. De aanpak sluit aan bij de aanpak van de ISZW, zoals door haar gepresenteerd in februari 2020 aan de Tweede Kamer.



Voetnoot
[1] Dit programma had voorheen de naam Regie en Toezicht op externe relaties en productie