Dit artikel hoort bij: Staat van 02

Luchtruimschendingen hardnekkig en risicovol

Het aantal vliegtuigen en drones dat zonder toestemming het luchtverkeersgebied van Schiphol binnen vliegt, daalt niet. Vooral het aantal drones dat zonder toestemming rond Schiphol vliegt, is schrikbarend. 

Aantal gemelde luchtruimschendingen hoger dan vorig jaar

Wanneer een vliegtuig of drone zonder toestemming het luchtverkeersgebied van Schiphol binnen vliegt, is er sprake van een luchtruimschending (airspace infringement). Het aantal luchtruimschendingen door vliegtuigen stijgt, ondanks inspanningen van verschillende partijen. Vooral het aantal drones dat zonder toestemming in het luchtverkeersgebied van Schiphol vliegt, is verontrustend. Het kan, afhankelijk van de exacte locatie van de luchtruimschending, tot gevaarlijke situaties leiden. Dit wordt door alle partijen erkend en is ook onderdeel van het Nederlands Actieplan Luchtvaartveiligheid.

Het risico van een luchtruimschending is dat het vliegtuig of de drone te dicht in de buurt komt van het vliegverkeer van of naar Schiphol. In het ergste geval leidt dat tot een botsing.

Het risico van een luchtruimschending is dat het vliegtuig of de drone te dicht in de buurt komt van het vliegverkeer van of naar Schiphol. In het ergste geval leidt dat tot een botsing.

Aantal luchtruimschendingen door vliegtuigen stijgt

Luchtruimschendingen worden vooral veroorzaakt door kleine recreatieve vliegtuigen (general aviation). Het aantal luchtruimschendingen is al jaren hoog, ondanks inspanningen van de luchtvaartbedrijven, zoals voorlichting door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Afgelopen jaar is er zelfs sprake van een stijging in het aantal luchtruimschendingen. 

Oorzaken luchtruimschendingen

De luchtverkeersleider ziet een luchtruimschending op het radarscherm. LVNL meldt de luchtruimschendingen aan het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL). Het ABL ontvangt weinig meldingen van de veroorzaker zelf, terwijl dit wel moet. Hierdoor is het moeilijker om de oorzaak van een luchtruimschending te achterhalen en herhaling te helpen voorkomen. 

LVNL neemt na een luchtruimschending zo mogelijk contact op met de veroorzaker. Uit die contacten blijkt dat de vlieger de vlucht vaak onvoldoende heeft voorbereid. Ook de complexiteit van het Nederlandse luchtruim speelt een rol.

Dit is een interactieve grafiek. Selecteer een deel van een kolom om de precieze aantallen te zien voor een bepaalde periode.

Gemelde luchtruimschendingen door kleine vliegtuigen

Gemelde luchtruimschendingen door kleine vliegtuigen
xnov-janfeb-aprmei-julaug-okt
GJ20173211919
GJ2018473322
GJ20199165810
GJ2020872719
GJ202110262944
GJ202214445855

Aantal gemelde luchtruimschendingen, per periode van 3 maanden, voor de gebruiksjaren 2017 tot en met 2022.
LVNL meldde in gebruiksjaar 2022 ongeveer 170 luchtruimschendingen door vliegtuigen. In gebruiksjaar 2021 waren dit er ongeveer 110. Het grootste aantal luchtruimschending vindt plaats in de zomerperiode (mei tot en met september). Dan wordt er het meest gevlogen door recreatieve vliegers.

Bron: ABL Brontabel als csv (149 bytes)

Aanpak luchtruimschendingen door vliegtuigen krijgt prioriteit

Sinds 2020 doet de Taskforce Airspace Infringements onderzoek naar de oorzaken van luchtruimschendingen. In de taskforce werken verschillende partijen samen, waaronder het ministerie van IenW, de ILT, LVNL en vertegenwoordigers van de kleine luchtvaart. 

De taskforce heeft al enkele voorstellen gedaan voor maatregelen die de kans op luchtruimschendingen kunnen verkleinen, zoals betere informatie aan recreatieve luchtvaartbedrijven en duidelijker procedures. Zo is de aeronautische informatie van LVNL en KNMI samengevoegd, zodat vliegers hun vlucht beter kunnen voorbereiden. En vliegers worden gestimuleerd om tijdens het vliegen de vluchtinformatiefrequentie uit te luisteren.

Het risico van luchtruimschendingen wordt een van de belangrijkste nationale risico’s genoemd in de Nationale Veiligheidsanalyse voor de Nederlandse luchtvaart. Dit rapport van het ministerie IenW gaat over het beheersen van de belangrijkste risico’s voor de commerciële en kleine luchtvaart, onbemande luchtvaart en luchtvaart in Caribisch Nederland. Het ministerie zal de aanpak van de belangrijkste risico’s, waaronder luchtruimschendingen, opnemen in het Nederlands Actieplan Luchtvaartveiligheid. 

Groeiend aantal drones in luchtverkeersgebied Schiphol verontrustend

Het recreatieve en professionele gebruik van drones blijft groeien. Om een dronevlucht te maken in het luchtverkeersgebied van Schiphol, bijvoorbeeld voor een inspectie of fotografie, moet een dronevlieger een juiste vergunning hebben. Daarvoor moet hij een aanvraag met vliegplan indienen bij de luchtverkeersleiding. Zonder toestemming van de luchtverkeersleiding is vliegen met een drone in het luchtverkeersgebied van Schiphol niet toegestaan. Gebeurt dat wel, dan is er sprake van een luchtruimschending. En dat kan leiden tot gevaarlijke situaties. 

De LVNL heeft momenteel capaciteit om per dag enkele vluchten toe te staan die door dronevliegers zijn aangevraagd. Het aantal vliegtuigbewegingen door drones is echter vele malen hoger. Dat blijkt uit gegevens van het ministerie van Defensie. Deze gegevens laten zien dat er in ‘Control Zone’ (CTR) van Schiphol wekelijks enkele honderden drones vliegen. De CTR is luchtruim in het centrum van het luchtverkeersgebied, direct rondom de luchthaven. 

De kans op een gevaarlijke situatie met een vliegtuig ontstaat vooral bij drones die op grotere hoogte vliegen én dicht bij de aanvliegroute of uitvliegroute van vliegtuigen. Uit de gegevens blijkt dat per week enkele tientallen van de waargenomen drones op een hoogte boven de 120 meter vliegen. Een groot deel daarvan vliegt boven Amsterdam en kan daardoor in conflict komen met vliegtuigen die gaan landen op de Oostbaan of Kaagbaan.

Een klein deel van de drones wordt ook gezien door piloten. De piloten melden een waarneming aan de luchtverkeersleiding, die het vervolgens meldt aan het ABL. Deze meldingen gaan vooral over drones boven of vlakbij landingsbanen en over drones die gezien worden tijdens de landing, start of klimfase van een vliegtuig. Het optreden tegen drones die zonder toestemming in het luchtverkeersgebied vliegen, is in Nederland de taak van de Nationale Politie.

Aantal meldingen luchtruimschendingen drones

Aantal meldingen luchtruimschendingen drones In het luchtverkeersgebied van Schiphol
xnov-janfeb-aprmei-julaug-okt
GJ201717308
GJ2018281619
GJ2019291711
GJ20203376
GJ20212998
GJ20221172612

Aantal gemelde luchtruimschendingen door drones, per periode van 3 maanden, voor de gebruiksjaren 2017 tot en met 2022.
Er werden in gebruiksjaar 2022 55 voorvallen met drones gemeld aan het ABL, tegen ongeveer 30 voorvallen vorig jaar. De toename van het vliegverkeer in gebruiksjaar 2022 droeg bij aan de stijging. Afgelopen gebruiksjaar waren er ook meer meldingen dan in 2019, een jaar met meer vluchten dan in 2022. Ook dit is een indicatie van het groeiend gebruik van drones in het luchtverkeersgebied. De gemelde voorvallen zijn bijna allemaal luchtruimschendingen. Een enkel voorval is gemeld door een professionele dronepiloot en gaat over een probleem met een drone

Bron: ABL Brontabel als csv (139 bytes)

Maatregelen om risico’s drones te beheersen

Luchtruimschendingen door drones is een van de belangrijkste risico’s die genoemd worden in de Nationale Veiligheidsanalyse. De betrokken partijen zoeken daarom naar maatregelen die dit risico verder moeten beheersen. Een maatregel die door het ministerie van IenW verkend wordt, is erop gericht om dronepiloten beter te informeren over waar ze wel en niet mogen vliegen.  

Om dronepiloten die vliegen waar het niet mag makkelijker op te kunnen sporen, werkt de European Aviation Safety Agency (EASA) aan wetgeving die vliegers verplicht om de e-identifier van een drone aan te zetten. Zo kan de drone op afstand worden geïdentificeerd. Vanaf 1 januari 2024 wordt het gebruik van een e-identifier verplicht voor meer drones, maar nog steeds niet voor alle drones