De ILT werkt vanaf 2020 met 9 programma’s om optimaal maatschappelijk effect te bereiken. In dit hoofdstuk staat de aanpak per programma.

Programmatische aanpak

De programmatische aanpak van de ILT bestaat uit een flexibele manier van werken, inzet van de juiste middelen, een efficiënte inzet van multidisciplinaire teams en samenwerking met de omgeving. Daarbij houdt de ILT rekening met de ontwikkelingen die naar voren zijn gekomen uit de omgevingsanalyse (2018).

  • Vraagstukken vragen steeds vaker om een integrale in plaats van een sectorale benadering.
  • Technologische ontwikkelingen gaan snel en vragen om een passende benadering door de overheid.
  • In het maatschappelijk verkeer wordt ongelijkheid steeds minder geaccepteerd.
  • Door de toenemende inzet van technologie ontstaat meer inzicht en kennis. Dit vergroot het gevoel van onveiligheid, terwijl het per saldo veiliger is geworden.

Een programma is altijd tijdelijk. Voordat een programma start, vindt een verkenning plaats naar een maatschappelijk probleem. Zo ontstaat een beter beeld van de oorzaken en de veroorzakers van het probleem. Door deze inzichten is de ILT beter in staat een strategie te ontwikkelen. Hierbij werkt de ILT samen met interne en externe partijen en wisselt ze kennis uit. Dit is een herhalend proces waarbij nieuwe inzichten leiden tot nieuwe keuzes.

De ILT kiest meestal voor een programmatische aanpak, maar niet altijd. Soms blijkt uit een verkenning dat een andere werkwijze meer effect oplevert, zoals het afgeven van een signaal. Een signaal is een rapportage aan de politiek, het ministerie of de omgeving.

Interventietoolbox

Welke risico’s spelen er bij welke doelgroepen? En welke interventies zijn effectief? Voor een antwoord op deze vragen werkt de ILT met de interventietoolbox van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (inspectie SZW). In 3 stappen stelt de ILT een interventiemix op voor de verschillende doelgroepen in het programma, samen met interne en externe partijen.

De voordelen van deze werkwijze:

  • Informatie uit verschillende bronnen komt bij elkaar.
  • Informatie is overzichtelijk.
  • De keuzes zijn onderbouwd.
  • Er is meteen draagvlak.