Er wordt veel gevraagd van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). En de aard van ons werk verandert. We staan voor grote opgaven en dat is de politiek niet ontgaan. De ILT krijgt dan ook extra financiële middelen van het Kabinet om haar taken uit te voeren. En die middelen kunnen we goed gebruiken. Want met het omvangrijke, diverse en veranderende werkveld is er veel te doen.
We zijn op zoek naar 150 nieuwe ILT’ers, die breed inzetbaar zijn. Van cyberspecialisten en financiële experts tot data-analisten en handhavers. De functies zijn vooral gericht op het versterken van het toezicht. Toezicht op basis van een sterke informatiepositie en een goede inschatting van risico’s.
Met die extra capaciteit gaan we de uitvoering van de programma’s intensiveren. Zo komt er meer capaciteit beschikbaar voor programma’s als Bodem, grond- en oppervlaktewater, Onjuiste verwerking afvalstoffen, Schoon schip en Veilig en duurzaam Schiphol. Dat hoeft dan minder ten koste te gaan van andere toezichttaken.
Met de koersverandering van de ILT zijn al veel stappen gezet. Hoewel de verwachtingen soms groter zijn dan we kunnen waarmaken, zijn we koersvast én wendbaar. Tijdens al de veranderingen is het inspectiewerk doorgegaan. Dat verdient waardering.
Ik ben ook verheugd over de start van een nieuw compact IG-team. Hierin geven 4 directeuren en ik sturing aan de ILT. Dit jaar ronden we de reorganisatie zorgvuldig af en starten we op 1 januari 2020 met de nieuwe organisatie. Er is nog veel te doen, maar de ILT ligt op koers.
Het Meerjarenplan 2020-2024 beschrijft wat we de komende jaren gaan doen aan veiligheid, zekerheid en vertrouwen in transport, infrastructuur, milieu en wonen. Met als doel een zo groot mogelijk maatschappelijk effect bereiken.
Jan van den Bos
Inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport