Wat wil de ILT bereiken?

De ILT wil met dit programma de komende 5 jaar de veiligheid op het spoor minimaal op hetzelfde niveau houden en een aantal specifieke risico’s verder verkleinen.

De doelen zijn:

  • De veiligheid op het spoor en voor reizigers, omwonenden en spoorwegpersoneel minimaal op hetzelfde niveau houden.
  • Het functioneren van de sector verbeteren: meer samenwerking, betere kennisdeling en minder risico’s op interfaces.

Hoe wil de ILT dit bereiken?

De ILT doet dit door gericht toezicht te houden, te signaleren en te reflecteren op alle ontwikkelingen die de veiligheid van het spoor kunnen beïnvloeden. Concreet werkt de ILT aan het operationaliseren van:

  • Een goed uitgevoerd kwaliteit- en veiligheidsmanagement door alle bedrijven in de sector die deze wettelijke taak hebben. Het 4e spoorwegpakket stelt nieuwe eisen aan het toezicht: 5-jaarlijks dient het volledige veiligheidsbeheersysteem ge-audit te worden. De ILT hanteert het ERA Management Maturity model (MMM) voor het uitvoeren van het toezicht.
  • Een cultuur waarin veiligheid belangrijk is.
  • Een goed werkend stelsel van erkenning of certificering en toezicht door derden. Uit het ILT-rapport ‘Keuring nieuwe treinen moet beter’ (2018) blijkt dat het stelsel onvoldoende functioneert.
  • Een verbetering van de veiligheid op actuele risico-onderwerpen. De ILT richt zich in 2019 op aanbesteding onderhoud en gevaarlijke stoffen. De focus ligt in 2020 op: European Rail Traffic Management System (ERTMS), punctualiteit en rangeerterreinen. Het gaat ook om meer inzet, bijvoorbeeld door een thematische aanpak. Waar nodig zal de ILT op maat handhaven.

Actief profileren en afstemmen

De ILT onderkent ontwikkelingen die de veiligheid kunnen schaden en zet ze zo nodig op de agenda.  Om dit te kunnen waarmaken, wil de ILT nog beter weten wat er speelt in de spoorsector. Wat zijn de ontwikkelingen die op deze sector van invloed zijn? Dit vergt nauwe afstemming met betrokken partijen en kennisinstituten. Ook wil de ILT zich sterker profileren als gesprekspartner en de sector een spiegel voorhouden.

Waarom doet de ILT dit?

De maatschappij kan en moet kunnen vertrouwen op een veilig spoor. Het Nederlandse spoor is een relatief veilige, betrouwbare en duurzame vorm van transport en dat willen we zo houden. Toch zijn er soms incidenten met maatschappelijke schade en in enkele gevallen ook slachtoffers tot gevolg. De ILT ziet een aantal ontwikkelingen die bij ongewijzigd handelen van zowel inspectie als spoorsector tot een daling van het veiligheidsniveau zullen leiden:

  • Het spoor wordt drukker. De trein is een milieuvriendelijk alternatief voor auto, vliegtuig en schip. Gezien de opgave in de Klimaatagenda zal dit – naast een autonome groei door demografische en economische ontwikkelingen - nog een extra druk op de capaciteit van het spoor uitoefenen.
  • Internationalisering. De spoorsector kan niet los worden gezien van de internationale context. Denk hierbij onder andere aan nieuwe toetreders op het Nederlandse spoor en verdergaande marktwerking in de sector. Met de introductie van het 4e spoorwegpakket wordt na het vrachtvervoer ook het reizigersvervoer in de EU verder geliberaliseerd.
  • Meer marktwerking. Door liberalisering en toenemende concurrentie is er meer concurrentie op het spoor en zijn steeds meer partijen betrokken die slechts een schakel zijn in een steeds complexere keten. Wat betekent dit voor de veiligheidscultuur?
  • Afnemende deskundigheid. De vraag naar machinisten (en ander spoorpersoneel, zoals onderhoudspersoneel voor de infrastructuur) is hoog, het aanbod op de arbeidsmarkt is beperkt. Er wordt onvoldoende personeel opgeleid. De vakbekwaamheid staat onder druk: nieuwe ontwikkelingen zoals ERTMS leiden tot hogere kwalificatie-eisen.

Dit vraagt om een alerte ILT en een spoorsector die zich aanpast.