Waarom werkt de ILT hieraan?

De uitstoot van (zee)schepen en lozingen van afval zijn schadelijk voor mens en milieu. De (internationale) regels worden steeds strenger. Dit beperkt verdere vervuiling. Het programma Schoon schip richt zich op het naleven van die regels. Het gaat daarbij vooral om deze schade:

  • Schadelijke uitstoot van zeeschepen. Denk aan SOₓ (zwavel), CO₂ (koolstofdioxide), NOₓ (stikstofdioxide) en PM (fijn stof);
  • Lozingen van deels giftige, vloeibare afvalresten op zee.

Wat wil de ILT bereiken?

Met dit programma wil de ILT de schade door transport met zeeschepen verminderen. Om dat te bereiken heeft dit programma 4 doelen:

  • Minder uitstoot door de scheepvaart;
  • Betere internationale samenwerking op MARPOL-toezicht;
  • In Nederland geleverde scheepsbrandstoffen voldoen aan de wet- en regelgeving;
  • De afgifte van scheepsafval neemt toe.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Voortrekkersrol internationale webconferentie

Het programma Schoon schip organiseerde in 2021 voor de 2e keer een conferentie over de handhaving op zwaveluitstoot van zeeschepen. Ook dit keer namen zo’n 60 deelnemers vanuit de hele wereld deel. Zo geeft Nederland invulling aan de voortrekkersrol om kennis over innovatieve manieren van handhaven wereldwijd uit te wisselen. Als over de hele wereld de handhaving op scheepsuitstoot verbetert, draagt dat bij aan het terugdringen van de schadelijke gevolgen voor mens en milieu.

Internationale samenwerking op MARPOL-toezicht

In navolging van de inzet van drones in 2020 zette de ILT verdere stappen voor de inzet van drones in 2021. Hiermee wil de inspectie in alle havens indicatieve zwavelmetingen uitvoeren. Daarnaast werkte de ILT aan het inzetten van een helidrone. Met deze ‘superdrone’ kunnen verder op zee metingen worden gedaan. Dit is vergelijkbaar met het kustwachtvliegtuig. De European Maritime Safety Agency (EMSA) stelde de helidrone beschikbaar.

Het bleek echter dat de Nederlandse wetgeving de ILT verhindert om de drone in te zetten. Binnen de territoriale wateren van Nederland kan de EMSA drone niet opereren vanaf een schip. Daarom is besloten om de focus te leggen op inspecties naar aanleiding van alerts van uitstoot van andere landen. En om inzet te leveren om ‘high risk areas’ te bepalen voor zeeën in Europa binnen het Bonn Agreement. Dit besluit is teruggekoppeld aan de EMSA.

Verhaal over het werk van de ILT

“Als het om het milieu en de veiligheid gaat, dan vind ik handhaving heel belangrijk.”

Sinds begin vorig jaar gelden wereldwijd strengere regels voor het zwavelgehalte van de scheepsbrandstof en de zwaveluitstoot. Om hier aan te voldoen, maken steeds meer schepen gebruik van scrubbers: sproeiers in de schoorsteen die de vervuilende zwavel uit de rook ‘wassen’. Een uitdaging voor de ILT. Want wat betekent dit voor het toezicht?

Lees het verhaal met Bram Leeuw, inspecteur brandstoffen: hoe de ILT inspeelt op het snel groeiende gebruik van de nog relatief onbekende scrubbers.

Zwavelscrubbers

Het maximale zwavelpercentage in bunkerolie is wereldwijd verlaagd naar 0,5%. Hierdoor hebben veel reders en scheepeigenaren hun schepen voorzien van scrubbers. Zo kunnen ze blijven varen op hoog zwavelige bunkerolie die goedkoper is dan laagzwavelige bunkerolie. Daar staat een forse investering voor de aanschaf en installatie van een scrubber tegenover.

Volgens berichten in Shipping Watch wordt inmiddels 29% van het vervoer over zee door scrubberschepen uitgevoerd. Vanwege deze forse toename en omdat de ILT over deze installaties relatief weinig kennis had, is binnen het programma Schoon schip een project opgezet. Met dit project heeft de ILT kennis en kunde verworven waardoor ze de werking van scrubbers efficiënt en doelmatig kan inspecteren.