De bodem in Nederland moet veilig en gezond zijn om op te leven. De ILT ziet hierop toe. In 2021 ontwikkelde de inspectie nieuwe technieken om snel te kunnen ingrijpen bij problemen. Zoals een app om schepen te volgen die vervuilde grond vervoeren. Of drones om bedrijven te controleren die grondstoffen en bouwstoffen opslaan. Daarnaast vergen staalslakken en bodemenergie extra aandacht naast alle andere bodemtaken van de ILT.

Hoe de ILT toezicht houdt

Samenwerken tegen schade door staalslakken

Bij de productie van staal ontstaan staalslakken. In Nederland ontstaat per jaar ruim 500.000 ton aan staalslakken. Staalslakken zijn toegestaan als (secundaire) bouwstof voor het funderen van wegen. De aannemer bespaart daarmee kostbaar zand. En wat vroeger afval was, wordt nu hergebruikt. Maar staalslakken worden soms ook op een verkeerde manier gebruikt. Dit zorgt voor schade aan het milieu. Planten en dieren worden ziek of gaan dood door de hoge zuurgraad (pH) van staalslakken.

De ILT, gemeenten en omgevingsdiensten moeten daarom zorgen dat bedrijven zich houden aan de regels voor bouwstoffen. De ILT kan door het hele land optreden tegen aannemers die de regels overtreden. De inspectie stemt hierover af met de betrokken gemeenten en omgevingsdiensten.

Risico’s door bodemenergie beperken

Steeds meer woningen en bedrijven gebruiken bodemenergie voor hun verwarming. Naar verwachting zal in 2050 tussen de 10 en 30% van de gebouwen in Nederland gebruik maken van een bodemenergiesysteem om te voorzien in de warmtevraag.

Open en gesloten bodemenergiesysteem

Open bodemenergiesystemen gebruiken grondwater. In de winter wordt warm grondwater opgepompt voor de verwarming van een gebouw. Afgekoeld water gaat weer terug in de bodem. In de zomer koelt het grondwater het gebouw. Door het gebouw opgewarmd water gaat terug naar de bron en koelt weer af. Een andere naam voor dit systeem is warmte-koudeopslag (WKO).

Gesloten bodemenergiesystemen pompen een vloeistof in buizen door de bodem. De vloeistof bevat vaak antivries maar komt niet in direct contact met het grondwater. Via de ondergrondse buizen wisselt de vloeistof warmte of kou uit met de bodem. Bij het verwarmen van een gebouw koelt de bodem af. En bij het koelen warmt de bodem weer op. Een andere naam voor dit systeem is een bodemwarmtewisselaar.

De buizen voor bodemenergie gaan meestal enkele tientallen meters tot zo’n 200 meter diep de bodem in.

Ongeveer 60% van ons drinkwater komt uit grondwater. De aanleg en ingebruikname van bodemenergiesystemen brengt kleine risico’s met zich mee voor de grondwaterkwaliteit. Maar door de verwachte toename van het aantal systemen is het wel belangrijk om deze risico’s in de gaten te houden. Risico’s ontstaan bijvoorbeeld bij het doorboren van bodemlagen die niet goed worden afgedicht. Ook kan lekkage vanuit het bodemenergiesysteem het grondwater verontreinigen. Dan is extra zuivering van het water nodig. De aanleg van bodemenergiesystemen moet dus zorgvuldig gebeuren.

De ILT heeft in 2021 een signaalrapportage uitgebracht over haar toezicht op bodemenergiesystemen. Ze constateert dat er positieve ontwikkelingen zijn. Maar de ILT zag ook overtredingen waarbij risico’s voor de bodem kunnen ontstaan. Het ging onder meer om:

  • Het fout vullen van boorgaten;
  • Het gebruik van milieugevaarlijke stoffen bij boren: zoals smeermiddelen bij het verbinden van boorstangen;
  • Onvoldoende inzicht in de kwaliteit van de bodem: schone bodemlagen worden bijvoorbeeld aangetast door werkzaamheden op verontreinigde locaties.
Risico’s bij aanleg bodemenergiesystemen Het Besluit bodemkwaliteit stelt regels om de grond en het grondwater te beschermen. De Inspectie Leefomgeving (ILT) is samen met gemeenten, provincies (en omgevingsdiensten) toezichthouder tijdens het ontwerp en de aanleg van bodemenergiesystemen.  Dit is een visual die laat zien hoe het ontwerp en de aanleg van bodemenergiesystemen werkt.

Meldingen Toezichtloket Bodem

Lokale toezichthouders, bedrijven en burgers kunnen mogelijke overtredingen van de regels voor de bodem of bouwstoffen melden bij het Toezichtloket Bodem van de ILT.

In 2021 ontving het Toezichtloket Bodem ongeveer 340 meldingen. 85 meldingen kregen een vervolginspectie. De ILT heeft 59 keer geïntervenieerd. Het merendeel van de meldingen betrof de uitvoering van een sanering van de (water)bodem, monsterneming bij partijkeuringen, het samenvoegen en bewerken van grond of baggerspecie en het mechanisch boren en/of bodemenergiesystemen.

Vernieuwingen in het toezicht

App volgt schepen met grond

Voormalige zandwinputten langs rivieren mogen voor een deel worden gevuld met licht verontreinigde grond. Bedrijven importen hiervoor soms grond uit het buitenland. In zo’n geval moet het bedrijf een vergunning aanvragen bij de ILT. De inspectie controleert of bedrijven zich houden aan de regels van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) en de Kwaliteitsborging Bodembeheer (Kwalibo).

import van grond en baggerspecie

Nieuwe aanpak

Uit inspecties van de ILT blijkt dat geïmporteerde grond niet altijd voldoet aan de kwaliteitseisen. Ook ontstaat er soms maatschappelijke onrust. Bijvoorbeeld wanneer mensen in plassen afval zien drijven na het storten van vervuilde grond. Deze signalen leidden in 2019 tot Kamervragen. De ILT ontwikkelde daarom een nieuwe aanpak voor de controles van buitenlandse schepen met grond: een app om de herkomst en bestemming van schepen met grond te volgen.

Controle op afstand

De app werkt op basis van een automatisch identificatiesysteem (AIS). Hiermee sturen schepen elke 5 minuten informatie over onder andere hun locatie en identificatienummer. Zo kan de ILT van ieder schip de route zien. Ook kunnen inspecteurs op afstand controleren of schepen een EVOA-vergunning hebben. Dit maakt het makkelijker om te beslissen wanneer en waar fysieke inspecties nodig zijn. De inspectie wil de app in de toekomst ook gebruiken voor andere controles van schepen.

AVG-proof

De gegevens worden gebruikt als volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de risico’s aanvaardbaar klein zijn. Het zogeheten data protection impact assessment (DPIA) onderzoekt privacyrisico's in de app. De ILT neemt maatregelen om deze risico's te verkleinen.

De ILT-app die een automatisch identificatiesysteem (AIS) gebruikt om schepen met grond te volgen.

Drones controleren grondbanken en tijdelijke opslag van grond

De ILT controleert ook grondbanken. Dat zijn bedrijven die tijdelijk grondstoffen en bouwstoffen opslaan. De inspectie bekijkt onder meer welke stoffen een grondbank opslaat. Daarvoor gebruikt de ILT drones. Met foto’s en een 3D-model wordt informatie vastgelegd, terwijl een inspecteur live meekijkt. Die controleert bijvoorbeeld of stoffen goed van elkaar zijn gescheiden.

Door dezelfde grondbank later opnieuw te bezoeken, worden de verplaatsingen van stoffen in beeld gebracht. Dit doet het Aerosensing-team van de ILT bijvoorbeeld op locaties langs de afsluitdijk. Binnen 20 minuten is de nieuwe locatie in kaart. Bij een volgend bezoek gebruikt de drone hetzelfde vliegplan.

Dronekaart van een grondbank bij Breedzanddijk, voor onderzoek naar hoogte, omtrek, volume en grootte.