Jaarverslag ILT 01 Jaarverslag 2021

Jaarverslag ILT 01 Jaarverslag 2021

Deze printvriendelijke versie bevat niet de volledige inhoud van het online magazine, maar alleen de teksten en een beperkte selectie foto´s. Het hele online magazine met alle foto´s, video´s en multimedia kan worden bekeken op:
https://magazines.ilent.nl/jaarverslag-ilt/2021/01

Nog een tip voor het geval u het magazine wil printen: Heeft u een Windows-computer en bekijkt u het magazine met het programma Chrome? Dan adviseren we u voor het afdrukken alleen gebruik te maken van het zogenoemde dialoogvenster (Ctrl+P).

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Voorwoord

Het jaar 2021 was een uitdagend jaar. Een jaar waarin de inspecteurs van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) weer vaker op pad gingen. Om met eigen ogen toezicht te houden en zo het verschil te maken. Om bij te dragen aan vertrouwen in regels en de overheid. Om gehoor te geven aan de roep uit de samenleving op te komen voor leefomgeving, mens en milieu.

Toch bleven we door corona in 2021 nog vaker thuis dan ons lief is. Dus maakten we van de nood een deugd en zijn inventief. We gebruiken nieuwe - vooral digitale - technieken: internettoezicht en artificiële intelligentie zijn steeds belangrijker.

Met signaalrapporten en verschillende ‘Staten van’ liet de ILT zien waar het mis ging. Denk aan het onderzoek waaruit blijkt dat hier gemaakte brandstoffen voor de Afrikaanse markt zeer schadelijk zijn voor mens en milieu. In strijd met de zorgplicht worden afvalstoffen weggemengd. Wij riepen producenten op hiermee te stoppen. De motivatie om op te komen voor een gezondere leefomgeving komt ook terug in de bemoeienis van inspectie om vergunningen van Tata Steel aan te scherpen zodat uitstoot sneller afneemt.

Met de Staat van Mainport Rotterdam brachten we voor het eerst de risico’s en uitstoot voor het grootste industriële complex in kaart. Zo ontstaat een beter beeld van de veiligheid in de regio en de impact die alle bedrijvigheid heeft. We maken dankbaar gebruik van data en kennis van vele ketenpartners. De havenmeester van Rotterdam vertelt verderop in dit jaarverslag eerlijk dat de totstandkoming flink wat voeten in aarde had. Maar hij ziet deze Staat ook als een startpunt. Daaruit bleek dat we op de goede weg zijn: ook ik zie deze Staat als een groeimodel.

Het begrip vertrouwen speelt een steeds grotere rol. Zo starten we met het programma Vertrouwen en keek het programma Inspectie en certificering of certificerende instellingen wel goed werken. De ILT blijft op vele fronten werken aan veiligheid, vertrouwen en duurzaamheid in transport, infrastructuur, milieu en wonen. We kijken hoe we de grootste maatschappelijke risico’s aanpakken en schade kunnen voorkomen.

Bij het schrijven van dit voorwoord is duidelijk dat 2022, met toezicht op de sancties tegen Rusland en de oorlog in Oekraïne, ook voor de ILT weer een uitdagend jaar is. Het is het laatste jaar dat ik leiding geef aan de ILT. Als inspecteur-generaal heb ik gebouwd aan een inspectie die verder kijkt dan regels alleen én die oog heeft voor zaken die burgers belangrijk vinden. Daarom moet het maatschappelijk effect van ons handelen steeds centraal staan.

Voor publieke vertrouwen is het goed dat de onafhankelijkheid van inspecties door de coalitie wordt uitgewerkt in een Wet op de rijksinspecties. Ook is er aandacht voor de vele taken van de inspectie, bijvoorbeeld om milieucriminaliteit aan te pakken, en komen er meer middelen om onze kritische rol met verve te kunnen vervullen.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Inleiding

Zuid-as Amsterdam

Foto Martijn Kort

In dit jaarverslag leest u wat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) doet en in 2021 heeft bereikt. De ILT werkt aan veiligheid, vertrouwen en duurzaamheid in transport, infrastructuur, milieu en wonen. Ze doet dat door toezicht en handhaving, opsporing en vergunningverlening op een groot aantal onderwerpen. Ook treedt de ILT op bij incidenten en ongevallen.

Selectief

Door haar brede takenpakket moet de ILT scherpe keuzes maken. Op deze manier wil de ILT met de middelen die zij heeft het grootste maatschappelijk effect bereiken. De ILT zet haar capaciteit vooral in waar zij de grootste bijdrage aan veiligheid, vertrouwen en duurzaamheid kan leveren en waar het handelen van de ILT het grootste effect kan hebben.

Effectief

Steeds bekijken analisten en inspecteurs welke mogelijkheden de ILT heeft om de risico’s te verminderen. In het ideale geval is een maatschappelijk risico kleiner na het optreden van de ILT en weet de ILT wat haar bijdrage hieraan is geweest. In de praktijk is het lastig om een direct verband aan te tonen tussen wat de ILT doet en het bereikte effect. Veel andere factoren spelen een rol.

Over de effecten van haar acties legt de inspectie verantwoording af aan de Tweede Kamer, burgers en bedrijven. Niet alleen via het jaarverslag en (signaal- en jaar)rapportages. Ook op de website en social media-kanalen van de ILT komen regelmatig berichten met cijfers, toezichtacties en handhavingsinformatie.

Programmatische aanpak

De ILT werkte in 2021 aan 11 toezichtprogramma’s. Deze zijn gebaseerd op de IBRA. De ILT kiest daarbij voor de meest effectieve instrumenten. De programma’s zijn voor het grootste deel meerjarig. En gaan zowel over voorbereidende (analyse)activiteiten als het daadwerkelijk inspecteren en handhaven.

Taken van de inspectie

Het werkveld van de ILT is heel divers. Van luchtvaart tot cybersecurity en van woningcorporaties tot legionella. De inspectie handhaaft op verschillende manieren de naleving van wet- en regelgeving. Dit doet zij door toezicht, opsporing en dienstverlening. Bij toezicht gaat het over de volle breedte van het werkterrein in transport, infrastructuur, milieu en wonen. In de vorm van bijvoorbeeld object- of bedrijfsgerichte inspecties en audits. Vaak voert de ILT dit toezicht uit samen met andere handhavingspartners. Bijvoorbeeld de politie, Douane, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Nederlandse Arbeidsinspectie (voorheen de Inspectie SZW) en omgevingsdiensten.

In dit jaarverslag geeft de ILT specifiek aandacht aan het onderwerp ‘Bodem’. In bijlage 3 leest u wat de ILT op dit werkveld in 2021 heeft gedaan en welke resultaten zijn behaald. De ILT wil met deze bijlage illustreren hoe zij haar aanpak met innovatieve technieken vernieuwt.

De inspectie werkt voor het grootste deel voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Daarnaast voerde de ILT in 2021 taken uit voor 4 andere ministeries:

  • Voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
    Toezicht op de woningcorporaties, CE-markeringen van bouwproducten en toezicht op energielabels voor energieprestaties van gebouwen.
  • Voor het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. 
    Toezicht op het verminderen van broeikasgassen en duurzaam energiegebruik van apparaten.
  • Voor het ministerie van Justitie en Veiligheid.
    Vergunningverlening en het toezicht op de Wet precursoren voor explosieven.
  • Onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ministers van IenW en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
    Handhaving op de rij- en rusttijden samen met de Nederlandse Arbeidsinspectie. Ook houdt de ILT toezicht op de arbeidsomstandigheden aan boord van schepen.

Signaleren en reflecteren

Inspecteurs zijn de ogen en oren van de ILT. Maar ook van bewindspersonen en de buitenwereld. Inspecteurs zien in hun werk vaak als eerste mogelijke (nieuwe) risico’s. Zij geven signalen af en de ILT deelt dit actief met politiek, beleidsmakers of relevante omgeving. Een voorbeeld van zo’n signaalrapportage is Risico’s bij de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen.

De ILT volgt de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, internationalisering en nieuwe technologieën op de voet. Zo is zij voorbereid op mogelijke gevolgen van zulke ontwikkelingen voor de taken van de inspectie. Bij nieuwe wetgeving en wijzigingen in bestaande wetgeving voert de ILT een Handhaafbaarheids-, Uitvoerbaarheids- en Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) uit. Daarnaast brengt de inspectie haar kennis en ervaring in bij de voor haar relevante beleidsvoornemens.

'De Staat van'

Vanwege de onafhankelijke signalerende rol van de ILT voor leefomgeving en transport stelt zij op basis van praktijkinformatie en beschikbare feiten voor een aantal specifieke onderwerpen of regio’s een zogenaamde ‘Staat van’ op.

Onder het programma Veilig en duurzaam Schiphol brengt de ILT sinds 2017 jaarlijks een Staat van Schiphol uit.

Voor het eerst bracht de ILT de Staat van Mainport Rotterdam uit. Hierin geeft de inspectie feitelijke beelden van de periode 2017-2019 in de mainport en haar aanvoer- en rijroutes op het gebied van veiligheid en milieu. De Staat zoomt in op 3 hoofdonderwerpen: logistieke veiligheid, externe veiligheid en luchtkwaliteit.

Deze eerste uitgave is opgesteld op basis van de huidige beschikbare informatie. Andere relevante informatie komt in een volgende versie. Denk hierbij aan onderwerpen als geluid, waterkwaliteit en (cyber)security.

Voor de Staat heeft de ILT deels data en informatie gebruikt van de andere toezichthouders in de mainport. De ambitie voor de toekomst is dat deze staat nog meer data van de collega-toezichthouders heeft. Zo ontstaat een completer beeld. De mainport is het grootste industriële complex van Nederland. Er zijn 10 toezichthouders die voor een onderdeel in het gebied zijn aangewezen.

De Autoriteit woningcorporaties (Aw) is onderdeel van de ILT. Zij brengt jaarlijks de Staat van de corporatiesector uit.

Handhavingsstrategie

De ILT werkt sinds 2021 met de interventiematrix van de Landelijke Handhavingsstrategie. Deze interventiematrix is uitgewerkt voor alle werkterreinen waarop de ILT toezicht houdt. De interventies verschillen van licht (bijvoorbeeld informeren, waarschuwen) naar zwaar (bijvoorbeeld een boete, last onder dwangsom, schorsen of intrekken van een vergunning). Ziet de inspectie dat de wet niet is nageleefd? Dan is optreden altijd noodzakelijk. Het uitgangspunt is: in (soort)gelijke gevallen, (soort)gelijk optreden of handhaven. Daarbij is er natuurlijk ruimte om op basis van specifieke feiten en omstandigheden bij een gelijke overtreding anders te handhaven.

Optimaliseren dienst- en vergunningverlening

Naast het houden van toezicht geeft de ILT vergunningen en certificaten uit. Het aanvragen van een vergunning moet duidelijk, eenvoudig en efficiënt zijn. Daarnaast moet de beoordeling van een vergunning effectief zijn. Zo zijn er minder maatschappelijke risico’s.

In een aantal gevallen zijn taken op het gebied van vergunningverlening uitbesteed aan andere organisaties, zoals keuringsinstanties en opleidingsinstituten. Dit zijn de zogenaamde certificerende instellingen. De ILT houdt toezicht op het functioneren van deze instellingen en ziet toe op de vakkundigheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van conformiteitsbeoordelingen.

Om te bereiken dat zowel de vergunningverlening door de ILT zelf, als die door de certificerende instellingen goed verloopt, voert de ILT 2 programma’s uit: programma Optimalisatie dienst- en vergunningverlening en programma Inspectie en certificering.

De ILT heeft ook een wettelijke adviestaak in het bevoegd gezag bij omgevingsvergunningen op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Hiermee beoordeelt de ILT of de omgevingsvergunning voldoet aan nationale en Europese regelgeving. Als dat nodig is, moet de ILT de rechter inschakelen om de vergunning te verbeteren.

Corona

Ook in 2021 had de COVID-19 pandemie een grote invloed op het werk van de ILT. Het inspectiewerk van de ILT heeft een belangrijke maatschappelijke functie en bleef doorgaan. De ILT besteedde in haar toezicht nadrukkelijk aandacht aan onderwerpen die met COVID-19 te maken hebben, zoals corona-afval en oppervlakte- en handdesinfectiemiddelen. De inspectie zoekt actief naar mogelijkheden om haar werk zo goed mogelijk te blijven uitvoeren. Ook maakt zij steeds meer gebruik van data en digitale alternatieven om haar toezicht uit te voeren.

Relatiestatuut

In 2021 kwam een nieuw relatiestatuut tussen de secretaris-generaal IenW en de inspecteur-generaal van de ILT tot stand. Het relatiestatuut bevestigt en versterkt de onafhankelijke positie van de ILT. De status van de ILT als agentschap stopte op 1 januari 2022. De ILT is vanaf dat moment een regulier onderdeel van het ministerie van IenW. Daarmee kwam ook formeel een einde aan de opdrachtgeverrol van de beleidsdirectoraten en de opdrachtnemersrol van de ILT. Het relatiestatuut geeft ook invulling aan deze nieuwe verhoudingen.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Hoofdstuk 1: Aan welke risico's werkt de ILT?

Maatschappelijke risico's

Het werkveld van de ILT is divers, zowel wat betreft soort werkzaamheden als onderwerpen. De hoofdtaken van de ILT zijn toezicht, opsporing en vergunningverlening. Deze taken zijn vastgelegd in een groot aantal wetten en regels, nationaal en internationaal. De taken hebben te maken met diverse onderwerpen op het gebied van transport (via weg, spoor, water, lucht, ondergrond en buisleidingen), infrastructuur (drinkwater, hoogwaterveiligheid), milieu (afval, biociden, chemicaliën, bodem) en wonen (woningcorporaties). Het toezicht op de naleving van wetten en regels is het grootste deel van het ILT-werk.

De ILT werkte in 2021 aan 11 toezichtprogramma’s. Deze richten zich op de belangrijkste maatschappelijke risico’s. Voorbeelden van programma’s zijn: Juiste verwerking van afvalstoffen, Schoon schip en Veilig en duurzaam Schiphol. Bij deze programma’s komen wetten en regels op transport en milieu samen. Daarom beschrijft de ILT deze programma’s vanuit de invalshoek van de maatschappelijke relevantie. En niet vanuit de individuele wet- en regelgeving. In dit hoofdstuk leest u op hoofdlijnen over de voortgang van deze programma’s.

Voor een beter toezicht werkt de ILT binnen ieder programma aan het verbeteren van haar informatiepositie. Daarnaast zet de ILT innovatieve en geavanceerde analysetechnieken in. Zo maakt de inspectie gericht keuzes op het gebied van handhaving, vergunningverlening, sturing en beleid. Hiermee ontwikkelt de ILT zich verder als informatiegestuurde organisatie. Ook zoekt de ILT bij de uitvoering van de programma’s de samenwerking met handhavingspartners zoals de politie, Douane, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Nederlandse Arbeidsinspectie en omgevingsdiensten.

Maatschappelijk effect is leidend

De ILT kiest met haar programma’s voor een gerichte aanpak van de grootste maatschappelijke risico’s. Met de aanpak van deze risico’s werkt de ILT gericht aan maatschappelijk effect: het beperken van de schade aan veiligheid, vertrouwen en duurzaamheid. Daarbij richt de ILT zich op de belangrijkste oorzaken van deze maatschappelijke schade. Zo is op het gebied van milieu het toezicht vaak versnipperd. Dat brengt risico’s met zich mee voor duurzaamheid en veiligheid. Daarom werkt de ILT aan het versterken van de ketengerichte aanpak en de integrale aanpak met alle toezichthouders.

Bij transportonderwerpen is de maatschappelijke (fysieke) schade op het gebied van veiligheid vaak lager. Er zijn veel wettelijke verplichtingen die arbeidsintensief zijn. De ILT richt haar aandacht daarom vooral op het ontwikkelen van slimmere en efficiëntere manieren van toezicht. Zo versterkt zij het vertrouwen van de samenleving in de veiligheid van het transport.

Voorbeelden van effecten die de ILT in 2021 heeft bereikt:

  • De meeste spoorwegondernemingen hebben verbeteringen doorgevoerd in hun veiligheidsbeheersysteem. Dit is goed voor de veiligheid op het spoor. Dat blijkt uit audits van het programma Veiligheid op het spoor.
  • Inspecteurs van de ILT gaven bij bedrijfsonderzoeken de transporteurs inzicht in wat er verkeerd gaat bij overbelading. Naar aanleiding daarvan voerden de transporteurs verbetermaatregelen door. Dit versterkt het vertrouwen tussen overheid en ondernemer en draagt bij aan de veiligheid op de weg.
  • In het kader van het programma Duurzame producten bereikte de ILT dat schadelijke huismerktoners (voor printers) van de markt zijn gehaald. Dit draagt bij aan zowel veiligheid als duurzaamheid.
  • De ILT sprak voor het programma Juiste verwerking van afvalstoffen producenten en importeurs van gedistilleerde dranken aan om de glasverpakkingen lichter te maken. Voldoen bedrijven niet aan het Besluit beheer verpakkingen 2014? Dan krijgen zij een last onder dwangsom. Zo draagt de ILT bij aan het verminderen van het gebruik van grondstoffen en het beperken van afval.
  • Naar aanleiding van inspecties door de ILT stopte een aantal verkooppunten van split-airco’s met het verkopen ervan. Of de verkopers bieden deze alleen inclusief installatie aan. Hiermee draagt de ILT bij aan het tegengaan van de uitstoot van broeikasgassen.

De ILT wil in de toekomst nog beter inzicht hebben in de effecten van haar programma’s. Daarom evalueert ze regelmatig de uitkomsten van de programma’s. In 2021 was voor 1 programma (Juiste verwerking van afvalstoffen) een eindevaluatie. Voor 2 programma’s (Slim en veilig goederenvervoer en Schoon schip) was er een tussenevaluatie. Bij de evaluaties keek de ILT zowel naar de externe als de interne factoren. Externe factoren zijn de resultaten van de programma’s. Interne factoren is het inbedden van programmatisch werken binnen de ILT. Op basis van de tussenevaluaties heeft de ILT haar doelstellingen aangescherpt naar de doelgroepen en onderwerpen die de grootste maatschappelijke schade veroorzaken. Op basis van de eindevaluatie wordt gekeken of de maatschappelijke schade op het onderwerp voldoende is afgenomen dan wel een vervolg inzet nodig is.

Daarnaast voert de ILT een methodiek voor effectmeting door. Daarmee werkt de inspectie steeds gerichter aan aandacht voor zogenaamde redeneerlijnen. Door helder te benoemen hoe het werk van de ILT kan bijdragen aan maatschappelijke effecten lukt het ook beter om na te gaan óf het ook werkt zoals de ILT verwacht.

Meerjarig

De programma’s zijn voor het grootste deel meerjarig en omvatten zowel de voorbereidende (analyse)activiteiten als het daadwerkelijk inspecteren en handhaven. In 2021 startten 2 nieuwe programma’s: Vertrouwen en Cybersecurity. 2 programma’s zijn afgerond: Bodem, grond- en oppervlaktewater en Juiste verwerking van afvalstoffen. Deze programma’s gaan in de komende jaren met een andere scope verder. De overige programma’s die in 2019 en 2020 zijn gestart, liepen door in 2021. Ook voerde de ILT een aantal verkenningen uit naar nieuwe programma’s, zoals Chemische producten en Markttoezicht op producten.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.1 Programma Veiligheid op het spoor

Inspecteur controleert een trein

Waarom werkt de ILT hieraan?

De maatschappij moet kunnen vertrouwen op een veilig spoor. Het Nederlandse spoor is een veilige, betrouwbare en duurzame vorm van transport. Dat wil de ILT zo houden. Er is sprake van toenemende drukte op het spoor, internationalisering, marktwerking en de beschikbaarheid van voldoende opgeleid spoorwegpersoneel staat onder druk. Deze ontwikkelingen kunnen zorgen voor daling van het veiligheidsniveau op het Nederlandse spoor.

Wat wil de ILT bereiken?

De ILT houdt de veiligheid op en rond het spoor minimaal op het huidige hoge niveau. Om dit te bereiken werkt het programma in verschillende projecten aan 4 doelen:

  • Goed uitgevoerd kwaliteits- en veiligheidsmanagement;
  • Betere veiligheidscultuur binnen de spoorsector;
  • Verbeterde veiligheid op risico-onderwerpen;
  • Goed werkend stelsel van erkenning en certificering door derden.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Een goed uitgevoerd kwaliteit- en veiligheidsmanagement 

De ILT voerde in 2021 audits uit bij betrokken spoorwegondernemingen en ProRail. Dit deed zij vanwege de overgang naar de veiligheidsbeheersystemen volgens de vereisten (EU-verordening 2018/762). Uit de audits bleek dat de meeste spoorwegondernemingen en ProRail verbeteringen hebben doorgevoerd in hun veiligheidsbeheersysteem. Een aantal spoorwegondernemingen heeft de overgang naar de vereisten van de nieuwe verordening afgerond.

Betere veiligheidscultuur

Om de veiligheidscultuur binnen de spoorsector te verbeteren, voerde de ILT gesprekken met spoorwegondernemingen en ProRail. Hierdoor is het beeld bevestigd dat de samenwerking tussen spoorbedrijven nóg beter kan. Wel zijn er al positieve voorbeelden die gedeeld worden met de hele sector. Hiermee zetten spoorbedrijven de belangrijke stap om het maken van fouten op de werkvloer bespreekbaar te maken én te melden.

Eind 2021 startte het project Verder met veiligheidscultuur. Dit geeft specifiek voor de sectoren rail, luchtvaart en scheepvaart inzicht in veiligheidscultuur. Ook evalueert dit project het toezicht van de ILT op deze domeinen en geeft het inzicht in de moeilijkheden en wensen die er zijn.

Verbeterde veiligheid op risico-onderwerpen

In 2021 zette de ILT zich in op de volgende risico-onderwerpen op het gebied van spoorveiligheid:

Gevaarlijke stoffen

In 2021 vonden inspecties plaats van het vervoer van gevaarlijke stoffen op het spoor. Daarnaast waren er projecten om druppellekkages te verminderen, de informatievoorziening te verbeteren en risico’s te verminderen.

Entity in Charge of Maintenance (ECM)

In 2021 werd een nieuwe Europese richtlijn voor ECM’s (Entities in Charge of Maintenance) ingevoerd. Deze heeft als doel om de veiligheid van spoorvoertuigen te verbeteren. De ILT ziet toe op de goede invoering en naleving van de verordening.

Concessiewisselingen

Een concessiewisseling betekent dat een nieuwe exploitant het spoorvervoer in een regio overneemt. Deze nieuwe exploitant moet zich tot op zekere hoogte inwerken, bijvoorbeeld door het veiligheidsbeheerssysteem opnieuw in te richten. De ILT heeft geconstateerd dat deze inwerkperiode zorgt voor een tijdelijke verminderde veiligheid. Daarom voerde de ILT een analyse uit. De lessen hieruit gaat zij samen met de betrokken partijen toepassen.

Overwegen

In 2021 verkende de ILT hoe er een juiste risicobenadering voor overwegen kan komen. De verkenning loopt door in 2022.

ERTMS

De ILT ontwikkelde een toezichtstrategie op de uitrol van de aanleg in infrastructuur, inbouw in spoorvoertuigen en het gebruik van ERTMS. Dit doet zij in afstemming met de stakeholders. Dit zijn onder andere de European Union Agency for Railways (ERA), Landelijk programma ERTMS, Arriva en de NS. ERTMS vervangt de huidige treinbeveiligingssystemen ATB-EG en ATB-NG. ERTMS staat voor European Railway Traffic Management System.

Veiligheid baanwerkers

De veiligheid van het werken aan de baan is in de afgelopen jaren gestabiliseerd. Dat blijkt uit de nalevingspercentages van de afgelopen 5 jaar en het aantal (bijna-)incidenten. Het aantal overtredingen daalde in die periode 30 tot 35%. Dat resultaat is bereikt door veel inspecties uit te voeren. Om de veiligheid weer verder te verbeteren, inspecteerde de ILT in dit project het proces van de keten van opdrachtgever tot werknemer langs de baan.

Een goed werkend stelsel van erkenning en certificering door derden

De ILT wil haar toezicht verbeteren op de conformiteitsbeoordelingsinstanties (CBI’s). De inspectie werkt samen met onder andere de Raad voor Accreditatie door gegevens uit te wisselen met partijen in het stelsel.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.2 Programma Slim en veilig goederenvervoer

Inspecteur controleert een vrachtwagen

Waarom werkt de ILT hieraan?

In Nederland worden steeds meer goederen over de weg vervoerd. De ILT houdt toezicht op de naleving van de regels voor goederenvervoer. Dit doet zij om oneerlijke concurrentie tegen te gaan, schade aan infrastructuur te voorkomen en de verkeersveiligheid te vergroten.

Wat wil de ILT bereiken?

  • Overbelading tegengaan om schade aan de infrastructuur te verminderen en verkeersveiligheid en eerlijke concurrentie te bevorderen.
  • Tachograaffraude tegengaan om schade door ongevallen door (over)vermoeidheid van chauffeurs te verminderen (door het niet naleven van de rij- en rusttijden). En eerlijke concurrentie te bevorderen.
  • Digitale inspecties ontwikkelen om efficiënter toezicht te houden en gerichter te handhaven.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

De ILT organiseerde in 2021 een online conferentie met vertegenwoordigers vanuit onder andere brancheorganisaties, andere handhavende instanties, de RDW, Rijkswaterstaat, onderzoekbureaus en vakmedia. Op deze dag informeerde de ILT de deelnemers over de stand van zaken van de projecten. En ging de inspectie met deelnemers in gesprek over wat zij belangrijk vinden. De ILT lichtte tijdens de conferentie haar manier van handhaven toe. Dit is een combinatie van weginspecties, bedrijfsinspecties en digitale inspecties met de focus op informatiegestuurde en risicogerichte handhaving.

Overbelading

De ILT zette zich in 2021 op verschillende manieren in om overbelading tegen te gaan. Hierbij richtte de ILT zich onder andere op verandering van het gedrag. Zo ging de inspectie in gesprek met branchepartijen en overheden die opdrachtgever zijn van transport van bouwmaterialen. Een branchepartij heeft het lidmaatschap van slecht presterende leden opgezegd en een overheidsdienst nam maatregelen om overbelading tegen te gaan.

Bij bedrijfsbezoeken hebben inspecteurs transporteurs inzicht gegeven in wat verkeerd gaat. En gaven de inspecteurs deze transporteurs advies. De aangesproken bedrijven hebben daarop ingrijpende verbetermaatregelen doorgevoerd.

Ook zette de ILT in op het beter gebruikmaken van data uit de weeglussen in de snelwegen en weegbruggen van bedrijven. Dat helpt de ILT om meer te focussen op overtredende bedrijven. De ILT gebruikte deze data onder andere als voorbereiding op een grote handhavingsactie in Limburg. Doel van deze actie was de naleving voor de regels van maximale belading te verbeteren.

Digitaal inspecteren rij- en rusttijden

De ILT startte in 2021 met de digitale inspecties van de tachograafbestanden van vrachtwagens. Bedrijven in het wegvervoer kregen de vraag om hun tachograafbestanden digitaal aan te leveren aan de ILT. De inspecteurs analyseerden deze data. De ondernemer kreeg hiervan een rapport waarmee deze als dat nodig was de bedrijfsvoering kon aanpassen. De ervaringen in de eerste maanden waren positief: met de digitale inspecties kon de ILT fors meer vervoerders inspecteren dan met alleen weginspecties. De informatie die dat heeft opgeleverd, kan de ILT gebruiken om eventuele vervolginspecties beter te richten op de bedrijven die zich niet aan de regels houden.

Tachograaffraude

De ILT voerde in 2021 opnieuw onderzoek uit naar de mogelijkheden om tijdens inspecties manipulatie van tachografen vast te stellen. Uit een eerste resultaat blijkt dat het in sommige gevallen mogelijk is om langs de weg beïnvloeding van tachografen te ontdekken. Verdere resultaten verwacht de ILT in 2022.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.3 Programma Veilig en duurzaam Schiphol

Inspecteur controleert  een vrachtvliegtuig op Schiphol

Waarom werkt de ILT hieraan?

Schiphol heeft een belangrijke economische en maatschappelijke positie in Nederland. Tegelijkertijd brengt vliegen ook overlast met zich mee. Vliegen is een veilige vorm van vervoer, maar het is niet vanzelfsprekend dat het veilig blijft. Het programma Veilig en duurzaam Schiphol is ontwikkeld na een rapport uit 2017 door de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over de veiligheid op en rond Schiphol. Naast aandacht voor veiligheid wil de ILT ook bijdragen aan de verduurzaming van de luchtvaart op Schiphol. De ILT heeft ervoor gekozen deze opdracht uit te voeren binnen het programma Veilig en duurzaam Schiphol.

Wat wil de ILT bereiken?

De ILT werkt mee aan een veilig én duurzaam Schiphol. Daarom gaat het programma verder dan alleen veiligheid. Het werkt ook aan andere maatschappelijke vraagstukken, zoals die rond leefomgeving (geluid) en klimaat. Het belangrijkste is om de risico’s te inventariseren en de risicothema’s met elkaar te verbinden. Dat gaat om vliegveiligheid, maar ook om arbeidsveiligheid, gezondheid en leefbaarheid. Het programma gaat over alle organisaties die op Schiphol werken en die iets met luchtvaart te maken hebben.

De organisaties op Schiphol moeten zich houden aan strenge wet- en regelgeving en normen met betrekking tot veiligheid. De ILT houdt hier toezicht op. Veiligheid wordt steeds meer door de sector in samenwerkingsverband aangepakt. Het programma speelt hierop in door de ontwikkeling van een integrale toezichtmethode.

Bij duurzaamheid focust het programma zich op het beperken van de geluidsoverlast, het verminderen van uitstoot van schadelijke stoffen en het beperken van schade aan het klimaat. Hierin spelen diverse tegenstrijdige belangen. Om ervoor te zorgen dat de maatschappelijke belangen niet uit het oog worden verloren, is een onafhankelijke, kritische en deskundige toezichthouder nodig. De ILT draagt hieraan bij door onderzoek te doen, informatie te verzamelen en de discussie aan te gaan met de sectorpartijen. Ook geeft de inspectie signalen af aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de politiek.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Publicatie Staat van Schiphol

Jaarlijks publiceert de ILT de Staat van Schiphol. Dit is een feitelijk overzicht met duiding van de ontwikkelingen op Schiphol op de terreinen van veiligheid en duurzaamheid. De ILT biedt de Staat van Schiphol aan de minister van IenW aan. Door het openbaar maken van de Staat kan het publieke debat plaatsvinden.

Toezicht op integrale veiligheid Schiphol

Het programma heeft een methode ontwikkeld voor toezicht op het Integral Safety Management System (ISMS). Het ISMS is opgezet door de sectorpartijen op Schiphol. Doel is om gezamenlijk veiligheidsrisico’s te beheersen die de verantwoordelijkheid van de individuele bedrijven overstijgen.

Het ISMS is een samenwerkingsverband en geen bedrijf. Daarom geven de bestaande wetten en regels geen houvast voor toezicht. Het is dus nodig om een toezichtmethode te ontwikkelen. Eén van de belangrijkste stappen hierbij is het opstellen van het beoordelingskader voor het ISMS. Alle (sector)partijen omarmden dit voorstel in 2021. Dit kader maakt duidelijk hoe de ILT toezicht inricht om het functioneren van het ISMS te beoordelen. Het richt zich zowel op de managementlaag van de bedrijven als op de inhoud van de ISMS activiteiten. Dit laatste doet de ILT onder andere door de ISMS Roadmap met maatregelen voor betere veiligheid te beoordelen.

Thema-inspecties

Via thema-inspecties doet de ILT onderzoek naar concrete verbetermogelijkheden in veiligheid en duurzaamheid op Schiphol. Deze inspecties richten zich op (deel)aspecten van de werkzaamheden op Schiphol. Daarom beperkt het zich niet tot één partij.

In 2021 voerde de ILT de thema-inspecties ‘Pushback’ en ‘Auxiliary Power Unit (APU) gebruik’ uit. Pushback is het achteruit duwen van een vliegtuig dat klaar is voor vertrek. APU is een hulpmotor in de staart van het vliegtuig. Deze levert energie voor de vliegtuigsystemen en airconditioning. Met deze inspecties hield de ILT de betreffende partijen een spiegel voor en gaf ze verbeteringen en aandachtspunten mee.

Bij het pushback proces zag de ILT dat de risicobeheersing en de kwaliteit van de inrichting van het proces zijn verbeterd. Tegelijkertijd constateerde zij dat soms nog fouten worden gemaakt tijdens pushbacks. De sectorpartijen pakken dit samen op.

De eerste voorlopige resultaten van het APU thema-inspectie laten zien dat er mogelijkheden zijn om het APU-gebruik verder te beperken. Deze beperking op het gebruik van het APU verkleint de uitstoot van schadelijke stoffen. En verbetert dus de luchtkwaliteit voor de medewerkers op het platform.

Naleving van de geluidsregels

De ILT houdt de belangen van burgers als het gaat om geluidseisen ook scherp in de gaten. In 2021 behandelde de inspectie klachten van burgers en koppelde ze deze als dat nodig was ook terug aan sectorpartijen. Doel hiervan is om te zien waar verbeteringen mogelijk zijn. Zo werden mede door een interventie van de ILT in 2021 nieuwe vluchten met zeer lawaaiige vliegtuigen op Schiphol geweigerd.
Tenslotte liet de ILT met het uitbrengen van een signaal aan de minister zien dat zij kritisch is over de houdbaarheid van het anticiperend handhaven op het Luchthavenverkeerbesluit (Wet Luchtvaart).

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.4 Programma Marktwerking taxi

Inspecteur controleert een taxi

Waarom werkt de ILT hieraan?

De ILT houdt toezicht op het taxivervoer in Nederland. Het is belangrijk dat dit vervoer veilig is en dat er sprake is van eerlijke marktwerking. Taxivervoer zonder vergunning veroorzaakt verschillende vormen van economische schade. Denk aan inkomstenderving voor het legale vervoer en oplichting van passagiers. Maar ook legale taxibedrijven kunnen economische schade veroorzaken. Bijvoorbeeld door fraude bij het registreren van arbeids- en rusttijden en door verboden bedrijfsconstructies. Fysieke schade kan ontstaan door onveilige situaties bij legaal en illegaal taxivervoer.

Wat wil de ILT bereiken?

Het doel van het programma Marktwerking taxi is om eerlijk en veilig taxivervoer te bevorderen en criminele invloeden in de taximarkt tegen te gaan. Het programma is erop gericht een impuls te geven aan vernieuwing van het taxitoezicht. Concreet werkt het programma aan de volgende doelen:

  • Verbeteren van de samenwerking met gemeenten en andere toezichthouders op de taxisector;
  • Beter borgen van de toegang tot de taxisector;
  • Het verminderen van vervoer door snorders (illegale taxi’s zonder vergunning);
  • Veiliger doelgroepenvervoer.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Samenwerking met gemeenten

Het programma is in de tweede helft van 2020 gestart. In 2021 werkte de ILT vooral aan het goed in kaart brengen van het werkveld. Ook richtte de ILT zich op het maken van afspraken met andere partijen, zoals gemeenten en mede-toezichthouders over het verbeteren van de samenwerking en de uitwisseling van informatie. Zo werkt de ILT intensief samen met de gemeente Amsterdam. De ILT en de politie stelden een stappenplan op voor de uitwisseling van informatie.

Toegang tot de (straat)taximarkt

De ILT voerde in samenwerking met mede-toezichthouders en andere partijen die actief zijn in de taxisector een risicoanalyse uit voor de taxisector. Dit heeft geleid tot een nieuw project: Toegang tot de (straat)taximarkt. Dit project richt zich op het borgen van de rechtmatige toetreding en deelname van taxichauffeurs en -ondernemers aan de taxisector. Veel snorders (illegaal taxivervoer) bieden hun diensten aan via internet. De ILT monitort verschillende websites en social media op het aanbod van illegaal taxivervoer. Verder maakte de ILT afspraken met een advertentiewebsite. Zo kan de ILT snorders die hun diensten via internet aanbieden gericht aanpakken.

Doelgroepenvervoer

Een ander nieuw project dat volgde uit de risicoanalyse is Doelgroepenvervoer. Het project Doelgroepenvervoer richt zich onder andere op gemeenten als opdrachtgever van zorg- en leerlingenvervoer.

Burgerperspectief

De ILT voerde overleg met Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) over de Stichting Landelijk Klachtenmeldpunt Taxivervoer ( taxiklacht.nl). Doel hiervan was tot een inventarisatie te komen van klachten die burgers over taxivervoer hebben ingediend en die van belang zijn voor de ILT.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.5 Programma Minder broeikasgassen

Inspecteur controleert een partij producten

Waarom werkt de ILT hieraan?

De aarde warmt op door de uitstoot van broeikasgassen. Dat is een bedreiging voor mens en milieu. Met het programma Minder broeikasgassen wil de ILT de uitstoot van broeikasgassen (F-gassen) en ozonlaag afbrekende stoffen (OAS) verminderen.

Wat wil de ILT bereiken?

Met dit programma heeft de ILT 2 doelen:

  • Minder lekverliezen van OAS en F-gassen;
  • Beperken van de illegale handel in OAS en F-gassen.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Lekverliezen

In 2021 controleerde de ILT voor de 2e keer aanbieders van met koudemiddel voorgevulde split-unit airco’s (splitairco’s) op de naleving van de regels. Het gaat hierbij om 45 bedrijven die split-unit airco’s voorgevuld met F-gas verkopen. Dit doen zij via (web)winkels en internetplatforms. Vóór de verkoop moet de verkoper controleren of de airco door een gecertificeerd bedrijf wordt geïnstalleerd. De verkoper moet dit aan de ILT kunnen bewijzen.

Daarnaast controleerde de ILT of bedrijven die airco’s installeren een bedrijfscertificaat (BRL 100) hebben. Deze controle is in eerste instantie schriftelijk. Daarbij kijkt de ILT of partijen zich aan de regels houden voor wat betreft de verkoop en installatie van splitairco’s.

Naar aanleiding van de inspecties stopte een aantal verkooppunten met het (los) verkopen van split-airco’s of biedt deze nu alleen inclusief montage aan. De ILT informeert de sector en de brancheverenigingen over de resultaten van de controles en de wet- en regelgeving.

Beperking van de handel in OAS en F-gassen

In 2021 coördineerde de ILT een Joint Inspection Week (JIW) binnen Europa. Aan de JIW deden het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), EUROPOL en 15 andere EU-lidstaten mee.

De JIW richt zich op de aanpak van illegale handel in F-gassen. Het is onderdeel van een EMPACT-actie (European Multidisciplinary Platform against Criminal Threaths) in het kader van milieucriminaliteit. In Nederland werkten de ILT, Inlichtingen en Opsporingsdienst van de ILT, Douane en politie in 2021 nauw samen. Met als resultaat zo’n 219 inspecties waarbij een paar onregelmatigheden zijn geconstateerd die verder worden onderzocht. Ook kregen de partijen meer inzicht in de illegale markt en hoe ze deze moeten aanpakken.

Toezicht op onafhankelijke audit F-gas rapportages

Elk jaar rapporteren bedrijven in het EU F-gas portaal hoeveel F-gassen ze op de markt hebben gebracht met betrekking tot hun quotum. Bij 100 ton of meer rapporteren bedrijven in het EU F-gassen portaal. Elke ondernemer die 10.000 ton CO²-equivalent op de markt brengt, moet de juistheid van die gegevens laten controleren door een onafhankelijke auditor. Deze onafhankelijke audit noemt de EU een verificatie. In 2021 controleerde de ILT de audit F-gas rapportages. De ILT informeerde de quotumhouders over de wet- en regelgeving en over het (laten) uitvoeren van de verificatie van F-gassen rapportages.

Op basis van de inspecties constateerde de ILT onder andere dat de ontvangen verantwoordingen sterk van elkaar verschillen. Ze geven weinig inzicht in de betrouwbaarheid van de rapportages. Deze constateringen heeft de ILT het ministerie van IenW gedeeld en zijn input voor de ILT inspecties.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.6 Programma Duurzame producten

Dozen met producten rollen over een lopende band

Waarom werkt de ILT hieraan?

Door het niet naleven van de Ecodesign-richtlijn wordt energie verspild door elektrische en elektronische apparatuur. Naleving bespaart tot bijna 2035 terawattuur (TWh) energie. Dat is bijna de helft van het Europese energiebesparingsdoel voor 2020.

Uit onderzoek van de Europese Unie blijkt dat 10 tot 20% van de producten niet voldoet aan de Ecodesign-richtlijn. Daardoor wordt ongeveer 10% van de mogelijke energiebesparing niet gehaald. Ook is er een nieuwe instroom van verboden stoffen die worden verwerkt in elektrische en elektronische producten (Richtlijn 2011/65/EU, ‘RoHS’). Voor producenten die zich wel aan de regels houden, betekent dit oneerlijke concurrentie. Ook zorgt deze ontwikkeling voor mogelijk vervuilde afvalstromen. De producten zijn daarnaast niet geschikt voor hergebruik.

Wat wil de ILT bereiken?

Met dit programma wil de ILT de maatschappelijke schade aanpakken die elektrische en elektronische producten veroorzaken. Dit doet het programma door het tegengaan van:

  • Onnodig energiegebruik dat bijdraagt aan klimaatverandering;
  • Gebruik van gevaarlijke en (zeer) zorgwekkende stoffen. Deze zorgen voor milieu- en gezondheidsschade;
  • Onnodig gebruik van grondstoffen.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Elektrische en elektronische producten worden veelal gebruikt door consumenten. Daarom heeft het programma het totale energieverbruik in Nederlandse huishoudens als aangrijpingspunt gebruikt. Het scala aan elektrische en elektronische producten is breed en divers. Een verkenning per taartpunt leverde een informatie gestuurde en risicogerichte keuze op.

De ILT vermindert maatschappelijke schade veroorzaakt door elektr(on)ische producten. Deze focus leidt tot keuze van verschillende projecten in 2021.

ILT wijst op verantwoordelijkheden bij verkoop verwarmingsapparatuur

Tijdens inspecties van verwarmingsapparatuur zag de ILT dat sommige aanbieders verwarmingsapparatuur verkopen die volgens de fabrikant voor een ander gebruik is gemaakt. Deze aanbieders zijn bijvoorbeeld technische groothandels en webwinkels. De gevolgen hiervan zijn een hoger energieverbruik en lagere prestaties dan verwacht.

Verwarming van de woning en tapwater was in 2021 80% van het totale energieverbruik bij Nederlandse huishoudens. Tijdens de reguliere inspecties van verwarmingsapparatuur controleerde de ILT of de producten voldoen aan de energie- en prestatie-eisen uit de Ecodesign-wetgeving. Bij twijfel deed de inspectie verder onderzoek, zoals tests en inspecties bij fabrikanten, importeurs en aanbieders.

Inspectie gevaarlijke huismerktoners

De ILT voerde een inspectie uit op toners van verschillende huismerken. Deze toners worden gebruikt in laserprinters. Bij 5 huismerktoners van 2 bedrijven trof de inspectie een te hoge concentratie gevaarlijke stoffen aan. De aanbieders hebben deze huismerktoners inmiddels van de markt gehaald. Zij mogen deze toners niet meer verkopen. De toners die de aanbieders nog hadden, gingen terug naar de producent of een erkend verwerker. De kosten waren voor de aanbieders.

Versterken informatiepositie

Voor effectiever en efficiënter toezicht ontwikkelde de ILT in 2021 een IT-netwerktool ’Identificeren sleutelactoren op internet’ en een IT-searchtool ‘Douane-dashboard’. Deze tools zijn klaar om in 2022 te gebruiken.

Europese samenwerking

Voor beter toezicht is samenwerken met Europese handhavingspartners belangrijk. De ILT doet mee met een Europese samenwerkingsactie EEpliant3 (Energy Efficiency Compliant Products). Ook voert de inspectie gezamenlijke toezichtacties uit, onder andere op het gebied van waterheaters (boilers). De toezichthouders controleren producten, ieder in hun eigen lidstaat. Alle lidstaten controleren op dezelfde manier. Onderling delen zij kennis en informatie.

Sterkere rol eindgebruikers

De verkenning naar de rol van de eindgebruiker en de mogelijkheden om deze groep actiever te betrekken, is afgerond. De ILT startte met het eerste experiment. Hierin werkt de ILT samen met de eindgebruiker in het producttoezicht op electr(on)ische producten.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.7 Programma Bodem, grond- en oppervlaktewater

Iemand staat met zijn laarzen in het water van een meer

Waarom werkt de ILT hieraan?

In 2018 startte de ILT met het programma Bodem, grond- en oppervlaktewater. Uit de ILT-brede risicoanalyse (IBRA) blijkt dat de kans op schade aan de bodem groot is. Het gaat bijvoorbeeld om de onjuiste (circulaire) toepassing van afvalstoffen als bouwstoffen. Hierdoor ontstaat een grotere kans op verontreiniging van bodem en oppervlaktewater.

Wat wil de ILT bereiken?

De ILT wil verontreiniging en aantasting van de bodem voorkomen. Daarom treedt zij waar nodig handhavend op. De inspectie ziet erop toe dat bedrijven volgens de regels werken. Zo verbeteren zij de kwaliteit van het beheer en de bescherming van de bodem. De ILT realiseert deze doelen op 3 manieren:

  • Versterken van de ketensamenwerking;
  • Thematisch aanpakken van risico-onderwerpen;
  • Wetgeving vereenvoudigen.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Om maatschappelijk effect te bereiken op het thema bodem, kiest de ILT voor die onderwerpen waarover zij signalen van haar omgeving heeft gekregen. Met de inzet van dit programma werkte de ILT in 2021 aan:

  • Grondimport;
  • AEC-bodemas;
  • Bodemenergie;
  • Thermisch gereinigde grond;
  • Grondbanken;
  • Omkatten van grond;
  • Ketensamenwerking en een handhavingsbeeld.

Effect

De ILT heeft aan dit onderwerp gewerkt door onder andere inspecties uit te voeren, voorlichting te geven, sectorbijeenkomsten te organiseren, onderzoek en inzet van data-analyse en vernieuwende technieken als aerosensing. Met aerosensing voerde de ILT ‘contactloze inspecties’ uit. Waar normaal gesproken een inspecteur controles met eigen ogen uitvoerde, vliegt er nu een drone met camera. Binnen de risicovolle onderwerpen hebben de eerder genoemde activiteiten gezorgd voor meer inzicht in de markt en meer aandacht voor juiste verwerking en toepassing van bouwstoffen zoals bodemas. Ook is er een betere naleving door bedrijven en zijn er daarom minder risico’s op schade aan het milieu.

Afsluiting

Het programma is in 2021 geëvalueerd en beëindigd. Er is gekeken naar zowel de bereikte resultaten als de organisatie van het programmatisch werken binnen de ILT. De kennis en ervaringen die de ILT heeft opgedaan, neemt zij mee in een nieuw programma met een nieuwe focus. In het nieuwe programma Grond en bouwstoffen verlegt de ILT de focus op bouwstoffen en het wegmengen van verontreiniging in grond.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.8 Programma Juiste verwerking van afvalstoffen

Een heftruck rijdt rond op een afvalsorteerterrein

Waarom werkt de ILT hieraan?

Op een juiste manier verwerken van afvalstoffen beperkt of voorkomt schade voor mens en milieu. Met het programma Juiste verwerking afvalstoffen draagt de ILT bij aan het circulair maken van de economie en het terugdringen van de risico’s van afval.

Waarom werkt de ILT hieraan?

Dit programma heeft 3 doelen:

  • Voorkomen van verspilling van grondstoffen (duurzaamheid);
  • Juiste verwerking van gevaarlijke afvalstoffen (toxiciteit);
  • Voorkomen dat Nederlands afval wordt geëxporteerd en gedumpt in niet-OESO landen. OESO staat voor Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Verbeterde informatiepositie

De ILT verbeterde haar informatiepositie voor de volgende onderwerpen:

  • Kunststoffen;
  • Sloopschepen;
  • Accu’s en batterijen;
  • Biomassa, kwik, BIA/RIA inzamelingsbedrijven;
  • Brandstoffen;
  • End of Life Vehicles;
  • Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur.

In 2021 werden verkenningen gedaan voor de volgende onderwerpen:

  • Biomassa (hout en olie- en vetten);
  • Kwik ;
  • Accu’s en batterijen.

Deze onderwerpen worden in 2022 opgenomen in de toezichtactiviteiten van de ILT.

Brandstoffen Afrika

In 2021 publiceerde de ILT een onderzoek dat TNO in opdracht van de inspectie uitvoerde: Petrol Fuel Quality and its effects on the vehicle technology and the environment. TNO onderzocht voor de ILT wat de gevolgen voor mens en milieu zijn van het gebruik van hoogzwavelige-, hoog benzeen- en mangaanhoudende benzine.

Brandstoffen die in Nederland worden geproduceerd voor de Afrikaanse markt bevatten hoge gehaltes van deze stoffen. Ze zijn schadelijk voor de gezondheid van de mens en ze vervuilen het milieu. De ILT vindt deze werkwijze in strijd met de zorgplicht voor stoffen en mengsels uit de Wet milieubeheer (Wm).

In 2021 informeerde de ILT de in Nederland opererende bedrijven over het inzetten van een Beleidsregel in 2022, waarin de gewenste betere kwaliteit van brandstoffen staat. Het doel is milieu- en gezondheidsschade verminderen in de landen waar deze brandstoffen worden gebruikt. In 2022 vinden verdere gesprekken plaats met de betrokken partijen.

End of Life Vehicles

Het heeft geen zin om in een deel van de wereld voertuigen te vervangen door elektrische voertuigen zonder ook na te denken wat er met de oude vervuilende voertuigen gebeurt. Die boodschap werd tijdens de klimaattop in Glasgow in 2021 afgegeven door de Staatssecretaris. Op basis van de bevindingen van de ILT werd gerichte input gegeven voor de herziening van relevante Europese wetgeving. De ILT heeft daarnaast onder andere internationale seminars verzorgd en zorg gedragen voor het opstellen van een toetsingskader voor de rijwaardigheid van auto’s om het onderscheid tussen afval en product te maken. Deze wordt in 2022 uitgerold.

Glas- en kunststof verpakkingen

De ILT stimuleert bedrijven om zo duurzaam mogelijk te werken door zo min mogelijk grondstoffen te gebruiken en afval zoveel mogelijk te beperken. Zo is er ook minder energie nodig om een product te maken en te vervoeren. De ILT is in gesprek met producenten en importeurs van gedistilleerde dranken en wasverzachters om verpakkingen lichter te maken. Producenten en importeurs die niet voldeden aan het Besluit beheer verpakkingen 2014 kregen een last onder dwangsom van de inspectie. Een aantal producenten heeft hun verpakkingen inmiddels aangepast.

Verwerking (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)

De ILT heeft met de omgevingsdiensten, de politie en het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen van Rijkswaterstaat een landelijke analyse uitgevoerd en een taskforce ingesteld. Het doel daarvan was om toezicht te kunnen houden op de keten van inzameling en verwerking. En om regie te kunnen voeren op het toezicht.

In 2021 is een aantal gezamenlijke controles uitgevoerd. Uit analyse van controles over de periode 2018-2021 bleek dat het nalevingspercentage van de inzameling van AEEA steeg en het percentage overtredingen op de Regeling AEEA afnam.

Sloopschepen

Voor vroegtijdige signalering en identificatie van toekomstige sloopschepen heeft de ILT een kunstmatig intelligentiemodel ontwikkeld. Zo heeft de ILT het interventiemoment verlegd van de achterkant naar de voorkant van het proces.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.9 Programma Schoon schip

ILT-inspecteur loopt over een stijger en kijkt naar de binnenvaartschepen

Waarom werkt de ILT hieraan?

De uitstoot van (zee)schepen en lozingen van afval zijn schadelijk voor mens en milieu. De (internationale) regels worden steeds strenger. Dit beperkt verdere vervuiling. Het programma Schoon schip richt zich op het naleven van die regels. Het gaat daarbij vooral om deze schade:

  • Schadelijke uitstoot van zeeschepen. Denk aan SOₓ (zwavel), CO₂ (koolstofdioxide), NOₓ (stikstofdioxide) en PM (fijn stof);
  • Lozingen van deels giftige, vloeibare afvalresten op zee.

Wat wil de ILT bereiken?

Met dit programma wil de ILT de schade door transport met zeeschepen verminderen. Om dat te bereiken heeft dit programma 4 doelen:

  • Minder uitstoot door de scheepvaart;
  • Betere internationale samenwerking op MARPOL-toezicht;
  • In Nederland geleverde scheepsbrandstoffen voldoen aan de wet- en regelgeving;
  • De afgifte van scheepsafval neemt toe.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Voortrekkersrol internationale webconferentie

Het programma Schoon schip organiseerde in 2021 voor de 2e keer een conferentie over de handhaving op zwaveluitstoot van zeeschepen. Ook dit keer namen zo’n 60 deelnemers vanuit de hele wereld deel. Zo geeft Nederland invulling aan de voortrekkersrol om kennis over innovatieve manieren van handhaven wereldwijd uit te wisselen. Als over de hele wereld de handhaving op scheepsuitstoot verbetert, draagt dat bij aan het terugdringen van de schadelijke gevolgen voor mens en milieu.

Internationale samenwerking op MARPOL-toezicht

In navolging van de inzet van drones in 2020 zette de ILT verdere stappen voor de inzet van drones in 2021. Hiermee wil de inspectie in alle havens indicatieve zwavelmetingen uitvoeren. Daarnaast werkte de ILT aan het inzetten van een helidrone. Met deze ‘superdrone’ kunnen verder op zee metingen worden gedaan. Dit is vergelijkbaar met het kustwachtvliegtuig. De European Maritime Safety Agency (EMSA) stelde de helidrone beschikbaar.

Het bleek echter dat de Nederlandse wetgeving de ILT verhindert om de drone in te zetten. Binnen de territoriale wateren van Nederland kan de EMSA drone niet opereren vanaf een schip. Daarom is besloten om de focus te leggen op inspecties naar aanleiding van alerts van uitstoot van andere landen. En om inzet te leveren om ‘high risk areas’ te bepalen voor zeeën in Europa binnen het Bonn Agreement. Dit besluit is teruggekoppeld aan de EMSA.

Zwavelscrubbers

Het maximale zwavelpercentage in bunkerolie is wereldwijd verlaagd naar 0,5%. Hierdoor hebben veel reders en scheepeigenaren hun schepen voorzien van scrubbers. Zo kunnen ze blijven varen op hoog zwavelige bunkerolie die goedkoper is dan laagzwavelige bunkerolie. Daar staat een forse investering voor de aanschaf en installatie van een scrubber tegenover.

Volgens berichten in Shipping Watch wordt inmiddels 29% van het vervoer over zee door scrubberschepen uitgevoerd. Vanwege deze forse toename en omdat de ILT over deze installaties relatief weinig kennis had, is binnen het programma Schoon schip een project opgezet. Met dit project heeft de ILT kennis en kunde verworven waardoor ze de werking van scrubbers efficiënt en doelmatig kan inspecteren.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.10 Nieuwe programma's in 2021

Inspecteur aan het werk achter een laptop

De ILT startte in 2021 met 2 nieuwe programma’s: Vertrouwen en Cybersecurity.

Programma Vertrouwen

Waarom werkt de ILT hieraan?

Voor de overheid is het belangrijk dat de burger vertrouwen in haar heeft. Daarbij zijn er verschillende invalshoeken mogelijk:

  • Het maatschappelijk vertrouwen in instituties;
  • Het maatschappelijk vertrouwen in de ILT;
  • Het vertrouwen van de ILT in instituties en andersom.

De ILT richt zich in eerste instantie op het vertrouwen van de ILT in instituties en andersom. (Wederzijds) vertrouwen tussen de ILT en de instituties op het gebied van leefomgeving en transport zorgt voor effectievere samenwerkings- en toezichtrelaties. Dat draagt mogelijk bij aan het wegnemen of verkleinen van risico's waar de ILT toezicht op houdt.

Wat wil de ILT bereiken?

Doel van het programma is om te ontdekken in hoeverre het concept vertrouwen meerwaarde heeft bij instituties waar de ILT een toezichtrelatie of een samenwerkingsrelatie mee heeft. Is dit het geval? Dan kan dit er mogelijk toe leiden dat het concept breder binnen de ILT kan worden toegepast.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Het programma startte in 2021 en is nog in de beginfase. Een rapport dat inzicht geeft in hoeveel vertrouwen bijdraagt aan samenwerking en toezicht, is klaar. Op basis van dit rapport is de ILT begonnen met het ontwikkelen van verschillende werkwijzen om vertrouwen te meten, vergroten en behouden. Met een pilot met DCMR Milieudienst Rijnmond voor het onderwerp Meldingen Ongewone Voorvallen worden deze werkwijzen in de praktijk uitgeprobeerd.

Programma Cybersecurity

Waarom werkt de ILT hieraan?

Vanuit nationale veiligheid is cybersecurity de manier om schade door een storing, uitval of misbruik van een informatiesysteem of computer te voorkomen. Deze schade kan maatschappij-ontwrichtende gevolgen hebben. Daarbij gaat het vooral om sabotage en spionage door statelijke actoren. Maar er is ook een risico van cyberaanvallen door criminelen die er financieel beter van willen worden. Wanneer zulke aanvallen worden gedaan op aanbieders van essentiële diensten, kan de schade groot zijn.

Aanbieders van Essentiele Diensten (AED’s) zijn aanbieders van een dienst waarvan de voortgang voor de Nederlandse samenleving essentieel is. De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is hierbij de bevoegde autoriteit voor de sectoren vervoer en levering en distributie van drinkwater. De 10 drinkwaterbedrijven zijn AED’s. Ook de volgende organisaties zijn aangewezen als aanbieder van essentiële diensten:

  • De divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam N.V.
  • Royal Schiphol Group N.V.
  • Luchtverkeersleiding Nederland
  • Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC)
  • Aircraft Fuel Supply B.V.
  • Koninklijke Marechaussee
  • Elke luchtvaartmaatschappij met minimaal 25% van het totaal aantal vliegbewegingen op Schiphol in een kalenderjaar.

Wat wil de ILT bereiken?

Dit programma richt zich op het doen van een voorstel op het inrichten van de toezichtstaak van de ILT op 17 AED’s. In de toezichtsvisie houdt de ILT wel rekening met een (flinke) toename van het aantal AED’s.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

In 2021 is er een onderzoek uitgevoerd naar Waternet en naar patch- en kwetsbaarhedenmanagement. Daarnaast is in 2021 gestart met het versterken van de informatiepositie via verkennende inspecties bij 17 Aanbieders van Essentiele Diensten (AED’s). De vragenlijsten die tijdens deze inspecties zijn gebruikt, zijn gebaseerd op relevante normen en kaders die in de cybersecurity vaak gebruikt worden.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

1.11 Verkenningen en overige onderwerpen

Grond- en graafwerkzaamheden langs de oeverkant

In 2021 voerde de ILT op basis van de uitkomsten van de ILT-brede risicoanalyse (IBRA 2021) voor het onderwerp Veilig circulair gebruik van grond en bouwstoffen een verkenning uit. Dit is een noodzakelijke voorfase voor de (eventuele) ontwikkeling van een programma. Bij een verkenning beschrijft de inspectie het maatschappelijke probleem. Ook krijgt de ILT in beeld wat de oorzaken en de veroorzakers van het probleem zijn. Daarnaast brengt de ILT de mogelijkheden om te handelen in kaart.

Veilig circulair gebruik van grond en bouwstoffen

Waarom werkt de ILT hieraan?

De bescherming van bodem en grondwater tegen verontreiniging is voor de ILT belangrijk. Vervuiling van de bodem is vaak onomkeerbaar en kan langdurig grote gevolgen hebben voor mens en milieu. Op basis van de evaluatie van het in 2021 afgesloten programma Bodem, grond- en oppervlaktewater (zie hiervoor) is een verkenning uitgevoerd voor een nieuw programma dat zich focust op het wegmengen van verontreiniging in grond en op bouwstoffen. Het programma is eind 2021 gestart.

Wat wil de ILT bereiken?

De ILT wil de bodem in Nederland zo schoon mogelijk houden, om zo risico’s voor mens en milieu te voorkomen of beperken. Daarom wil de ILT voorkomen dat er verontreiniging vrijkomt in de bodem als gevolg van:

  • Onjuist mengen van verontreinigde grond;
  • Onjuiste gebruik en toepassing van (secundaire) bouwstoffen.

Om dit te bereiken heeft dit programma 2 doelen:

  • Vermindering van het wegmengen van verontreiniging in grond;
  • Vermindering van het vrijkomen van verontreiniging bij gebruik van bouwstoffen.

De ILT ziet een toekomst voor zich waarbij bouwstoffen en grond geen verontreinigingen hebben die bij gebruik of bij toekomstig hergebruik risicovol zijn (voor de bodem). Verontreinigde grond en bouwstoffen worden (volledig) gereinigd en zorgvuldig opgeslagen. Er is voor iedereen transparantie over samenstelling, herkomst en bestemming van bouwstoffen en grond in de hele keten. Onjuist mengen van grond gebeurt zo niet meer en ook gecontroleerd gebruik van bouwstoffen is hierdoor mogelijk, waarbij (lange termijn) risico’s vooraf worden weggenomen.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

De ILT wil met het programma deze doelen bereiken door zich steeds te richten op een risicovolle schakel in de grondketen. En op een risicovolle bouwstof. In het eerste jaar keek de inspectie naar grondbanken en staalslakken.

Om de naleving te verhogen, voerde de ILT sectorbrede inspecties uit om een algemeen beeld van de naleving te krijgen. Zo kon ze goed ingrijpen. Het ging hierbij om 30 inspecties naar grondbanken in de pilotfase. Daarnaast had de inspectie specifieke aandacht voor partijen met risicoverhogende factoren. Er zijn 10 inspecties uitgevoerd bij partijen met een hoger risico. Ook zette de ILT administratieve en financiële kennis in voor datagedreven toezicht. Hiervoor gebruikte zij administratieve gegevens van partijen. Voor bouwstoffen onderzocht de ILT ook welke langetermijnrisico’s er zijn bij toepassingen.

Overige onderwerpen

In het Jaarverslag 2020 meldde de ILT dat zij voor het onderwerp Chemische stoffen (REACH) een apart programma zou ontwikkelen. Deze ontwikkeling startte in 2021 en loopt door tot in 2022.

Ook voerde de ILT een bredere verkenning uit naar haar rol bij het (Europese stelsel van) markttoezicht op producten. Deze verkenning zal in 2022 leiden tot het inrichten van een integrale toezichtstrategie op het markttoezicht op producten.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Hoofdstuk 2: 2021 in vogelvlucht

Snelweg in de schemer

In het vorige hoofdstuk staat welke programma’s de ILT in 2021 uitvoerde om de grootste maatschappelijke risico’s aan te pakken. Daarnaast voert de inspectie een groot aantal wettelijke taken uit op het gebied van toezicht, opsporing en vergunningverlening in transport, infrastructuur, milieu en wonen. Ze komt ook in actie als er incidenten zijn. En de ILT kan onderzoek doen naar de oorzaken van ongevallen.

De ILT voerde in 2021 37.279 inspecties uit (exclusief de Aw). Het grootste deel daarvan is regulier werk. In dit hoofdstuk leest u over een aantal belangrijke en bijzondere gebeurtenissen in 2021. Deze selectie geeft een indruk van het brede werkveld van de ILT. Er wordt verwezen naar nieuwsberichten die op de ILT-website staan. Het toezicht op het gebied van wonen staat apart in het hoofdstuk van de Autoriteit woningcorporaties.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Hoofdstuk 3: Signalen van de ILT

ILT-inspecteur met telefoon

ILT-inspecteurs komen dagelijks risico’s tegen die maatschappelijke schade kunnen veroorzaken. Als er opvallende trends zijn, kan de ILT een signaalrapportage opstellen. Daarmee waarschuwt de ILT voor zaken die mis dreigen te gaan, maar waar niet altijd wetten of regels voor zijn. Dankzij deze rapportages kunnen politiek en beleid beter afwegen of voor bepaalde kwesties nieuwe of andere wet- of regelgeving nodig is.
De ILT biedt de signaalrapporten aan de bewindspersonen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) aan. De rapporten met reactie worden aan de Tweede Kamer aangeboden, zodat zij hier aandacht aan schenken. In 2021 publiceerde de ILT 4 signaalrapportages die in dit hoofdstuk centraal staan.

CE-markering consumentenvuurwerk functioneert niet

Het systeem van CE-markering voor consumentenvuurwerk functioneert in de praktijk niet. Deze markering staat voor de veiligheid en kwaliteit van het product. En moet het logische gevolg zijn van een correct doorlopen conformiteitsbeoordelingsprocedure. Dat is niet het geval, zo bleek uit onderzoek van de ILT. Hierdoor loopt de consument onnodige risico’s bij het afsteken van consumentenvuurwerk met CE-markering. De ILT informeerde de staatssecretaris van het ministerie van IenW hierover via een toezichtsignaal.

Aanleiding voor het onderzoek van de ILT waren de hoge afkeurpercentages van vuurwerk met CE-markering dat wordt aangeboden op de Nederlandse markt. Bij haar jaarlijkse productveiligheidsonderzoek signaleert de inspectie steeds weer dat gemiddeld 75% van het geteste vuurwerk op de Nederlandse markt niet aan de eisen voldoet. Ongeveer een kwart hiervan wordt jaarlijks door de ILT van de markt gehaald vanwege een hoog risico voor de consument.

De ILT constateerde onder andere dat er beter toezicht moet komen op Notified Bodies (NoBo’s). Dit zijn de aangewezen instanties die toezicht houden op de conformiteitbeoordelingsprocedure (CBP). Ook moet er meer samenwerking tussen de Europese markttoezichthouders komen om het toezicht doeltreffender te maken. Het toezicht verschilt nu per land. Door intensiever en de krachten te bundelen, komen de markttoezichthouders sterker te staan. De staatssecretaris heeft op 30 september 2021 het toezichtsignaal aangeboden aan de Tweede Kamer.

Kruisend luchtverkeer op Schiphol

De ILT gaf in het rapport Kruisend Luchtverkeer op Schiphol een aantal signalen af aan de minister van IenW. Deze signalen kunnen bijdragen aan het nóg verder verbeteren van veiligheid van het Nederlandse vliegverkeer. In het rapport staan de resultaten van een onderzoek dat de ILT onder andere heeft gedaan na een aantal incidenten in de afgelopen jaren, waarbij vliegtuigen dicht bij elkaar in de buurt kwamen.

Uit het onderzoek bleek op de eerste plaats dat de procedures die Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) gebruikt voor kruisend vliegverkeer voldoen aan de wereldwijde normen en de Nederlandse wettelijke veiligheidsnorm. Toch viel de ILT een aantal zaken op, die kunnen bijdragen aan het nog veiliger maken van het Nederlandse vliegverkeer:

Bij het bepalen van de wettelijke veiligheidsnorm is geen rekening gehouden met de gevolgen van een ongeval voor bijvoorbeeld de mensen die op en rond Schiphol wonen en werken. Deze ‘externe veiligheid’ zou mee moeten wegen in de evaluatie van de veiligheidsnorm. Ook opvallend is dat er alleen een veiligheidsnorm geldt voor ongevallen. Er is geen veiligheidsnorm voor incidenten. Op incidenten kan de ILT daarom moeilijker handhaven. Een derde signaal ter verbetering: er bestaat zowel internationaal als nationaal geen specifieke wet- en regelgeving voor kruisend luchtverkeer. Ook de ‘Beleidsregels veiligheidsnormen ATC’ (Air Traffic Control) zijn hier niet specifiek voor geschreven.

De staatssecretaris heeft het toezichtsignaal met beleidsreactie op 8 september 2021 aangeboden aan de Tweede Kamer.

Risico’s bij de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen

Boorbedrijven houden bij de aanleg van bodemenergiesystemen onvoldoende rekening met de eisen die daaraan worden gesteld. Hierdoor ontstaan er risico’s voor het milieu. Dat staat in de signaalrapportage ‘Risico’s bij de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen’ van de ILT.

De ILT pleit ervoor dat bedrijven de juiste werkwijzen hanteren. En dat het toezicht beter en intensiever wordt bij de aanleg van bodemenergiesystemen. Boorbedrijven moeten worden verplicht om de locatie en tijd van de boring voor alle toezichthouders (zowel privaat als publiek) inzichtelijk te maken. Hierdoor kan efficiënt toezicht worden gehouden. En kunnen de bedrijven die bewust de regels overtreden beter worden aangepakt. De ILT gaat omgevingsdiensten en gemeenten helpen met kennisoverdracht om het toezicht te verbeteren. Ook blijft de inspectie zelf de aanleg van bodemenergiesystemen steekproefsgewijs in de gaten houden. Dit gebeurt voornamelijk op basis van meldingen van gemeenten en omgevingsdiensten.

Anticiperend handhaven Schiphol

Sinds 2015 worden geluidsoverschrijdingen rond Schiphol gedoogd. Dit zogenaamde ‘anticiperend handhaven’ voert de ILT in opdracht van de toenmalige staatssecretaris uit. In meerdere rechtszaken tot en met 2019 heeft de rechter het gedogen toegestaan, omdat de rechter ervan uitging dat er eind 2019 een gewijzigd Luchthavenverkeerbesluit (LVB) Schiphol zou zijn. Wanneer dit onderwerp weer aan de rechter wordt voorgelegd, zou deze anders kunnen besluiten. De rechter zou een streep kunnen zetten door het anticiperend handhaven, vanwege de lange duur van het gedogen in combinatie met het ontbreken van concreet zicht op legalisatie.

Taken voor explosieven

De ILT is toezichthouder voor de Wet explosieven voor civiel gebruik (Wecg) en de Wet precursoren voor explosieven (Wpe). De Wpe is in 2021 door JenV en IenW inhoudelijk herzien om de vernieuwde Europese verordening te implementeren.

Het maatschappelijk effect van de taken van de ILT op deze 2 vlakken was in 2021 beperkt. Dit komt allereerst omdat de verantwoordelijkheden en informatie te versnipperd zijn voor deugdelijk toezicht op de Wecg. Ten tweede is er geen financiële dekking voor de toezichttaken en vergunningverlening voor de Wpe.

De ILT heeft beide taken in 2021 geëvalueerd en de beleidsverantwoordelijk DG’s van de ondertekenende ministeries JenV en IenW hier begin 2022 over geïnformeerd.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Hoofdstuk 4: Dienst- en vergunningverlening

ILT-inspecteurs controleren een trein met gevaarlijke stoffen

De ILT werkt aan een optimale dienst- en vergunningverlening. Door middel van vergunningen geeft de ILT toestemming aan bedrijven, objecten en personen om deel te nemen aan economische activiteiten op de werkterreinen van de ILT. Denk hierbij aan het transport van afval en gevaarlijke stoffen. Of aan de toelating van een bepaald type vuurwerk. In een aantal gevallen zijn taken op het gebied van vergunningverlening uitbesteed aan andere organisaties, zoals keuringsinstanties en opleidingsinstituten. Dit zijn de zogenaamde certificerende instellingen. De ILT houdt toezicht op het functioneren van deze instellingen.

Programma Optimaliseren dienst- en vergunningverlening

Waarom werkt de ILT hieraan?

Een optimale dienst- en vergunningverlening is één van de kernwaarden van de ILT. Burgers en bedrijven moeten toegankelijke, begrijpelijke en eenduidige informatie vinden op de website van de ILT. Ook kunnen zij eenvoudig contact leggen met de inspectie. Daarnaast kunnen burgers en organisaties op ieder moment eenvoudig een aanvraag voor een vergunning of een melding doen. En hebben zij hierover inzicht en overzicht. De beoordeling van een vergunning moet effectief zijn én bijdragen aan het verminderen van maatschappelijke risico’s.

Wat wil de ILT bereiken?

Het programma heeft 3 doelen:

  • Vergunningverlening is eenduidig, transparant en kosteneffectief;
  • Het beoordelingsproces van aanvragen meer inrichten op de risico’s;
  • Hogere waardering van de aanvrager voor vergunningverlening.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Hogere waardering van de aanvrager voor vergunningverlening

In 2021 is het webportaal MijnILT verbeterd. Met deze vernieuwing kent MijnILT ook een verbetering op digitale toegankelijkheid. Hiermee kunnen organisaties gemakkelijk en digitaal vergunningen aanvragen en meldingen doen. Naast EVOA en drinkwater kunnen organisaties nu ook de volgende vergunningen digitaal aanvragen:

  • Precursoren;
  • Vuurwerk;
  • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

De webpagina’s voor deze vergunningen zijn geactualiseerd en verbeterd. Voor de machinistenvergunning, Wet explosieven voor civiel gebruik (Wecg) en liability certificaat voor koopvaardij is een verbeterd, digitaal aanvraagformulier beschikbaar.

Eenduidig, transparant, efficiënt en kosteneffectief vergunningsverleningsproces

Bij het opnieuw ontwerpen van de processen rondom vergunningverlening let de ILT zowel op de (kosten)efficiëntie voor de ILT als ook voor de gebruikers. Deze efficiëntie is bij gebruikers vooral merkbaar doordat zij bij grote aantallen aanvragen vooraf ingevulde formulieren kunnen gebruiken.

Het beoordelingsproces van aanvragen meer inrichten op de risico’s

De ILT kijkt bij beoordeling van de aanvraag naar onderdelen en bedrijven die risicovol zijn. Daarom heeft de inspectie betrouwbare, actuele en eenduidige data voor analyse nodig. Met het invoeren van vergunningaanvragen en behandeling in nieuwe systemen wordt dit bereikt. Dit is een eerste stap om deze analyses mogelijk te maken.

Programma Inspectie en certificering

Waarom werkt de ILT hieraan?

De ILT houdt in 35 werkvelden toezicht op conformiteitsbeoordeling en erkenning. Het gaat daarbij om taken die uitgevoerd worden door erkende of aangewezen partijen of die zijn uitbesteed aan private partijen.

Conformiteitsbeoordeling is het proces waarin wordt aangetoond of er is voldaan aan de vastgestelde eisen voor een product, proces, dienst, systeem, persoon of instantie. De maatschappij moet kunnen vertrouwen op een wettelijk certificaat, beoordeling of persoonsregister. Ook wanneer private instellingen of een conformiteitsbeoordelingsinstantie (CBI) deze geven of uitvoeren.

De laatste jaren zijn er vragen ontstaan over de vakkundigheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van conformiteitsbeoordeling. Dat geldt ook voor het samenspel tussen CBI’s en publiek toezicht. Zijn de publieke belangen van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid voldoende geborgd? Waar zijn verbeteringen nodig?

Wat wil de ILT bereiken?

Het stelsel van publiek en privaat toezicht kan alleen bestaan als iedereen in de samenleving er vertrouwen in heeft. Daarom is het belangrijk dat de ILT daarbinnen zichtbaar is en als toezichthouder richting geeft en bijstuurt. Hiervoor is meer inzicht in en grip vereist op de private instellingen die werken in het werkterrein van de ILT en waarmee de ILT een toezichtrelatie heeft. Daarvoor is het volgende nodig:

  • De ILT heeft zicht op het functioneren van het stelsel. Als dat nodig is, grijpt de ILT in of geeft ze een signaal af.
  • Er is goede informatie over hoe het stelsel functioneert. De ILT wil dat er blijvend informatie wordt uitgewisseld, waarbij de CBI’s actief informatie delen met de inspectie.
  • De ILT optimaliseert haar werkwijze, zodat de vergunningverlening en het toezicht op de private partijen van hoog niveau zijn.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan?

Basis op orde

In 2021 bracht de ILT 35 verschillende stelsels van conformiteitsbeoordelingen in beeld. De komende jaren licht de inspectie alle stelsels door en maakt zij afspraken over structurele informatie-uitwisseling. Hierdoor heeft de ILT een goed beeld van de grootte van de potentiële risico’s.

Regievoering

In 2021 gaven de ILT en de Raad voor Accreditatie invulling aan een informatieprotocol dat eind 2020 werd afgesloten. Door het delen van informatie zien zij potentiële risico’s sneller.

In de DOE-coalitiecertificering van de Inspectieraad werken de ILT, de Nederlandse Arbeidsinspectie, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) samen. Dit doen zij om zicht en grip te krijgen op het samenspel tussen private certificering en publiek toezicht in een aantal risicovolle stelsels. Doel is om van elkaar te leren door werkmethoden te delen en te bekijken of er gezamenlijke knelpunten zijn. Het samen optrekken versterkt en ondersteunt veranderingen binnen individuele inspecties. De ILT heeft hierin een leidende rol.

Vergunningverlening en het toezicht op private partijen en stelsels

Naast het inventariseren van de 35 stelsels ging de ILT in 2021 een verbetertraject in met een grote organisatie: KIWA. Deze organisatie is binnen meerdere stelsels actief. Als onderdeel van dit verbetertraject voerde de ILT audits uit. Hierbij keek de ILT hoe de rollen, taken en verantwoordelijkheden zijn belegd. En hoe informatie gedeeld kan worden. Bij de audit keek de ILT ook of andere toezichtvormen ingezet kunnen worden, zoals besturingstoezicht.

Er is een sterke relatie met het programma Vertrouwen. Daar onderzoekt de ILT hoe het wederzijds vertrouwen tussen de ILT en de instituties waar ze toezicht op houdt versterkt kan worden. Daarnaast is er afstemming met het programma Optimaliseren dienst- en vergunningverlening over bulkvergunningen die bij externe partijen zijn ondergebracht.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Hoofdstuk 5: Autoriteit woningcorporaties

Voetballende kinderen naast een flat

De Autoriteit woningcorporaties (Aw) houdt namens de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (voorheen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) toezicht op de woningcorporaties. De Aw is onderdeel van de ILT. In dit hoofdstuk leest u de belangrijkste resultaten van de Aw in 2021.

Wat doet de Aw?

De Aw ziet erop toe dat de maatschappelijke middelen van woningcorporaties worden ingezet in het belang van de volkshuisvesting. Ook in 2021 bestond het dagelijkse werk van de Aw uit:

  • Het continu toezien bij corporaties op basis van bureauonderzoek, signalen en onderzoekende gesprekken. Als het nodig is, grijpt de Aw in;
  • Het behandelen van aanvragen. Deze lopen uiteen van relatief eenvoudige procedures tot gecompliceerde aanvragen met grote maatschappelijke gevolgen;
  • Het verwerken van data tot informatie voor de verschillende producten van de Aw.

Ontwikkelingen 2021

Uitwerking Woningwet in beleidsregels

Waarom doet de Aw dit?

De Woningwet is in 2015 ingevoerd en in 2018 geëvalueerd. De evaluatie is tot stand gekomen op basis van verschillende onafhankelijke onderzoeken die in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zijn uitgevoerd. Bij de evaluatie is gekeken naar de doeltreffendheid en de effecten van de genomen maatregelen. Door deze evaluatie zijn een aantal wijzigingen voor de verbetering van de werking, uitvoerbaarheid en toekomstbestendigheid opgenomen in de vernieuwde Woningwet. Deze geldt sinds 1 januari 2022.

Onder andere door minder gedetailleerde regels en vervanging van regels door algemene principes stelt de vernieuwde wet een ander doel centraal: van werken op basis van regels naar werken op basis van principes. Door het meer open karakter van de norm hebben corporaties meer handelingsruimte. Tegelijkertijd geeft het de Aw ruimte om in concrete situaties lokale volkshuisvestelijke of andere bijzondere omstandigheden te betrekken in de afweging. Daarnaast geeft het mogelijkheden voor meer risicogericht toezicht en minder administratieve lasten voor de corporaties. Corporaties spelen een belangrijke rol in het aanbieden van betaalbare huurwoningen voor huishoudens met een lager inkomen. Ook dragen corporaties bij aan prettig leefbare wijken daar waar hun woningen staan.

Wat heeft de Aw bereikt?

Voor zorgvuldigheid, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en transparantie zijn beleidsregels wenselijk. Eind 2021 publiceerde de Aw daarom beleidsregels. Deze beschrijven en verduidelijken hoe de Aw gebruikmaakt van de wettelijke bevoegdheden en ruimte. De beleidsregels hebben betrekking op verbindingen, toets geschiktheid en betrouwbaarheid, onverenigbaarheden, verkoopregels, bedrijfsonroerendgoed en fusies.

Hoe heeft de Aw dit bereikt?

Om tot beleidsregels te komen, voerde de Aw in 2021 een aantal activiteiten uit, waaronder participatiesessies met stakeholders uit de corporatiesector en een open consultatie. De (concept) beleidsegels zijn aan het ministerie van BZK voorgelegd voor een beleidstoets. Hieruit blijkt dat de beleidsregels in overeenstemming zijn met het doel van de bepalingen uit de Woningwet en onderliggende regelgeving.

Informatie centraal en risicogericht

Waarom doet de Aw dit?

Informatie centraal

Corporaties leveren jaarlijks prognose- en verantwoordingsinformatie aan Aw, Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), ministerie van BZK en brancheorganisatie Aedes. Om de kwaliteit van de informatie te verbeteren, hebben partijen een convenant gesloten. En om een efficiënte uitwisseling van informatie te garanderen, werken partijen samen in SBR-wonen.
SBR-wonen (SBR = standard business reporting) is een samenwerkingsverband van Aw, Waarborgfonds Sociale Woningbouw, BZK en Aedes. Binnen dit samenwerkingsverband zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van de kwaliteit van gegevens en het makkelijker uitwisselen van deze gegevens tussen corporaties en de betrokkenen.

Risicogericht

Het onderzoek op basis van het gezamenlijk beoordelingskader (GBK) Aw–WSW wordt risicogericht uitgevoerd. Op basis van kwantitatieve en kwalitatieve beoordelingscriteria, signalen en een dashboard voert de Aw in het inspectieproces een onderzoek uit. In situaties waar zij mogelijke risico’s constateert, intensiveert de Aw het onderzoek.

Wat heeft de Aw bereikt?

Informatie centraal

In 2021 is de website van de Aw herzien en opnieuw ingericht. Daarnaast ontwikkelde de Aw een dashboard voor externe partijen met informatie over de beleidswaarde, realisatie van activiteiten, duurzaamheid en financiële continuïteit van individuele corporaties. Het dashboard biedt ook mogelijkheden om corporaties onderling te vergelijken.

Risicogericht

De Aw werkt risicogericht. Dit komt tot uiting in de diepgang en focus van de onderzoeken. Ook de prioritering en planning van de onderzoeken is risicogericht. Afhankelijk van geconstateerde risico’s kan de periode tussen de onderzoeken korter of langer dan een jaar zijn.

Hoe heeft de Aw dit bereikt?

Informatie centraal

Het verbeteren van de datakwaliteit heeft permanente aandacht. Samen met Aedes en WSW ondersteunt de Aw diverse data-op-orde projecten. In deze projecten ligt de focus niet alleen op de data, maar ook op de combinatie van mensen, regels en procedures van het formele databeheer.

Programma governance

Eind 2018 is de Aw gestart met het programma governance. De eerste 2 jaar stonden in het teken van een Aw-brede opleiding governance, gedrag en cultuur en onderzoek naar een ontwikkeling van een aangepaste methode. Vanaf 2021 lag de focus meer op de werkzaamheden binnen de afdeling Toezicht.

Binnen het programma governance staat de governancebenadering van het toezicht centraal. Dit betekent dat de Aw het gesprek voert met corporaties over de besturing van de organisatie. Daarbij gaat het om de kwaliteit van systemen en de eigen verantwoordelijkheid van bestuur en Raad van Commissarissen (RvC) daarin. Het toezicht richt zich op de risico’s in de governance van beheer én beleid bij een specifieke corporatie. Inspecteurs sluiten in de gesprekken met corporaties aan op de risico’s die binnen de organisatie en de externe omgeving worden ervaren.

Waarom doet de Aw dit?

Met het toezicht op governance wil de Aw nieuwe problemen rond integriteit, weglek van maatschappelijk vermogen en inefficiënte inzet van middelen voorkomen. Daarnaast helpt de governancebenadering om corporaties een spiegel voor te houden op de onderbouwing en verantwoording van hun beleidskeuzes met betrekking tot beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit. Hiermee draagt de Aw bij aan het optimaal functioneren van het systeem.

Wat heeft de Aw bereikt?

In samenwerking met een aantal partijen uit de wetenschap is onderzoek gedaan naar de interne verhouding binnen de Raad van Commissarissen (rapport en symposium Kracht en Tegenkracht1) en naar de verhouding intern toezicht - extern toezicht2. Er is een ILT-brede methodiek ontwikkeld voor besturings- en governancetoezicht, het ‘Wiel-model’. Ook leidde deze samenwerking tot een 5 stappenmodel voor het effectief uitvoeren van governanceonderzoeken.
Het GBK is op het onderdeel governance aangepast en sluit zo aan bij het ‘Wiel-model’. Ook worden de onderwerpen gedrag en cultuur, volkshuisvestelijk belang en de controlefunctie toegevoegd. Verder wordt het bestaande onderwerp integriteit in het GBK verder uitgewerkt.

Hoe heeft de Aw dit bereikt?

Door intensief samen te werken met interne en externe partners heeft de Aw dit bereikt. Vanwege de coronamaatregelen heeft het programma vertraging opgelopen.

Marilieke Engbers, VU Amsterdam, 2019

2 Promotieonderzoek J. Prömpeler, Rijksuniversiteit Groningen

Volkshuisvestelijk belang in het toezicht op governance

In 2016 gaf de Aw in de notitie Contouren van toezicht al aan dat zij risicogericht toetst of corporaties handelen in het volkshuisvestelijk belang. Corporaties staan voor een aanzienlijke maatschappelijke opgave. Bij het toezicht op governance kijkt de Aw daarom naar het risico dat de publieke (volkshuisvestelijke) opdracht van de corporatie onvoldoende wordt meegewogen in beleid en beheer. Het gaat om hoe de corporatie in de governance de maatschappelijke opgave van beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit formuleert, onderbouwt en verantwoordt.

Een goed functionerende governance helpt corporaties bij het bereiken van hun maatschappelijke opgave. En draagt bij aan het voorkomen van problemen op de andere terreinen. Zoals het zorgvuldig beheer van het maatschappelijk gebonden vermogen, de financiële continuïteit, rechtmatigheid en integriteit.

Waarom doet de Aw dit?

De maatschappelijke opgave van corporaties is het bieden van betaalbare en kwalitatief goede huurwoningen voor huishoudens met een lager inkomen. En het bijdragen aan prettig leefbare wijken. Deze opgave moet de Aw daarom terugzien in het beleid en beheer van een corporatie.

Goede governance vereist dat corporaties in beleid en beheer voldoende continuïteit nastreven. Zo worden deze opgaven ook op de langere termijn daadwerkelijk gerealiseerd, rekening houdend met de beschikbare middelen. De Aw onderzoekt of het beleid van een corporatie logisch en uitlegbaar is gezien de volkshuisvestelijke opgave van een corporatie. Daarbij vindt de Aw het belangrijk dat bestuur en het intern toezicht van de corporatie de volkshuisvestelijke keuzes en het wel of niet inzetten van middelen voldoende onderbouwt en weegt.

Wat wil de Aw bereiken?

De Aw wil dat corporaties de gemaakte volkshuisvestelijke keuzes verantwoorden en op een logische manier vastleggen in hun beleid en beheer. Daarbij kijkt de Aw niet naar het niveau van afspraken over de individuele prestaties. Dat is aan de lokale driehoek van corporatie, gemeente en huurders. Het gaat er om dat corporaties binnen de lokale context een goed onderbouwde invulling geven aan hun maatschappelijke opdracht, waarbij ook sprake is van een verantwoord financieel beheer.

Hoe wil de Aw dit bereiken?

Corporaties staan voor een grote maatschappelijke opgave. Daarom neemt de Aw het risico op het onvoldoende meewegen van het volkshuisvestelijk belang in 2022 expliciet mee in de governance benadering van het toezicht. Hiervoor zijn in de afgelopen 2 jaar voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd. Vertrekpunt in het onderzoek naar het meewegen van het volkshuisvestelijk belang door een corporatie zijn onder andere de uitkomsten van de visitatie en de beoordeling van het bedrijfsmodel door WSW. Blijkt hieruit dat de volkshuisvestelijke opdracht van de corporatie onvoldoende wordt meegewogen? Dan gaat de Aw hier intensiever toezicht op houden. Dit doet de Aw door de corporatie te stimuleren het beleid en beheer op dit onderdeel beter te formuleren, wegen, onderbouwen en verantwoorden.

Ook in 2021

Themaonderzoeken

In 2021 publiceerde de Aw 2 themaonderzoeken. Het rapport Realisatiekracht nieuwbouw woningcorporaties stelt vast dat de oorzaken van de achterblijvende bouwproductie ten opzichte van de ramingen zowel in de plan- als bouwfase liggen. Het rapport Risico’s bij woningtoewijzing brengt de kwetsbaarheden in woningtoewijzing in beeld en geeft tegelijkertijd adviezen om de kans op misstanden te beperken.

Woningcorporaties kregen tijdelijk meer ruimte om een woning aan te bieden aan mensen die door de overstromingen in Limburg niet in hun woning terecht konden. De Aw stelde de corporaties met woningaanbod rondom de overstroomde gebieden in Limburg in staat om samen met andere partijen een bijdrage te leveren aan het bieden van onderdak voor gedupeerden.

De afgelopen 5 jaar kreeg de Aw van het ministerie van BZK 4 aanwijzingen en 1 verzoek tot aanpassing van de handhaving bij huurverlagingen in verband met corona. 3 van de BZK-aanwijzingen zijn in 2020 binnen een half jaar afgegeven. De Aw gaf in deze gevallen de voorkeur aan aanpassing van de wet. Dit staat in een toezichtsignaal van de Aw aan de minister van BZK dat aan de Tweede Kamer is gestuurd. Daarin wees de Aw ook op de verruiming van mogelijkheden om te investeren in duurdere woningen en ander vastgoed. Dat zet de deur op een kier om weer risico’s te nemen die negatief kunnen uitpakken voor de eigenlijke taak van woningcorporaties: het zorgen voor betaalbare woningen voor sociale huisvesting. 

Staat van de corporatiesector

Jaarlijks publiceert de Aw de Staat van de corporatiesector waarmee zij de Tweede Kamer en belanghebbenden informeert over ontwikkelingen in de sector.

Op 14 februari 2022 bood de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) de Staat van de corporatiesector 2021 aan aan de Tweede Kamer. De boodschap: er zijn te weinig woningen in Nederland. Ook de sociale huurwoningmarkt is vastgelopen. Voor mensen met lage inkomens komen steeds minder woningen beschikbaar, waardoor wachttijden oplopen. Woningcorporaties willen wel graag nieuwe, betaalbare woningen realiseren, maar kunnen dit onvoldoende. Om hier verandering in te brengen, is samenwerking noodzakelijk. Dit vraagt bijvoorbeeld meer voortvarendheid van gemeenten om de lokale prestatieafspraken over nieuwbouw te helpen uit te voeren.

Nieuw managementteam

In 2021 trad de directeur Aw terug vanwege een nieuwe functie. De nieuwe directeur is in september gestart. Eind 2021 stonden de vacatures open voor de functies afdelingshoofd Informatie en programmeren en afdelingshoofd Toezicht en teamleider Toezicht.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Hoofdstuk 6: Nieuwe en gewijzigde taken

Een vliegtuig vliegt in de lucht vlakbij Schiphol

Wordt er nieuwe wet- en regelgeving opgesteld of zijn er kleine of grote wijzigingen? Als het gaat om het werkterrein van de ILT, dan stelt de inspectie op verzoek van het verantwoordelijk ministerie een Handhaafbaarheids-, Uitvoerbaarheids- en Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) op. Hierbij kijkt de ILT of nieuwe regelgeving ook leidt tot nieuwe taken of wijziging in bestaande taken. Ook kijkt de inspectie of door de nieuwe of gewijzigde taak extra mensen en middelen nodig zijn.

Wat heeft de ILT in 2021 gedaan ?

In 2021 stelde de ILT 59 HUF-toetsen op. Het grootste deel was voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Daarnaast stelde zij in 2021 ook toetsen op voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

In dit jaarverslag staan een aantal HUF-toetsen met het grootste effect op de ILT omdat het een volledig nieuwe taak is of omdat de wijziging waarschijnlijk een groot effect heeft op een bestaande taak.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Hoofdstuk 7: ILT intern

Inspecteur controleert met een drone een schip op afstand

Werving en scholing medewerkers

In 2020 en 2021 voerde de ILT het programma Merkbaar Meer uit. Doel van dit programma was het aantrekken van 130 nieuwe medewerkers met de extra financiële middelen die de ILT heeft ontvangen. Dit is vanaf 2021 structureel € 15 miljoen per jaar. Op 1 december 2021 zijn deze vacatures vervuld. De nieuwe medewerkers zitten in een Flexpool, waardoor zij flexibel inzetbaar zijn op de verschillende werkvelden van de ILT. Het programma is in 2021 afgerond.

Naast de werving voor de Flexpool ving de ILT het verloop van zo’n 270 medewerkers op. Voor de nieuwe medewerkers is een centraal introductieprogramma ontwikkeld. De Europese toezichthouders in de transportsector stellen hoge eisen aan medewerkers. Hiervoor stelde de ILT een opleidingsplan op.

Veilig werken is een belangrijke opdracht voor ILT-medewerkers. Team Human Resource Management stelde daarom in 2021 de risico-inventarisatie en evaluatie op. Het proces voor het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen is verbeterd door verdere automatisering.

De ILT heeft een grote bijdrage geleverd aan de realisatie van de doelstellingen diversiteit en inclusiviteit. Samen met het programma 1 Loket zijn meer dan 30 medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag gegaan.

Kwaliteitszorg

Kwaliteitsmanagementsysteem

De ILT zette in 2021 verdere stappen voor een ILT-breed kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) dat voldoet aan de ISO-normering. En aan de eisen die internationale organisaties als EASA, EMSA, ERA en ICAO stellen aan zo’n systeem. Eind 2021 waren 18 van de 21 processen beschreven en ingevoerd. Bij elke beschrijving houdt de ILT rekening met de bevindingen uit interne- en externe audits. Ook betrekt de inspectie een groot aantal medewerkers bij deze processen, waardoor het een systeem van en voor medewerkers is.

Audits

Bij de ILT zijn in 2021 een aantal externe en interne audits (oftewel inspecties) uitgevoerd. Dit waren operationele audits, financiële audits en compliance audits. De bevindingen vanuit deze audits zijn opgevolgd en de ILT heeft daarvoor een monitoringssysteem opgezet. De ILT heeft de bevindingen daarnaast in samenhang geanalyseerd en de bijbehorende risico’s in kaart gebracht.

In het kader van de ISO9001-certificering stelde de ILT een Directiebeoordeling op. Dit is een beoordeling van het kwaliteitsmanagementsysteem van de ILT-organisatie door het IG-team. Het IG-team bestaat uit de inspecteur-generaal en 4 directeuren. De ILT heeft op het gebied van kwaliteit stappen vooruit gemaakt. Dit blijkt onder meer uit de ISO9001-controleaudits op Luchtvaart en Vlaggenstaat en de invoering van het ILT-brede kwaliteitsmanagementsysteem.

De ILT heeft er zo voor gezorgd dat er aandacht was en is voor continue verbetering. Kwaliteit staat op haar agenda.

Compliance (internationale) verplichtingen

Door het kwaliteitsmanagementsysteem en de uitgevoerde compliance-audits borgt de ILT de naleving van (internationale) verplichtingen, zoals deze met name in de transportdomeinen bestaan.

Datakoers ILT: versterken informatiegestuurd en risicogericht werken

Informatiegestuurd werken ondersteunt de ILT bij de optimale inzet van haar mensen en middelen. Zo bereikt de inspectie maximaal maatschappelijk effect. Informatie uit data geeft inzicht in de werking en resultaten van de ILT. Het geeft managers, inspecteurs en vergunningverleners steeds meer nieuwe mogelijkheden om over het eigen domein heen te kijken. Informatiegestuurd werken zorgt er ook voor dat de ILT in een dynamische omgeving continu haar eigen werking kan verbeteren. De inspectie kan selectief en effectief handelen en een waardevolle partner zijn van beleid of organisaties in het veld. De datakoers die in 2021 werd opgesteld, geeft de ILT hier handvaten voor.

Zo onderzocht de ILT in 2021 risicogericht consumentenvuurwerk. De inspectie zette hierbij in op die producten waarvan ze de kans op (ernstige) ongelukken of schade het grootst vindt. In totaal onderzocht de ILT 187 partijen vuurwerk. Die waren geselecteerd op basis van resultaten uit het verleden en het type vuurwerk. 9% van dit vuurwerk werd afgekeurd. Dat kwam neer op ruim 100.000 kilogram gevaarlijk vuurwerk dat niet op de markt kwam. Importeurs moesten dat vernietigen. Nadat het landelijk vuurwerkverbod werd ingesteld, zette de ILT in op het fop- en schertsvuurwerk. Dat mag het hele jaar worden verkocht. Hiervan bleek een hoger percentage (tot 34%) niet te voldoen.

Een ander voorbeeld is het toezicht op het veilig vervoer van verpakte gevaarlijke stoffen over zee. De inspecties gebeuren in havens of bij bedrijven die zijn betrokken bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het werk is de afgelopen jaren enorm veranderd. Een aantal jaar geleden bepaalde de inspecteur in de haven wat deze ging inspecteren. Nu maakt de ILT (of de Douane) vaak voordat het schip in de haven is al selecties op basis van databronnen in verschillende systemen. Zo weten betrokken bedrijven vooraf dat hun goederen worden geïnspecteerd. En dat hun vracht nog even moet wachten op verder vervoer vanuit de haven. De winst is dat bedrijven voorbereid zijn: de logistiek wordt minder verstoord. Tegelijk kunnen inspecteurs zich meer focussen op ladingen die een risico kunnen zijn, omdat de gegevens van de lading al bekend zijn.

Innovatie

De ILT zoekt altijd naar innovatieve oplossingen om haar doelen te bereiken. Ze biedt ruimte om te experimenteren. Dat gebeurt binnen de programma’s (bijvoorbeeld met behulp van de inzet van ‘aerosensing’), maar ook binnen het Innovatie- en Datalab (IDlab). Het IDlab gebruikt nieuwe technologie om andere inzichten op een nieuwe manier voor de ILT in te zetten. Zij werkt daarbij intensief samen met universiteiten en kennisinstituten. Het werkveld van het IDlab is breed, want bij het praktisch toepassen van de innovaties komt meer kijken dan techniek alleen. In 2021 werkte het IDlab onder andere aan:

Inzicht in gedrag met data en modellen

  • Ontwikkeling van het ‘inspectiespel’. Dit is een model waarmee de ILT gedragssimulaties van de interactie tussen de ILT en ondertoezichtstaanden kan maken. Zo worden effecten van bijvoorbeeld interventies gemodelleerd om de juiste strategieën te kiezen.
  • Onderzoek van meerjarige patronen in regelovertreding in de binnenvaart. Uit Inspectieview is data gehaald met vergelijkbaar nalevingsgedrag onder ondertoezichtstaanden. Hierdoor ontstonden nieuwe inzichten over mogelijk handelen door de ILT. Inspectieview is een systeem voor meerdere toezichthouders. Hierna leest u meest over Inspectieview.

Verantwoord gebruik van artificial intelligence (AI)

AI voor risicogerichte inspecties

Het IDlab ontwikkelde in 2021 modellen voor overtredingen in binnenvaart en wegtransport. En voor het voorkomen van ‘beaching’ (sloop) van schepen in Zuid-Azië. De ontwikkelfases zijn succesvol afgerond. Ze worden opgevolgd door pilots.

Een selectie uit de overige projecten:

  • Internethandel in kaart. Door met behulp van webscraping en AI geautomatiseerd informatie van internet te verzamelen, kregen inspecteurs een beter beeld van de online handel in bepaalde producten. Bijvoorbeeld de illegale handel in koelgassen.
  • Digitale inspectie van zichtlijnen bij onbewaakte spoorwegovergangen. Proof of concept waarbij aan de hand van 3D omgevingsdata overwegen op afstand worden geïnspecteerd.
  • Detectie afvallozingen op zee. Een model dat op basis van vaarpatronen ‘zeezwaaien’ achterhaalt. Dit is het lozen van waswater met ladingrestanten. Bij dit project werkte het IDlab samen met de Kustwacht.

Inspectieview

Met de rapporten van de Algemene Rekenkamer (januari en juni 2021) en van de commissie van Aartsen (maart 2021) was er veel aandacht voor het delen van gegevens in het domein van vergunningen, toezicht en handhaving (VTH). Daarmee is er ook meer aandacht voor Inspectieview. Dat is een systeem voor toezichthouders dat informeert en signaleert.

De ILT is stelselverantwoordelijke voor Inspectieview. De afgelopen jaren verbeterde de ILT het systeem qua functionaliteit, beheerste zij de kosten en vergrootte zij het aantal aangesloten partijen. Met als resultaat inmiddels meer dan 1.800.000 te raadplegen inspecties en meer dan 500.000 overtredingen. De rapporten maken wel duidelijk dat er op het gebied van datakwaliteit de komende jaren nog veel te doen is.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Bijlage 1: 2021 in cijfers

Een binnenvaartschip met containers wacht in een sluis

Financieel

Lasten in miljoenen euro's 
2021 184,4
2020 175,8
2019 156,9
2018

156,0

Opbrengsten vergunningverlening in miljoenen euro's
2021 7,3
2020 6,8
2019 9,6
2018 9,3

Personeel

Operatie

Dienstverlening

Meldingen
Onderwerp: 2021 2020
EVOA 767.137 745.200
Overig 21.608   23.962
Aantal vragen (exclusief de Autoriteit woningcorporaties)
Jaartal 2021 2020 2019 2018
Aantal

33.784

36.237

37.929

40.466

Autoriteit woningcorporaties

Overig en juridisch

WOB-verzoeken: verzoeken tot openbaarmaking van bepaalde overheidsinformatie
Jaartal 2021 2020
Aantal 76 49
Aantal keer dat er sprake was van bezwaar en beroep maar ook van klachten
Betreft 2021 2020
Bezwaar en beroep 468 521
Klachten 28 56

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Bijlage 2: Rapportages

Een ILT-inspecteur werkt op zijn laptop

De ILT informeert de Tweede Kamer elke 2 maanden over de publicaties op IenW-terrein die op de website van de ILT zijn verschenen. In het onderstaande overzicht vindt u (wettelijk) verplichte rapportages, publicaties op verzoek van een minister en publicaties over inspectieresultaten op eigen initiatief van de ILT. Een speciale categorie is de ‘signaalrapportage’. Dan geeft de ILT een signaal af aan de minister dat met of zonder beleidsreactie aan de Tweede Kamer wordt verstuurd.

Dit artikel hoort bij: Jaarverslag ILT 01

Bijlage 3: Toezicht op bodem (verdieping)

Een vrachtwagen lost een lading grond. Schuin achter de vrachtwagen staat een schovel.

De bodem in Nederland moet veilig en gezond zijn om op te leven. De ILT ziet hierop toe. In 2021 ontwikkelde de inspectie nieuwe technieken om snel te kunnen ingrijpen bij problemen. Zoals een app om schepen te volgen die vervuilde grond vervoeren. Of drones om bedrijven te controleren die grondstoffen en bouwstoffen opslaan. Daarnaast vergen staalslakken en bodemenergie extra aandacht naast alle andere bodemtaken van de ILT.

Hoe de ILT toezicht houdt

Samenwerken tegen schade door staalslakken

Bij de productie van staal ontstaan staalslakken. In Nederland ontstaat per jaar ruim 500.000 ton aan staalslakken. Staalslakken zijn toegestaan als (secundaire) bouwstof voor het funderen van wegen. De aannemer bespaart daarmee kostbaar zand. En wat vroeger afval was, wordt nu hergebruikt. Maar staalslakken worden soms ook op een verkeerde manier gebruikt. Dit zorgt voor schade aan het milieu. Planten en dieren worden ziek of gaan dood door de hoge zuurgraad (pH) van staalslakken.

De ILT, gemeenten en omgevingsdiensten moeten daarom zorgen dat bedrijven zich houden aan de regels voor bouwstoffen. De ILT kan door het hele land optreden tegen aannemers die de regels overtreden. De inspectie stemt hierover af met de betrokken gemeenten en omgevingsdiensten.

Risico’s door bodemenergie beperken

Steeds meer woningen en bedrijven gebruiken bodemenergie voor hun verwarming. Naar verwachting zal in 2050 tussen de 10 en 30% van de gebouwen in Nederland gebruik maken van een bodemenergiesysteem om te voorzien in de warmtevraag.

Ongeveer 60% van ons drinkwater komt uit grondwater. De aanleg en ingebruikname van bodemenergiesystemen brengt kleine risico’s met zich mee voor de grondwaterkwaliteit. Maar door de verwachte toename van het aantal systemen is het wel belangrijk om deze risico’s in de gaten te houden. Risico’s ontstaan bijvoorbeeld bij het doorboren van bodemlagen die niet goed worden afgedicht. Ook kan lekkage vanuit het bodemenergiesysteem het grondwater verontreinigen. Dan is extra zuivering van het water nodig. De aanleg van bodemenergiesystemen moet dus zorgvuldig gebeuren.

De ILT heeft in 2021 een signaalrapportage uitgebracht over haar toezicht op bodemenergiesystemen. Ze constateert dat er positieve ontwikkelingen zijn. Maar de ILT zag ook overtredingen waarbij risico’s voor de bodem kunnen ontstaan. Het ging onder meer om:

  • Het fout vullen van boorgaten;
  • Het gebruik van milieugevaarlijke stoffen bij boren: zoals smeermiddelen bij het verbinden van boorstangen;
  • Onvoldoende inzicht in de kwaliteit van de bodem: schone bodemlagen worden bijvoorbeeld aangetast door werkzaamheden op verontreinigde locaties.

Meldingen Toezichtloket Bodem

Lokale toezichthouders, bedrijven en burgers kunnen mogelijke overtredingen van de regels voor de bodem of bouwstoffen melden bij het Toezichtloket Bodem van de ILT.

In 2021 ontving het Toezichtloket Bodem ongeveer 340 meldingen. 85 meldingen kregen een vervolginspectie. De ILT heeft 59 keer geïntervenieerd. Het merendeel van de meldingen betrof de uitvoering van een sanering van de (water)bodem, monsterneming bij partijkeuringen, het samenvoegen en bewerken van grond of baggerspecie en het mechanisch boren en/of bodemenergiesystemen.

Vernieuwingen in het toezicht

App volgt schepen met grond

Voormalige zandwinputten langs rivieren mogen voor een deel worden gevuld met licht verontreinigde grond. Bedrijven importen hiervoor soms grond uit het buitenland. In zo’n geval moet het bedrijf een vergunning aanvragen bij de ILT. De inspectie controleert of bedrijven zich houden aan de regels van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) en de Kwaliteitsborging Bodembeheer (Kwalibo).

Nieuwe aanpak

Uit inspecties van de ILT blijkt dat geïmporteerde grond niet altijd voldoet aan de kwaliteitseisen. Ook ontstaat er soms maatschappelijke onrust. Bijvoorbeeld wanneer mensen in plassen afval zien drijven na het storten van vervuilde grond. Deze signalen leidden in 2019 tot Kamervragen. De ILT ontwikkelde daarom een nieuwe aanpak voor de controles van buitenlandse schepen met grond: een app om de herkomst en bestemming van schepen met grond te volgen.

Controle op afstand

De app werkt op basis van een automatisch identificatiesysteem (AIS). Hiermee sturen schepen elke 5 minuten informatie over onder andere hun locatie en identificatienummer. Zo kan de ILT van ieder schip de route zien. Ook kunnen inspecteurs op afstand controleren of schepen een EVOA-vergunning hebben. Dit maakt het makkelijker om te beslissen wanneer en waar fysieke inspecties nodig zijn. De inspectie wil de app in de toekomst ook gebruiken voor andere controles van schepen.

AVG-proof

De gegevens worden gebruikt als volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de risico’s aanvaardbaar klein zijn. Het zogeheten data protection impact assessment (DPIA) onderzoekt privacyrisico's in de app. De ILT neemt maatregelen om deze risico's te verkleinen.

Drones controleren grondbanken en tijdelijke opslag van grond

De ILT controleert ook grondbanken. Dat zijn bedrijven die tijdelijk grondstoffen en bouwstoffen opslaan. De inspectie bekijkt onder meer welke stoffen een grondbank opslaat. Daarvoor gebruikt de ILT drones. Met foto’s en een 3D-model wordt informatie vastgelegd, terwijl een inspecteur live meekijkt. Die controleert bijvoorbeeld of stoffen goed van elkaar zijn gescheiden.

Door dezelfde grondbank later opnieuw te bezoeken, worden de verplaatsingen van stoffen in beeld gebracht. Dit doet het Aerosensing-team van de ILT bijvoorbeeld op locaties langs de afsluitdijk. Binnen 20 minuten is de nieuwe locatie in kaart. Bij een volgend bezoek gebruikt de drone hetzelfde vliegplan.