7. Balsemingsmiddelen
De ILT signaleert dat er geen balsemingsvloeistoffen zijn toegelaten tot de Nederlandse markt. Dat betekent dat de middelen die hiervoor in Nederland gebruikt worden, illegaal zijn verkocht en gebruikt. Dat wil zeggen zonder beoordeling van de risico’s voor mens en milieu.
8. Gebruik van biociden in vliegtuigen
De ILT signaleert dat meerdere landen vliegtuigmaatschappijen verplichten bij aankomst op hun grondgebied in de cabines biociden te spuiten die in Nederland niet toegelaten zijn. De risico’s voor mens en milieu zijn echter niet bekend.
9. Bio Heating Oil en de REACH-verordening
De Europese REACH-verordening over chemische stoffen bevat de verplichting om voor gevaarlijke stoffen een blootstellingsbeoordeling op te stellen. Hierbij wordt bepaald welke risico’s er gepaard gaan met alle fases van de levenscyclus van de stof, dus ook de verbranding van de stof. De ILT signaleert dat zo’n beoordeling niet hoeft te worden opgesteld voor stoffen die niet als gevaarlijk zijn bestempeld, maar waarvan de verbranding wel leidt tot gevaarlijke emissies. Dit doet niets af aan het feit dat er voor emissies van verbrandingsinrichtingen Europese regels gelden.
10. Europese Kwikverordening
De ILT signaleert dat de aanpassing van de Nederlandse regelgeving aan de nieuwe Europese Kwikverordening vertraging oploopt en niet afgerond zal zijn per 1 januari 2018. Maar op die datum treedt de Europese verordening wel in werking. Inmiddels is het Besluit op 31 jan 2019 in de Staatscourant gepubliceerd.
11. Juridische borging van eisen aan het buiten gebruik stellen van grondwaterbronnen
De ILT signaleert dat het verbod om zonder erkenning filters in de bodem af te dichten juridisch niet goed geregeld is. De ILT kan als gevolg daarvan hierop niet handhaven.
12. Ontoereikende emissietoetswaarden voor thermische gereinigde grond
De ILT signaleert dat een partij thermisch gereinigde grond die bij keuring voldeed aan de wettelijke emissietoetswaarden voor zware metalen na toepassing in een dijk toch heeft geleid tot overschrijding van de maximale emissiewaarden voor zware metalen op het grondwater. Dit zou kunnen betekenen dat de wettelijke emissietoetswaarden voor zware metalen in thermisch gereinigde grond niet voldoen.
13. Stagnerende afzetmarkt thermisch gereinigde grond
De ILT signaleert dat de afzetmarkt voor thermisch gereinigde grond op slot is komen te zitten door ontbrekend vertrouwen bij afnemers als gevolg van eerdere problemen met deze grond. Hierdoor is de opslagcapaciteit van grondreinigers volledig gevuld met voorraden en kan er minder nieuwe vervuilde grond worden aangenomen en gereinigd. Dit kan problemen opleveren voor de voortgang van bouwprojecten en bodemsaneringen.
14. Registratie afgegeven geneeskundige verklaringen scheepvaart
De ILT bericht dat ze keuringsartsen voor de scheepvaart opdraagt niet langer op de dag van een keuring door te geven aan wie zij een geneeskundige verklaring hebben afgegeven. Dit mag niet meer omdat de meldingsprocedure niet voldoet aan de gewijzigde privacyregelgeving. Gevolg hiervan is dat Nederland niet langer beschikt over een actueel register van geneeskundige verklaringen voor zeevarenden en binnenvaartschippers en dus niet voldoet aan de wet- en regelgeving op het gebied van zee- en binnenvaart.
15. Borging van nationale ruimtelijke belangen
Veel zaken waar de ILT toezicht op houdt vragen om inpassing in ruimtelijke plannen. Voorbeelden zijn Schiphol, zorgplicht primaire waterkeringen, drinkwaterbedrijven en dan meer specifiek de grondwaterbeschermingsgebieden en Mainport Rotterdam. Tussen 2012 en 2018 zijn hierover signalen opgesteld. In 2018 zijn deze signalen gebundeld in ‘De borging van nationale ruimtelijke belangen’. Het beeld is dat de feitelijke inpassing voldoende is.
16. Uitzondering emissie-eisen 76 zeer zorgwekkende stoffen
De ILT signaleert dat bedrijven geen serieuze inzet plegen om tot afschaffing of vermindering te komen van 76 zeer zorgwekkende stoffen. Deze stoffen zijn weliswaar tot 2025 uitgezonderd van de emissie-eisen voor zeer zorgwekkende stoffen, maar er geldt wel een minimalisatieplicht voor deze stoffen. Het negeren daarvan kan leiden tot onbedoelde en onnodig grote uitstoot van deze stoffen tot 2025. Om deze reden wordt de overgangstermijn aangepast.
17. Boetebeleid binnenvaart en evaluatie toezicht binnenvaartwet
Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de ILT onderzoek laten doen naar het boetebeleid in de binnenvaart. De onderzoekers van Panteia en Twijnstra Gudde kwamen tot de conclusie dat het toezicht op de binnenvaart deugt en dat de opgelegde boetes niet te hoog zijn. Een verbeterpunt in het toezicht is dat de handhaving gecoördineerd moet worden vanuit één partij en met een kleiner aantal toezichthoudende organisaties.
Uit de onderzoeken kwam ook naar voren dat een termijn van 2 weken voor het indienen van een zienswijze voor binnenvaartschippers te krap is, omdat ze vaak langer op het schip verblijven. Deze termijn is daarom verlengd naar 4 weken. Verder wil de ILT de hoogte van de boete voor personen verlagen. Als gevolg daarvan valt een boete voor een bedrijf hoger uit dan voor de eigenaar van het schip, zoals nu het geval is. De ILT heeft opdracht gegeven het boetebeleid en het toezicht op de binnenvaart te analyseren.