Vuurwerk
Webshops met gevaarlijk vuurwerk
In 2018 heeft de ILT postpakketten met vuurwerk gecontroleerd. Veel vuurwerk wordt via webshops in andere Europese landen aangeboden en vervolgens via een postpakket naar Nederland verstuurd. Voor de postpakketbedrijven die niet weten wat er in de pakketten zit, is het erg lastig om dit soort pakketten eruit te vissen. Het gaat zowel om consumentenvuurwerk als om zwaar professioneel en illegaal vuurwerk. Dit laatste type vuurwerk brengt extra risico met zich mee.
Met nieuwe technieken en speciaal getrainde speurhonden zijn pakketten met zwaar explosieve lading onderschept. De onderschepte pakketten bleken ook een bron van informatie. Met deze informatie is de IOD samen met de politie Haaglanden verder onderzoek gaan doen. Daaruit bleek dat een van de webshopservers in Nederland staat. Met bevoegdheden van de Officier van Justitie is door digirechercheurs van de IOD en de politie een kopie gemaakt van de server. Dit leverde een schat aan informatie op. De webshop heeft niet alleen Nederlandse klanten, maar ook een groot aantal klanten uit andere Europese landen. De gegevens zijn gedeeld met onder meer de Duitse Zoll Kriminal Amt, de Duitse Douane opsporing. Dankzij de Nederlandse informatie zijn daar circa 1.000 zaken ontdekt waarbij soms partijen met meer dan een ton illegaal vuurwerk in beslag zijn genomen.
Ook het vuurwerk dat via officiële kanalen het land binnenkomt, blijkt niet altijd aan de eisen te voldoen. De ILT constateerde dat maar liefst 28% van het onderzochte consumentenvuurwerk niet aan de veiligheidseisen voldoet. Batterijen (cakeboxen) vormen het grootste risico. Deze batterijen kunnen omvallen met alle risico’s van dien.
Keuringen van vuurwerkpartijen
In 2018 zijn vuurwerkimporteurs gecontroleerd die verantwoordelijk zijn voor het op de markt brengen van consumentenvuurwerk. Voldoet het vuurwerk aan de Nederlandse en Europese eisen? Op basis van eerdere controles, tips en inlichtingen uit binnen- en buitenland heeft de ILT inspecties uitgevoerd. Zo’n 300 partijen zijn dit jaar geselecteerd en getest. Partijen die niet door de test komen, moeten op kosten van de importeur worden vernietigd. Soms kan de importeur het vuurwerk herstellen en is het alsnog geschikt voor de verkoop. De ILT voorkomt met deze controles dat enorme hoeveelheden gevaarlijk vuurwerk in de winkels terechtkomen.
Asbest in make-up
In 2018 heeft de ILT in 5 cosmeticaproducten van één bedrijf asbest aangetroffen, daarnaast heeft de Tsjechische overheid nog in een ander product van dit bedrijf asbest gevonden. Alle 6 producten zijn in opdracht van de ILT van de markt gehaald. Het bedrijf heeft aangegeven dat het bedrijf maatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat asbesthoudende producten nogmaals op de markt worden gebracht.
Naar aanleiding van het aantreffen van asbest in deze cosmetica hebben de ILT en NVWA circa 300 cosmeticaproducten van andere merken op asbest laten testen. Bij 2 producten werd asbest aangetroffen. Deze producten zijn eveneens van de markt gehaald. Hoewel asbest in een aantal cosmeticaproducten is gevonden, blijkt uit onderzoek van het RIVM dat het risico voor de volksgezondheid beperkt is.
Legionellapreventie bij campings in Zeeland
In de zomer van 2018 zijn campings in Zeeland geïnspecteerd op legionellapreventie. Om een selectie te maken welke campings geïnspecteerd moesten worden, is eerst een risicoscan uitgevoerd. Hiervoor zijn alle campings aangeschreven met het verzoek een vragenformulier in te vullen en relevante stukken mee te zenden. Op basis van de ontvangen informatie over de meest risicovolle aandachtspunten bij legionellapreventie is een selectie gemaakt. Dat resulteerde in een inspectie bij circa 20% van de campings. Bij deze selectie en de uitvoering van de inspecties is samengewerkt met het drinkwaterbedrijf Evides. Voor het verzamelen van de feiten bij de inspecties is gebruik gemaakt van de Legionella App. De inspecteur kon ter plaatse de resultaten invullen in de app, waarna zichtbaar werd op de plattegrond dat een inspectie was afgerond. Bij ruim de helft van de onderzochte campings zijn zodanig ernstige overtredingen geconstateerd, dat bestuursrechtelijk opgetreden moest worden.
Legionellapreventie bij zwembaden en sauna’s
In 2018 hield de ILT een proef met het verzamelen en analyseren van detailinformatie bij de controles van ruim 200 zwembaden en sauna’s op legionellapreventie. Uit de nalevingscijfers van 2009 tot en met 2018 blijkt dat deze doelgroep slechter scoort dan andere doelgroepen. Dankzij een intensieve en constructieve samenwerking met de drinkwaterbedrijven is het gelukt om een rapport op te stellen met een opsomming van de meest voorkomende gebreken. De ILT heeft dit rapport besproken met 6 branches en vakverenigingen van technici in de zwembadbranche.
Belangrijk bij de analyse is de vergelijking tussen de prestaties van zwembaden met- en zonder keurmerk. Stichting Keurmerk geeft aan zwembaden die excellent presteren een keurmerk. Jaarlijks krijgen de zwembaden met een keurmerk een audit om te toetsen of de kwaliteit wordt geleverd volgens de norm. Eén van de elementen van het keurmerk is de eis om te voldoen aan wetgeving. Met de branches is afgesproken om de verschillen in onderzoek van de ILT en het keurmerk van de Stichting Keurmerk te vergelijken. Ook zullen de ILT en Stichting Keurmerk samen inspecties en audits gaan uitvoeren.
Aan de hand van de detailanalyse toonde de ILT aan dat zwembaden met een keurmerk slechter scoren op legionellapreventie dan de andere zwembaden. Het gesprek met de branches hierover leverde op dat een ieder in de branche exploitanten van zwembaden stimuleert verbeteringen door te voeren. Een controle na 8 weken door het drinkwaterbedrijf bepaalt of verbeteringen zijn doorgevoerd. Als dat niet is gebeurd, treedt de ILT bestuursrechtelijk op. Dit vond uiteindelijk in nog 36 gevallen plaats.
Chemische risico’s
Bestrijding van ratten
Voor de bestrijding van ratten worden in Nederland veel rodenticiden (gif) gebruikt om risico’s voor de volksgezondheid en economische schade door ratten te voorkomen. Het is van belang dit gif juist en veilig te gebruiken, onder andere om resistentie bij ratten te voorkomen. Het gaat om een erg schadelijke stof die een dier inwendig laat doodbloeden. Als kinderen of andere dieren de lokstof direct of indirect binnen krijgen, heeft dit ernstige gevolgen. Daarom is voor de bestrijding van ratten buiten en rondom bedrijven een zelfreguleringssysteem ontwikkeld.
Vanaf 1 juni 2017 mag rattenbestrijding alleen nog plaatsvinden met de IPM-methode (Integrated Pest Management). Deze regelgeving heeft als doel: juist en veilig gebruik van rodenticiden en het terugdringen ervan. Het inzetten van gif zonder het uitvoeren van weringsmaatregelen en de inzet van klemmen is nu verboden. Toepassers van rodenticiden moeten in het bezit zijn van een persoonlijk vakbekwaamheidsbewijs en – als ze daadwerkelijk gif inzetten – een bedrijfscertificaat ‘IPM Buitengebruik’.
In 2018 bezocht de ILT 56 professionele plaagdierbeheersingsbedrijven en 49 klantlocaties van de opdrachtgevers. De inspecties zijn vooraf per brief aan het bedrijf aangekondigd. De klantlocaties zijn ter plekke bij het plaagdierbeheersingsbedrijf geselecteerd voor een inspectie op locatie. Er zijn nauwelijks overtredingen geconstateerd. De zelfregulering bij de professionele plaagdierbestrijders lijkt dus succesvol. Tevens constateerde de ILT dat het gebruik van rodenticiden is gereduceerd waarbij een aantal plaagdierbestrijders helemaal geen rodenticiden meer gebruikte. De ILT is geen bevoegd gezag als agrariërs op hun eigen bedrijf zelf de ratten bestrijden. Ontvangen signalen hierover bracht de ILT onder de aandacht van de NVWA.
Toezicht op precursoren
Precursoren zijn grondstoffen voor chemische producten. Zij kennen veelvuldig toepassingen in het bedrijfsleven. Ook particulieren benutten ze in het alledaags gebruik. Denk aan waterstofperoxide voor het desinfecteren, (haar)bleekmiddel als schoonmaakmiddel, salpeterzuur als etsvloeistof of aceton als nagellakremover. Problemen gaan zich voordoen als kwaadwillenden hier explosieven van maken.
Volgens de wet is voor de aanschaf van bepaalde precursoren door particulieren een vergunning verplicht. Bedrijven die precursoren kopen, vallen niet onder deze vergunningplicht. Zij zijn verplicht om verdachte transacties, diefstal en verdwijningen van precursoren te melden.
Het algemene beeld van de inspecties is dat de nalevingsbereidheid van bedrijven hoog is. Desondanks kreeg 63% van de bedrijven die onder de werking van de wet vallen het oordeel ‘matig’. Dit betekent dat zij niet volledig voldoen aan alle voorschriften. De bedrijven die slecht scoorden (13%) hebben verbeterpunten meegekregen.
Verder blijkt dat de wijze waarop deze verplichtingen bij de bedrijven worden ingevuld erg verschilt. Een duidelijk effect van de regelgeving is dat winkels alternatieve producten aanbieden of bepaalde producten helemaal uit het assortiment nemen. En dat producenten de samenstelling van de producten aanpassen. Ook blijkt uit de inspecties dat het van belang is om systematisch de winkels te blijven bezoeken om het niveau van waakzaamheid op peil te houden. Het meest belangwekkend is dat uit de contacten met politie en Belastingdienst (samen verantwoordelijk voor het meldpunt) duidelijk wordt dat het systeem van melden van verdachte transacties blijkt te werken.
De ILT heeft het initiatief genomen om een informele werkgroep op te richten van toezichthoudende instanties in de buurlanden. In februari 2018 vond een eerste bijeenkomst plaats waarbij ook een vertegenwoordiger van de Europese Commissie aanwezig was. Het internationale contact leverde onder andere een aantal succesvolle handhavingsacties op. Het leidde ook tot beëindiging van de verkoop en aanpassing van de samenstelling van een aantal vergunningsplichtige producten.
Buisleidingen
De ILT houdt toezicht op de exploitanten van buisleidingen. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen stelt eisen aan de 40 exploitanten die samen 18.000 kilometer buisleidingen beheren, waar onder hoge druk gas, olie en gevaarlijke stoffen door worden vervoerd. Vervoer van stoffen door buisleidingen is een veilige en effectieve transportmethode ten opzichte van vervoer via water, weg of spoor. Het transport kan vrijwel ongestoord plaatsvinden als de buisleidingen van voldoende kwaliteit blijven. Een lekkage kan leiden tot bodem- of waterverontreiniging, brand, explosie of een gifwolk.
De afgelopen jaren werkte de ILT aan het bereiken van een basis naleefniveau door alle buisleidingexploitanten. Dat niveau was begin 2018 bereikt. Naleving van de exploitanten is in het algemeen goed. De ILT gaf in 2018 een paar waarschuwingen, maar er was geen enkel bestuurlijk handhavingstraject nodig. In 2018 zijn inspecties uitgevoerd op 3 specifieke onderwerpen:
- Compliance: alle 21 gecontroleerde exploitanten bevinden zich op het basisniveau. 7 exploitanten stijgen daar bovenuit. In het toezichtplan voor 2019 zullen deze exploitanten minder aandacht krijgen.
- Diepteligging: uit de 6 inspecties naar de diepteligging blijkt dat de aandacht voor de diepteligging en dekking van buisleidingen onvoldoende is. De exploitanten zijn schriftelijk gewezen op hun verantwoordelijkheid. Met de branchevereniging Velin is afgesproken dat er richtlijnen worden ontwikkeld. In 2020 toetst de ILT dit opnieuw.
- Management of Change (MOC): uit 6 inspecties bleek dat de risico-evaluaties bij wijzigingen verbeterd kunnen worden. Er wordt bij wijziging niet altijd een geaccrediteerde instelling betrokken voor goedkeuring. In 2019 zullen de MOC-audits een vervolg krijgen.
Met de brancheorganisatie Velin is regelmatig overleg in de vorm van rondetafelgesprekken. Ook organiseerde de ILT een exploitantendag waar de bevindingen uit het toezicht gedeeld werden. Er is gesproken over verdere verbetering van het veiligheidsbewustzijn.
Toezicht op defensie
De ILT houdt toezicht op de naleving van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op zo’n 140 defensielocaties en een aantal ‘bijzondere’ inrichtingen. Bij Defensie gaat het bijvoorbeeld om: onveilige situaties in legeringsgebouwen waarin militairen overnachten, te weinig aandacht voor milieu en brandveiligheid en overtredingen van de veiligheids- en milieueisen. Als gevolg van herhaalde overtredingen van de veiligheids- en milieueisen heeft de ILT de marine al in 2016 onder verscherpt toezicht gesteld. Sindsdien heeft de marine gewerkt aan het verbeteren van de naleving en het vergroten van de veiligheid. De bereikte resultaten en de voorgenomen maatregelen geven de ILT voldoende vertrouwen dat dit proces adequaat zal worden afgerond. Daarmee is eind 2018 het verscherpt toezicht op de marine opgeheven. In 2019 zal de ILT controleren of de verbetering zich heeft doorgezet.
Risicovolle bedrijven
De ILT is adviseur bij Wabo-vergunningverlening aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland. Het bevoegd gezag is niet verplicht het advies op te volgen. Wel kan de ILT beroep aantekenen tegen de definitieve beschikking als het advies niet wordt opgevolgd. Voordat de ILT dit doet, probeert ze eerst om in goed overleg te komen tot een oplossing. Beroep aantekenen is de laatste optie en gebeurt alleen op zwaarwegende argumenten. Afgelopen jaar heeft de ILT beide methoden toegepast. Hieronder 2 voorbeelden.
- Kunstmestfabriek Yara
Mede door inzet van de ILT beëindigde de provincie Zeeland in 2018 het jarenlange gedogen van de veel te hoge stofemissies van chemieconcern Yara in Sluiskil. De uiteindelijke dreiging van een dwangsom van de provincie bracht het bedrijf op groenere gedachten. Kunstmestproducent Yara in Sluiskil is al jaren in beeld omdat in strijd met de vergunning een stofemissie werd gedoogd: ruim tweemaal hoger dan toegestaan op grond van Europese normen. In november 2017 werd duidelijk dat Yara zich opnieuw niet aan de afspraak zou houden om per 1 januari 2018 de oude vervuilende installatie (priltoren) buiten werking te stellen. Daarop haalden de ILT-inspecteurs alle ter beschikking staande middelen uit de kast om het bevoegd gezag te bewegen om handhavend door te pakken. Yara kreeg opdracht de priltoren uiterlijk 25 juli 2018 te sluiten op straffe van een boete van 1 miljoen euro per week (tot een maximum van € 5 miljoen). Resultaat: sluiting en de nodige aandacht in de media. - Tata Steel
De ILT ging op 30 oktober 2018 in beroep tegen het besluit van de provincie Noord-Holland om staalproducent Tata Steel een vergunning te geven zonder dat het bedrijf aanvullende maatregelen hoeft te nemen voor het terugbrengen van de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) bij het zogenoemde windverhitten naar Europese normen. De provincie heeft in de vergunning maximaal 140 mg/Nm3 aan NOx-uitstoot toegestaan met als argument dat een lager niveau niet kosteneffectief is.
De lucht die in de hoogovens wordt ingeblazen om de productie van ruwijzer te realiseren, wordt vooraf verhit in torens met heet keramisch materiaal. Dat wordt windverhitten genoemd. De torens met keramisch materiaal worden opgestookt met behulp van brandbare gassen. Bij dit opstoken komen stikstofoxiden (NOx) vrij, zoals bij alle vormen van verbranding op hoge temperaturen. De inspectie constateerde dat de door de provincie Noord-Holland toegestane uitstoot bij het windverhitten de Europese normen overschrijdt. Omwonenden en de directe leefomgeving worden hierdoor teveel blootgesteld aan stikstofoxiden. Die stoffen zijn schadelijk voor de luchtwegen van mens en dier en veroorzaken bodemverzuring en -vermesting, wat leidt tot verminderde biodiversiteit in natuurgebieden. Met het beroep tegen de verleende vergunning wil de inspectie ervoor zorgen dat de provincie de vergunningsvoorwaarden in overeenstemming met de Europese regelgeving (100 mg/Nm3) brengt.
Hoogwaterveiligheid
De ILT houdt toezicht op de beoordeling van de primaire waterkeringen, de zorgplicht van de waterkeringbeheerders voor de primaire waterkeringen en de toetsing aan de wettelijke veiligheidsnormen van de regionale keringen die in beheer zijn bij het Rijk (Rijkswaterstaat).
Uiterlijk 2022 moeten de keringbeheerders hun primaire keringen hebben beoordeeld op het voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen. De ILT toetst of de beoordeling is uitgevoerd overeenkomstig het daartoe voorgeschreven instrumentarium. In 2018 heeft de ILT 20 beoordelingen getoetst waarvan de ILT bij 12 beoordelingen heeft ingestemd en 8 beoordelingen nog niet waren afgerond eind 2018. Met de laatste 12 inspecties heeft de ILT in 2018 haar landelijke inspectieronde zorgplicht primaire keringen afgerond. Daarmee zijn alle Waterschappen en RWS bevraagd op de inrichting van hun processen voor de uitvoering van de zorgplicht. De ILT heeft het algemene beeld dat de organisaties ver gevorderd zijn met de inrichting en uitvoering van de plicht. Er zijn nog wel verbeteringen mogelijk en soms noodzakelijk. De besturen van de organisaties onderschrijven deze bevindingen en hebben deze opgevat als extra stimulans voor de verdere verbetering van hun zorgplichttaken.
Drinkwatertarieven
De ILT hield ook toezicht op de doelmatigheid van de drinkwaterbedrijven bij de totstandkoming van de drinkwatertarieven. De drinkwatertarieven moeten op transparante wijze tot stand te komen, non-discriminatoir te zijn en de relevante kosten voor drinkwatertaken te dekken.
Destijds, bij de beoordeling van de totstandkoming van de drinkwatertarieven 2016 was de belangrijkste bevinding dat de transparantie ontoereikend was. Daarbij ging het om de scheiding van kosten voor drinkwater- en niet-drinkwatertaken, de relatie tussen kosten en tarieven, het meten van kostenefficiëntie en het betrekken van de efficiëntieverbetering in de tarieven.
Als gevolg van de geconstateerde tekortkomingen over 2016 heeft de ILT de drinkwaterbedrijven aangegeven over te gaan tot een aanwijzing als zou blijken dat de drinkwaterbedrijven opnieuw niet aan de wettelijke bepalingen voldoen. Vervolgens is 2017 als overgangsjaar benoemd om de bedrijven de kans te geven de nodige aanpassingen te doen. De beoordeling in 2018 heeft laten zien dat alle drinkwaterbedrijven zichtbaar hebben gewerkt om de totstandkoming van de drinkwatertarieven 2018 transparanter te maken. Er is daarom geen aanwijzing gegeven. Dit was onder andere het resultaat van goed overleg tussen de ILT, de Autoriteit Consument en Markt en de drinkwaterbedrijven over de concept-beoordelingen en de daarin nog openstaande punten van kritiek.
Inspecteurs aan het woord
Verwaarloosde olietanks op Bonaire
Als we niets doen, zit het hele eiland zonder stroom.
Inspecteur Instituties
Wat is er in 2018 gebeurd?
“Begin 2018 heeft een groot tankopslagbedrijf op Bonaire op het laatste nippertje een investeringsbudget ontvangen van het moederbedrijf in Venezuela. Dit budget is voor het onderhoud van hun tanks, de leidingen en de steigers. Dat was hard nodig. De olie liep op sommige plekken langs de tankwand, de leidingen waren zwaar verroest en de elektrische installatie was levensgevaarlijk. Begin 2018 stonden we dan ook op het punt om het hele bedrijf stil te leggen. Maar enkele van deze tanks met stookolie zijn cruciaal voor de energiecentrale van Bonaire. Gelukkig kwam er voldoende geld beschikbaar voor het aanpakken van de ergste achterstanden. Het bedrijf is aan de slag gegaan en de grootste risico’s zijn gereduceerd.”
Wat heeft de ILT gedaan?
“We hebben begin 2018 het bedrijf 5 dwangsommen opgelegd en onder verscherpt toezicht gesteld. Door te handhaven hebben we afgedwongen dat het beschikbare geld is ingezet voor de grootste risico’s. De elektrische installatie is aangepakt, de slechtste tanks zijn leeggemaakt en meerdere leidingen zijn vervangen. Daarnaast hebben de 3 betrokken ministeries (Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en Economische Zaken en Klimaat) een taskforce opgericht met als doel: het bouwen van een nieuw tankenpark op Bonaire voor de lokale energievoorziening. Zo is Bonaire niet langer afhankelijk van het tankopslagbedrijf.”
Waarom is dit belangrijk?
“Het gaat allereerst om de bescherming van het milieu en de veiligheid van het personeel dat bij het bedrijf werkt. Maar eigenlijk is dit belangrijk voor het hele eiland. Als we niets doen, zullen die tanks bezwijken. Dan heb je een enorme milieuschade en zit bovendien het hele eiland zonder stroom.”
Hoe reageert de sector?
“Dat is misschien nog wel het meest opmerkelijk. De general manager op Bonaire is heel eerlijk en open. Eigenlijk is hij blij met de druk die wij erop hebben gezet, want die zorgt ervoor dat er investeringsbudget beschikbaar komt. Hij wil natuurlijk ook dat het veilig is op zijn bedrijf. Door de grote achterstanden is er geen discussie over de noodzaak van verbeteringen.”
Wat leer jij hiervan?
“Dat je lang niet altijd zwart/wit kan handhaven. Je zou op basis van de risico’s kunnen concluderen dat dit bedrijf moet worden stilgelegd. Maar dit bedrijf is zo cruciaal voor het eiland, dat je dat gewoon moet meewegen. Ik heb ook geleerd hoe belangrijk het is om helder en open te communiceren. We praten vaak met alle partijen als we op Bonaire zijn. We maken duidelijk wat we gaan doen, wanneer we het gaan doen en waarom we het doen. Daardoor zijn we ondanks de forse handhaving nog steeds welkom.”