Onder de titel ‘Koers ILT 2021’ werkt de inspectie sinds 2016 informatiegestuurd en risicogericht. In goede verbinding met haar omgeving stelt zij prioriteiten in haar werk. Hoe zag dat er in 2018 uit?

Programma’s op grootste risico’s

Veranderen van werkwijze gaat stapsgewijs. De ILT werkte in 2018 verder aan haar risicogerichte aanpak. De eerste meerjarige programma’s gingen van start. De onderwerpen waar de grootste maatschappelijke schade kan ontstaan hebben prioriteit. Ze dragen bij aan de versterking van veiligheid, duurzaamheid, zekerheid en vertrouwen in transport, infrastructuur, milieu en wonen. De geselecteerde risico’s in 2018 kwamen voort uit de Inspectiebrede risicoanalyse (IBRA) die de ILT ontwikkelde in samenwerking met haar omgeving.

Signaleren voor publiek belang

De inspecteurs van de ILT zien vaak als eerste of beleid van een ministerie werkt. De ILT signaleert, onderzoekt en rapporteert. Dat doet ze op eigen initiatief en naar aanleiding van incidenten. Nieuw in 2018 is de veranderde manier van signaleren. De ILT bracht voor het eerst signaalrapportages uit. Deze vragen aandacht aan politiek en beleid voor (potentiele) risico’s waar nog geen, of niet toereikende wetgeving voor bestaat. Of die indirect schade toebrengen aan maatschappij en milieu. Signaalrapportages die in 2018 ook de aandacht van de media trokken waren onder meer African Blends, Zeer zorgwekkende stoffen en de Staat van Schiphol.

ILT-brede risicoanalyse 2018

In 2018 leverde de ILT de tweede versie van de ILT-brede risicoanalyse op. De IBRA 2018 hanteert dezelfde methodiek als in de voorgaande versie. De maatschappelijke schade per jaar komt voor iedere taak zoveel mogelijk in euro’s tot uitdrukking. Ongeveer de helft van de risico’s is scherper in beeld gebracht, bronnen zijn toegevoegd en geactualiseerd. De IBRA is een groeimodel.

Verplichtingen in beeld

Om goede afwegingen te kunnen maken tussen de verschillende werkzaamheden moeten niet alleen de risico’s bekend zijn, maar ook de wettelijke taken die de ILT minimaal moet uitvoeren. In 2018 begon de ILT met het systematisch in kaart brengen van deze verplichtingen. Zo ook met de deelanalyse van kwantificeerbare inspectieverplichtingen (voorgeschreven aantallen inspecties en rapportages). Andere verplichtingen, bijvoorbeeld bij vergunningverlenende taken, zullen later volgen. Zowel de IBRA als het overzicht van verplichtingen vormen de basis voor het Meerjarenplan (MJP) van de ILT. Het MJP maakt deel uit van de begrotingscyclus en bevat de doelstellingen voor de komende jaren.

Nieuwe toezichtprogramma’s

Voor de 6 onderwerpen die volgens de IBRA de grootste maatschappelijke schades veroorzaken, stelde de ILT in 2018 prioritaire toezichtprogramma’s vast. Inzet en capaciteit op deze prioritaire programma’s komt uit de volle breedte van de ILT. Uit de IBRA 2018 kwam de ontwikkeling van nog eens 4 nieuwe programma’s voort. Daarnaast is gestart met een verkenning van de regionale problematiek rond Mainport Rotterdam. De intentie is om het programmatisch werken steeds verder uit te breiden.

Keuzes wat wel en niet

Naast de keuze voor risicogerichte prioriteiten maakte de ILT een begin met het expliciet benoemen van wat ze op basis van haar inzet en capaciteit niet meer doet of kan doen. De keuzes daarvoor zijn gebaseerd op de uitkomsten van de ILT-brede risicoanalyse, de eerste gegevens uit een deelanalyse van kwantificeerbare inspectieverplichtingen en kennis uit de organisatie. Een overzicht volgt in 2019.

Data, informatie en kennis

De ILT maakte in haar werk steeds meer gebruik van interne en externe (data)bronnen. Zij vormen de basis voor onderzoek en analyses, waaronder de IBRA.

Datakwaliteit en uitwisseling

In 2018 verbeterde de ILT de kwaliteit van Interne databronnen. Ook maakte de ILT afspraken met diverse leveranciers over de structurele levering van data. Verder maakte de ILT afspraken met handhavende partijen, zoals de Douane, andere inspectiediensten en Rijkswaterstaat. Voor handhavingspartners bestaat het instrument Inspectieview (informatieplatform gevoed door verschillende toezichthouders). In 2018 ontwikkelde de ILT daarvoor een nieuwe versie. Ook kwamen er afspraken over data-uitwisseling met ondertoezichtstaanden, zoals drinkwaterbedrijven. Daarmee borgt de ILT continuïteit van de aanlevering en wil ze voldoen aan archief-, privacy- en overige informatiebeveiligingseisen, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In 2018 deed de ILT bovendien ervaring op met een andere wijze van data verzamelen. Een voorbeeld is ‘Aerosensing’, waarbij de ILT drones en sensoren inzet.

Informatiesturing

Om nog sterker informatiegestuurd te werken, bundelde de ILT haar analysecapaciteit. Het zorgde voor een brede blik op onderwerpen. Het gebruik van dezelfde tools en bronnen bevordert efficiency. Het vak van analist binnen de ILT wordt verder ontwikkeld. Naast kwantitatieve analyses voerden de analyseafdelingen ook kwalitatief onderzoek uit. Ze baseerden zich daarbij niet alleen op cijfers, maar maakten ook gebruik van bijvoorbeeld textmining en geografische data. De ILT deed onderzoek naar oorzaken van ongewenst gedrag en risico’s. Ze legt verbanden tussen deze indicatoren en andere factoren, actoren en processen. Doel is om nog beter op risico’s en ongewenst gedrag te kunnen anticiperen. In 2018 kwamen verschillende analyseproducten tot stand, zoals de Staat van Schiphol en het Jaarverslag Spoorveiligheid.

Kennisopbouw

Naast ruwe data en informatie vormt kennis een belangrijke bron voor informatiegestuurd werken. Het gaat om kennis van buiten, zoals wetenschappelijke kennis over bijvoorbeeld gedragsbeïnvloeding. Kennis over ontwikkelingen in de buitenwereld is belangrijk voor interne verkenningen. Hiervoor ontwikkelde de ILT in 2018 onder meer de Toekomstnavigator. Dit instrument brengt relevante ontwikkelingen voor de inspectie op middellange termijn in kaart en de gevolgen voor handhaving. Een voorbeeld van kennisopbouw is de uitwisseling tussen inspecteurs van het programma Afval en wetenschappers die werken aan circulaire economie.

Andersom stelde de ILT kennis beschikbaar aan derden. Zij verzorgde in 2018 presentaties op diverse nationale en internationale seminars en conferenties.

Inspecteurs aan het woord

Zeeschepen met smerige brandstof

De bemanning schrikt en baalt hiervan.

Inspecteur Afval

Wat is er in 2018 gebeurd?

“In 2018 hebben voor het eerst 3 zeeschepen een proces-verbaal gekregen omdat het zwavelgehalte in hun brandstof te hoog was. Zeeschepen die het Kanaal binnenvaren, moeten overschakelen van brandstof met een hoog zwavelgehalte naar brandstof met een laag zwavelgehalte. Dat is voor de bemanning een hoop werk, het kost tijd en vraagt ook goede timing. Hoe we de schepen controleren? We maken gebruik van een snuffelpaal die de uitlaatgassen van zeeschepen meet. We huren via de Belgische kustwacht ook een vliegtuigje in dat boven de Noordzee controleert.”

Wat heeft de ILT gedaan?

“In 2018 hebben we circa 400 brandstofmonsters genomen van zeeschepen. We gaan met 2 man het schip op om de controle uit te voeren: een inspecteur en een collega van het meet- en monsternameteam. We nemen een monster van de laatst gebruikte bunkerolie. Vervolgens analyseren we hoe hoog het zwavelgehalte is met de apparatuur die we in onze auto hebben. Als het zwavelgehalte hoger is dan 0,12% laten we een officiële analyse uitvoeren in een laboratorium in Spijkenisse. Daar rijden we meteen naartoe en na pakweg een uur is de definitieve uitslag bekend.”

Waarom is dit belangrijk?

“Zwavel in de lucht is erg ongezond. In de uitlaatgassen van auto’s en binnenvaartschepen wordt geen zwavel meer aangetroffen. De internationale scheepvaart loopt daar nog fors op achter. Op bijvoorbeeld de Noordzee is de regelgeving aangescherpt. Dat heeft effect. We zien nu dat 7% van de gecontroleerde zeeschepen te veel zwavel in de brandstof heeft.”

Hoe reageert de bemanning?

“Ze schrikken en balen ervan. Het heeft grote impact. Ze kunnen niet meer op het schema varen waar ze op zaten en dat kost tijd en geld. Het is vaak lastig om uit te leggen waarom ze in de fout gaan. Ik heb niet de indruk dat ze het bewust doen. Voor een belangrijk deel is het onzorgvuldigheid. Ze beginnen bijvoorbeeld te laat met het omschakelen op laagzwavelige brandstof. Of ze hebben brandstof ingekocht waarvan ze dachten dat het zwavelgehalte in orde was en dat hebben ze niet gecontroleerd.”

Wat leer jij hiervan?

“Dat we in een aantal gevallen goed gebruik kunnen maken van hightechapparatuur zoals de snuffelpaal om mogelijke overtreders op te sporen. Zo kunnen we de schaarse inspectiecapaciteit zo efficiënt mogelijk in zetten.”

Zakelijke vergunningverlening en optimale dienstverlening

Ook bij het verbeteren van het proces van vergunningverlening ging de ILT informatiegestuurd te werk. De ILT betrekt bij dit proces ook aanvragers van vergunningen. Er ontstond onder andere beter zicht op behandeltermijnen en klantcontactmomenten. De insteek is om klantwaarde te verhogen en verspilling eruit. Naast de 6 eerder genoemde programma’s op het gebied van toezicht heeft de ILT hiervoor nog eens 2 programma’s ingericht.