Reflectie van buiten

De Autoriteit woningcorporaties (Aw) ziet erop toe dat woningcorporaties zich concentreren op hun kerntaak: zorgen dat mensen met een laag inkomen goed en betaalbaar kunnen wonen.

De woningcorporaties kennen zelf interne toezichthouders die zich hebben georganiseerd in een belangenvereniging, de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties. In dit interview komen zowel een inspecteur van de Aw als de directeur van de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties aan het woord.

“Bij governance-inspecties staat vertrouwen centraal.”

Inspecteur Autoriteit woningcorperaties

Wat is er in 2018 gebeurd?
“We hebben afgelopen 2 jaar ruim 300 governance-inspecties uitgevoerd bij woningcorporaties. In deze inspecties kijken we naar de kwaliteit van het bestuur en het interne toezicht van woningcorporaties. Dit is redelijk nieuw. Tot nu toe keken we als toezichthouder vooral of een corporatie zich houdt aan de financiële normen en de wettelijke eisen. Het interne toezicht kwam alleen in beeld als er sprake was van een crisis.”

Wat heeft de Autoriteit woningcorporaties gedaan?
“We hebben eerst een toetsingskader ontwikkeld. Vervolgens zijn we gesprekken gaan voeren met de bestuurders en interne toezichthouders van woningcorporaties. Die gesprekken bereiden we goed voor. Eerst lezen we alle stukken: de jaarstukken, accountantsrapporten, de managementletter, de verslagen van de raden van commissarissen, hun zelfevaluaties. Daarna gaan we het gesprek met het bestuur en de raden van commissarissen. Bij governance-inspecties kijk je naar zaken waar je eigenlijk alleen maar een gesprek over kan voeren. Ben je zelfkritisch? Ben je onafhankelijk? Heb je oog voor het belang van stakeholders? Het gaat dus om de kwaliteit van een organisatie: doen zij de goede dingen en doen zij de dingen goed?"

Waarom is dit belangrijk?
“Er is de laatste jaren nogal wat gebeurd in deze sector. Corporaties die zich hebben vertild aan gigantische projecten, fraudezaken. Er is extra regelgeving gekomen, maar uiteindelijk gaat het erom hoe je met die regels omgaat. Governance gaat over cultuur en gedrag. Sommige zaken zijn schadelijk maar wettelijk gezien niet verboden. In governance-gesprekken praat je daarover.”

Hoe reageert de sector?
“Aanvankelijk wantrouwend. Ze krijgen nogal wat over zich heen en dan komen wij ook nog eens langs en willen alle stukken lezen. Niet alles bij een corporatie verloopt goed. Bijvoorbeeld omdat een bouwbedrijf failliet gaat of een medewerker blijkt te frauderen. Als Autoriteit woningcorporaties heb je de neiging om verbeterplannen te eisen en het toezicht te verscherpen als het niet goed gaat. Dat blijft soms ook hard nodig. Maar als uit de stukken en de gesprekken met de corporatie blijkt dat ze zelf in staat zijn zaken die niet goed gaan op te lossen, dan staat in de governance-inspecties vertrouwen centraal. We geven reflectie op hoe het gaat bij een corporatie en stralen uit dat we het vertrouwen hebben dat het goed komt. En dat werkt: daardoor verdwijnt het wantrouwen. Dit vergt overigens veel van ons als inspecteurs. We zijn bezig om onszelf verder te scholen om corporaties op de juiste manier te benaderen.”

Wat leer jij hiervan?
“Dat er andere manieren zijn om gedrag te beïnvloeden. Je hoeft niet altijd regels te gebruiken en keihard te zijn. Met een softe manier kan je ook gedrag beïnvloeden.”

“We doen het toch allemaal voor dezelfde zaak?”

Albert Kerssies, directeur Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties

Wat is er in 2018 gebeurd?
“We hebben 5 regionale bijeenkomsten georganiseerd voor de commissarissen van alle woningcorporaties. Die bijeenkomsten gingen over de governance-inspecties die de Autoriteit woningcorporaties sinds een paar jaar doen. De opzet en inhoud is in nauw overleg met de Autoriteit woningcorporaties tot stand gekomen. We wilden de lessons learned uit deze inspecties delen met onze achterban. De bijeenkomsten vonden plaats in Rotterdam, Amsterdam, Eindhoven, Apeldoorn en Leeuwarden. In totaal hebben 180 commissarissen de bijeenkomsten bijgewoond.”

Wat gebeurde tijdens deze bijeenkomsten?
“Het was heel interactief. Er ontstond een gesprek tussen de medewerkers van de Autoriteit woningcorporaties en de commissarissen. De inspecteurs vertelden over de uitkomsten en de geleerde lessen van de inspecties. Dat de meeste woningcorporaties de zaken intern goed op orde hebben. Vervolgens is er gepraat over verbeterpunten en lastige kwesties. Bijvoorbeeld: hoe en wanneer wend je je als commissaris tot de inspectie en wat is het domein van het interne en externe toezicht?”

Waarom is dit belangrijk?
“Wij vertegenwoordigen de belangen van de toezichthouders, dus voor ons zijn deze bijeenkomsten heel belangrijk. Wij vinden dat commissarissen de lead moeten hebben qua toezicht. Ze zijn allereerst zelf verantwoordelijk voor het toezicht. Daarmee bedoel ik niet dat ze hun eigen gang kunnen gaan. Maar wel dat ze het vertrouwen van de Autoriteit woningcorporaties krijgen dat ze zelf verantwoordelijk zijn. Ik merk aan alles dat de Autoriteit woningcorporaties echt risicogericht toezicht wil gaan houden, vanuit vertrouwen in het interne toezicht. Ik vind het belangrijk dat we elkaar goed weten te vinden en bereid zijn om van elkaar te leren.”

Hoe reagern de toezichthouders?
“Positief. De sfeer was prettig. Er wordt naar elkaar geluisterd. De Autoriteit woningcorporaties is al een tijdje bezig om deze manier van toezichthouden te ontwikkelen. Als we deze bijeenkomst 3 jaar terug hadden georganiseerd, zou er meer kritiek zijn gekomen. Zo van: waar bemoeien jullie je mee? Ik denk dat iedereen nu begrijpt dat we elkaar nodig hebben en dat we het allemaal voor dezelfde zaak doen.”

Wat leer jij hiervan?
“Dat het belangrijk is om met elkaar in gesprek te gaan en te weten wat mensen beweegt. Als je dat weet, kom je samen verder.”