Iedereen moet kunnen vertrouwen op een veilige infrastructuur en op veilig vervoer van personen, goederen en gevaarlijke stoffen.

Voorbeeld: betere informatievoorziening op spooremplacementen

Er is een wettelijke verplichting voor spoorvervoerders en infrastructuurbeheerders om gevaarlijke stoffen te registeren. Deze verplichting leven zij onvoldoende na.

Hierover bestaat ongerustheid in de maatschappij. Dat weegt de ILT mee in de ambitie om het toezicht waar mogelijk te intensiveren en zo een bijdrage te leveren aan de bevordering van  veiligheid voor omwonenden en passerend vervoer.

Beschikbaarheid  van de informatie is van belang voor hulpdiensten in het geval van een incident.

Spoorwegen

Specifiek voor het spoor bereidt het ministerie van IenM zich voor op het Vierde Spoorpakket en de uitrol van ERTMS (European Rail Traffic Management System).

Voorbeeld: implementatie van de kabinetsreactie parlementaire enquête Fyra

Het kabinetsstandpunt over de Fyra-enquête houdt voor het toezicht op het spoor en specifiek voor de toelating van railvoertuigen het volgende in:

a. Verbetering van het vastleggen van de werkprocessen voor toelating, besluitvorming over vergunningverlening en de bedrijfsmatige exploitatie op proef waarbij de inzet voor vergunningverlening wordt bepaald aan de hand van een risicoanalyse. Bij complexe aanvragen wordt het management inhoudelijk betrokken, en er zijn directe contacten tussen vergunningverlening en handhaving voor de uitwisseling van signalen.

b. Het toezien op de veilige uitvoering van het integrale proefbedrijf ten behoeve van de betrouwbaarheid van spoorvoertuigen. De inspectie intensiveert het toezicht op keuringsinstanties, op basis van een risicoanalyse. In het kader van de invoering van het Vierde Spoorpakket (EU) worden de eisen met betrekking tot de onafhankelijkheid van keuringsinstanties aangepast. Vooruitlopend hierop heeft de inspectie haar toetsingskader al aangescherpt om te borgen dat er over de onafhankelijkheid van de keuringsinstanties geen twijfel bestaat.

c. Invoering van reality checks bij vergunningverlening van spoorvoertuigen. In toenemende mate zal de ILT fysieke inspecties uitvoeren tijdens het productieproces in de fabriek en audits uitvoeren op de controles door keuringsinstanties. Bij lopende aanvragen voor toelating van nieuwe spoorvoertuigen wordt hier al gevolg aan gegeven.

Bij het toezicht richt de ILT zich niet alleen op een beoordeling op grond van de wettelijke eisen. Inspecteurs betrekken alle signalen en relevante informatie met een kritische blik en de inspectie zal nadrukkelijk de maatschappelijke en publieke belangen die de wetgeving beoogt te beschermen bij haar beoordeling betrekken.

d. Voorbereiding op de implicaties van het Vierde Spoorwegpakket. Vanaf 2019 worden de afgifte van veiligheidscertificaten en de toelating van spoorvoertuigen die voor internationaal spoorvervoer worden ingezet een taak voor het Europese spoorwegbureau, de ERA. De ERA heeft de intentie om bij de behandeling van aanvragen een beroep te doen op de experts van de nationale inspecties. Daarvoor komt er een samenwerkingsovereenkomst met de ERA.

Wegvervoer

In het bus- en goederenvervoer ziet de ILT toe op de wettelijk bepaalde rij- en rusttijden. Een hulpmiddel daarbij is de tachograaf. Chauffeurs moeten dit apparaat in de auto hebben. Met het voorschrijven van rij- en rusttijden heeft de wetgever beoogd de veiligheid voor passagiers en weggebruikers te bevorderen. Helaas wordt er nog wel eens ‘geknoeid’ met de tachograaf om langer te kunnen doorrijden.

Voorbeeld: manipulatie tachograaf aanpakken

In Europa is sprake van een grote toename van manipulaties van de tachograaf. In Nederland constateert de ILT een minder sterke toename. Relatief eenvoudig ’knoeien’, bijvoorbeeld met magneten, lijkt in Nederland nauwelijks nog voor te komen. Er lijken wel meer ingenieuze vormen van manipulatie in zwang te komen. Om deze vormen van manipulatie tegen te gaan moet de ILT het motormanagement uitlezen en controles uitvoeren bij garages. Dat is arbeidsintensiever dan het toezicht op eenvoudige manipulatie.

De boordcomputer taxi is na een lange ontwikkeltijd operationeel geworden. Daarmee kan de ILT het toezicht op het arbeidstijdenbesluit in deze branche goed invullen.

Cabotage is vervoer van goederen binnen Nederland door buitenlandse vervoerders. Dit is slechts beperkt toegestaan. Illegale cabotage op de weg lijkt vooral voor te komen in het westelijk havengebied van Rotterdam. De inspectie onderzoekt dit nader en kan hier tegen optreden.

Naast cabotage is er veel aandacht voor schijnconstructies die ook binnen de vervoerssector bestaan. In het kader van de aanpak van schijnconstructies werkt de ILT samen met de Inspectie SZW door controle van pakketdiensten en postbusondernemingen.

Luchtvaart

Bij de luchtvaartinspecties zal het accent verschuiven van ‘compliance based’ naar ‘performance based’. Slechts voldoen aan de directe eisen in de regelgeving is dan niet langer voldoende. De onder toezicht staande organisatie of persoon moet  ook in z’n algemeenheid laten zien dat de (vlieg)veiligheid in goede handen is en blijft.

In lijn met de lessen uit het Fyra-debat zal er bij het toezicht op de naleving van de luchtvaartwetgeving nog meer aandacht komen voor het achterliggende (veiligheids)doel.

Een taak van de ILT is het verlenen van erkenningen aan instellingen die piloten medisch keuren. In de luchtvaart moeten passagiers erop kunnen vertrouwen dat de medische keuring van piloten volwaardig en betrouwbaar is.

Scheepvaart

In het scheepvaarttoezicht is het toezicht op een veilig personenvervoer een belangrijk onderwerp. Daarnaast wil de ILT de registerfunctie voor de scheepvaart verder verbeteren.

Voorbeeld: controles kleinere passagiersvaart

Het veiligheidsbewustzijn van bedrijven met (kleinere) passagiersschepen heeft aandacht nodig. Dat blijkt uit inspecties in de afgelopen jaren. In beperkte mate is sprake van volledig ongecertificeerd varen. Minstens even ernstig is het niet-naleven van veiligheidsbepalingen, zoals het ontbreken van voldoende geschikte reddingsvesten of geschikte brandblusapparaten.

Het betreft schepen die vaak maar beperkt in het jaar worden ingezet. De exploitatiekosten zijn mogelijk een reden om noodzakelijke investeringen uit te stellen. Bij incidenteel gebruik speelt nog een extra element, namelijk onvoldoende kennis van de relevante wetgeving.

Samen met handhavingpartners wil de ILT bijdragen aan een veilige sector, door gevaarlijke situaties te voorkomen. Om de veiligheid te bevorderen zet zij ook handhavingcommunicatie in en wijst zij de sector op de noodzaak van de aanwezigheid aan boord van de eerder genoemde  veiligheidsmiddelen. De ILT maakt zich op deze manier hard voor een gelijk economisch speelveld in een segment met forse concurrentie waarin niet-naleven een oneigenlijk voordeel oplevert.