Foto John Gundlach - Flying Holland

Waarom werkt de ILT hieraan?

De uitstoot van (zee)schepen en lozingen van afval zijn schadelijk voor mens en milieu. De (internationale) regels worden steeds strenger. Dit om verdere vervuiling te beperken. Het programma Schoon Schip richt zich op het naleven van die regels. Het gaat daarbij vooral om deze schade:

  • Uitstoot van zeeschepen die schadelijke stoffen hebben. Denk aan SOx (zwavel), CO2, NOx en PM (fijn stof);
  • Lozingen van deels giftige, vloeibare afvalresten op zee. 

De ILT-brede risicoanalyse (IBRA 2019) schat de totale schade op € 38 miljoen. Dit is een voorzichtige schatting. Bij sommige schades weet de ILT niet hoe groot het aandeel van de scheepvaart daarin is.

Wat wil de ILT bereiken?

Met dit programma wil de ILT de schade door transport met zeeschepen verminderen. Om dat te bereiken heeft dit programma 3 doelen:

  • Naleving van de zwavelnormen door de scheepvaart;
  • In Nederland geleverde scheepsbrandstoffen voldoen aan de wet- en regelgeving;
  • De afgifte van scheepsafval neemt toe.

Podcast over het werk van de ILT

“De inspecteurs in Nederland hebben echt een heel hoog kennisniveau. Alle lof voor de ILT, voor de organisatie van de internationale webconferentie waar een nieuwe techniek met deelnemers uit de hele wereld werd gedeeld", Roel Hoenders (dagvoorzitter tijdens de webconferentie en werkzaam voor de International Maritime Organization (IMO))

Wat heeft de ILT in 2020 gedaan?

Zwaveluitstoot 

De ILT gebruikt een ‘snuffelpaal’ in het Rotterdamse havengebied, om te meten hoeveel zwavel er in rookgassen zit. In 2020 blijkt dat de scheepvaart de norm van 0,1% hiervoor steeds beter naleeft. Bij minder dan 1% van de schepen wordt een te hoog zwavelpercentage gemeten. Vanwege corona vinden er in 2020 minder zwavel-inspecties aan boord plaats.

Rechtszaken

In 2020 komen 4 zaken uit 2018 van overschrijding van de zwavelnorm voor de rechter. In 2 gevallen veroordeelt de rechter de kapitein. In 1 geval wordt de reder verantwoordelijk gesteld.

Nieuwe methode monstername

Sinds 1 januari 2020 mogen schepen wereldwijd geen brandstof meer gebruiken, die meer dan 0,5% zwavel bevat. Voor het toezicht is het belangrijk om monsters te nemen van de scheepsbrandstof in bunkertanks aan boord. De brandstof uit die bunkertanks wordt ingezet als schepen verder op zee varen, buiten het zicht van handhavende instanties. De ILT heeft hiervoor een betrouwbare, veilige én betaalbare techniek ontwikkeld. Deze techniek is opgenomen in de richtlijnen van de International Maritime Organisation (IMO). Daardoor kan deze wereldwijd worden toegepast.  

Internationale webconferentie

Op 10 december 2020 organiseert de ILT een internationale webconferentie voor handhavers op zwaveltoezicht uit de hele wereld. Doel is om kennis en ervaring te delen en internationale samenwerking te stimuleren voor een beter toezicht. Tijdens de webconferentie presenteert de ILT de nieuwe techniek voor monsternames uit bunkertanks aan 60 deelnemers uit 17 landen. Ook wordt gesproken over het ontwikkelen van een systeem, om wereldwijd te informeren over schepen met een verhoogd risico op overschrijding van de zwavelnorm. 

Remote sensing

De inspectie werkt aan een landelijk dekkend systeem van remote sensing. Naast de inzet van de snuffelpaal en vliegtuigen van de Belgische Kustwacht, onderzoekt de ILT nieuwe technieken. Ook zet de ILT in 2020 verdere stappen voor de inzet van drones. Hiermee wil de inspectie in alle havens indicatieve zwavelmetingen uitvoeren. 

Verder blijft de ILT werken aan het inzetten van een helidrone. Met deze ‘superdrone’ worden verder op zee metingen gedaan. Dit is vergelijkbaar met het kustwachtvliegtuig. De European Maritime Safety Agency (EMSA) stelt de helidrone beschikbaar. 

In 2020 worden de eerste resultaten gepresenteerd, van het onderzoek om met satellietbeelden de uitstoot van zwavel en stikstofoxiden van schepen op open zee te meten. Hiervoor werkt de ILT samen met wetenschappers van het Leiden Centre of Data Science, Wageningen University & Research (WUR) en het KNMI. Met het Nederlandse satellietinstrument Tropomi, lukt het om vanuit de ruimte de stikstofuitstoot van individuele schepen vast te stellen. De waarnemingen zijn een primeur; nooit eerder kon een satelliet zo nauwkeurig de uitstoot van schepen detecteren. Remote sensing technologie, zoals Tropomi, helpt de inspectie bij wereldwijde handhaving.

Afgifte schadelijke vloeibare ladingrestanten

De ILT voert in 2020 inspecties uit op de afgifte van schadelijke en/of verontreinigende vloeibare ladingrestanten van zeeschepen. In verband met de coronamaatregelen gebeurt dit op administratieve wijze. 

Bij een aantal gecontroleerde schepen, blijkt een fout bij het bepalen van de verontreinigingscategorie van de lading. Die categorie is bepalend voor de regels voor de afgifte in de haven. De ILT treedt in alle gevallen op tijd op. 

Afgifte sludges en bilgewater

Vóór de coronamaatregelen voert de ILT reguliere inspecties uit op het gebied van afgifte van olieafval uit de machinekamer (sludges en bilgewater), toiletwater en huisvuil. Bij meer dan de helft van de gecontroleerde schepen, blijkt de opslagcapaciteit niet voldoende. De ILT dwingt deze schepen om 1 of meerdere van deze stoffen af te geven.