Outcome

Toenemend vertrouwen in instituties waardoor veiligheid, zekerheid en vertrouwen in transport, infrastructuur, milieu en wonen verbetert.

Wat de ILT doet

De ILT wil kunnen vertrouwen op instituties waarmee zij te maken heeft. Het gaat om:

  1. De instituties waar de ILT toezicht op houdt (denk aan provincies, woningcorporaties, ministerie van Defensie, Nederlandse Spoorwegen).
  2. De instituties waar de ILT afhankelijk van is of gebruik van maakt voor haar toezicht en vergunningverlening (denk aan klassebureaus of KIWA).

Vertrouwen in instituties is van belang voor de samenleving, maar ook voor het werk van de ILT. Als zij daarop voldoende en aantoonbaar kan vertrouwen, kan zij meer aandacht geven aan andere taken.

De ILT hanteert als definitie van een institutie: een gevestigde organisatie met een maatschappelijk en/of politiek doel. De kenmerken van een institutie zijn:

  • Organisatie met voornaamste kennis op een vakgebied.
  • Organisatie met een (lange) geschiedenis in de samenleving.
  • Erkend door de samenleving als instelling.
  • Monopolist of oligopolist.
  • Organisatie met onwrikbaar, stevig fundament, verankerd in de samenleving.
  • ‘Too big to fail’.

Bij dit type organisaties wil de ILT nagaan of het systeem waarin de institutie georganiseerd is, voldoende borging biedt voor vertrouwen in een goede uitvoering. Doel: bepalen hoe het met het vertrouwen in een institutie gesteld is. Daarna kan de ILT haar positie ten aanzien van die organisatie bepalen.

Speerpunten

De verkenning levert de volgende producten op:

  1. Een overzicht van de instituties waar de ILT zich toe verhoudt, gelet op de eerder genoemde criteria.
  2. Een beschrijving van het maatschappelijk vertrouwen in 2 instituties waar de ILT zich toe verhoudt, gelet op de 2 soorten relaties die te onderscheiden zijn.1
  3. Inzicht in de mogelijkheden die de ILT heeft om het vertrouwen te vergroten.

    Met deze kennis kan de ILT de volgende actie uitvoeren:
  4. Een algemene werkwijze waaraan de ILT haar relaties met instituties kan toetsen.2

1Voor een selectie van de instituties wordt gekeken naar de prioriteiten uit de IBRA.
2Per institutie zal het handelingsperspectief enigszins verschillen. Er kan een denkmodel ontstaan voor alle instituties hoe er naar het vertrouwen gekeken kan worden.