5.6 Integriteit
Een belangrijk onderdeel van het toezicht van de Autoriteit woningcorporaties, en essentieel voor het gewenste vertrouwen in de corporatiesector, is het toezicht op de integriteit van beleid en beheer. Integriteit is nauw verbonden met governance. Aandacht voor governance en de interne checks and balances binnen een corporatie is bij het toezicht op integriteitsrisico’s essentieel. Individuele integriteitschendingen kunnen worden voorkomen en gecorrigeerd als de interne bedrijfscultuur open en transparant is waardoor medewerkers, management en bestuur elkaar aanspreken bij mogelijke misstanden.
Via het Meldpunt Integriteit Woningcorporaties (MIW) ontvangt de Autoriteit woningcorporaties signalen over mogelijke integriteitschendingen. Het gaat hierbij onder meer om signalen van mogelijke zelfverrijking of fraude ten koste van het maatschappelijk gebonden vermogen van corporaties. Bij een vermoeden van een strafbaar feit schakelt de Autoriteit woningcorporaties de ILT-IOD in voor opsporing van mogelijk strafbare feiten. Daarnaast ontvangt de Autoriteit woningcorporaties ook signalen op basis van art. 29 lid 1 sub c BTIV (Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting) en uit de media.
Integriteit is ook een belangrijk onderdeel van de beoordeling als het gaat om geschiktheid en betrouwbaarheid van bestuurders en intern toezichthouders bij corporaties. De aandacht van de Autoriteit woningcorporaties voor de vereiste competenties van bestuurders en intern toezichthouders versterkt de governance en daarmee het zelfcorrigerend vermogen van de raden van bestuur en de raden van commissarissen. Bij het streven naar good governance speelt de geschiktheid- en betrouwbaarheidstoets een belangrijke rol.
5.7 Toezicht op rechtmatigheid
Bij het toezicht staat het beoogde maatschappelijke effect altijd voorop: de bedoeling van de wet en niet (alleen) het naleven van de geboden en verboden. Het voorkomen dan wel aanpakken van schadelijk gedrag heeft voor de Autoriteit woningcorporaties prioriteit bij de inzet van toezichtcapaciteit. Bij het constateren van schadelijk gedrag zal de Autoriteit woningcorporaties altijd actie ondernemen, ook als er geen sprake is van onrechtmatig handelen.
5.8 Wet normering topinkomens
De Autoriteit woningcorporaties ziet naast de Woningwet ook toe op de naleving van de Wet normering topinkomens (WNT) door bestuurders en interne toezichthouders. Voor corporaties gelden op basis van deze wet specifieke bezoldigingsmaxima. De externe accountant van een instelling controleert aan de hand van een vastgesteld WNT-protocol de opgave van corporaties. De accountant is wettelijk verplicht overtredingen te melden bij de Autoriteit woningcorporaties. Door de Autoriteit woningcorporaties worden alle jaarverslagen en accountantsrapporten gecontroleerd op opmerkingen of oordeelsonthoudingen op het gebied van onder meer de WNT. Daarnaast analyseert de Autoriteit woningcorporaties de digitale opgave van onder meer de bezoldigingen- en beëindigingsvergoedingen en rapporteert hierover aan de minister van BZK. De bezoldigingen- en beëindigingsvergoedingen worden openbaar gemaakt.
5.9 Toezicht op toewijzen in het kader van passendheid en staatssteun
Corporaties moeten op basis van de wet minstens 95% van de huishoudens met recht op huurtoeslag huisvesten in een woning met een huurprijs tot en met de aftoppingsgrens. Het gaat daarbij om nieuwe verhuringen, niet om bestaande verhuringen. De Autoriteit woningcorporaties ziet erop toe dat corporaties aan deze norm voldoen. De resterende marge van 5% is bedoeld om corporaties een beperkte ruimte te bieden om in uitzonderingssituaties toch een (iets) duurdere woning te kunnen toewijzen, bijvoorbeeld wanneer niet op korte termijn een kwalitatief passende woning met een meer betaalbare huurprijs beschikbaar is. Op deze wijze wordt bevorderd dat huishoudens met een laag inkomen een aanvangshuur betalen die past bij dat lage inkomen.
Daarnaast moeten corporaties minstens 90% van de sociale huurwoningen verhuren aan de doelgroep. Deze doelgroep is afgebakend met wettelijk bepaalde inkomensgrenzen. Deze norm komt voort uit de zogenaamde staatssteunbepalingen. De Autoriteit woningcorporaties ziet erop toe dat corporaties aan deze norm voldoen. Op deze wijze wordt bevorderd dat de ruimte die Nederland van Europa heeft gekregen om staatssteun te geven ook daadwerkelijk ten goede komt aan de doelen die daarvoor zijn benoemd.
5.10 Toezicht op kruissubsidiëring en overcompensatie
Vanaf 2018 wordt toezicht uitgeoefend op juridisch of administratief gescheiden entiteiten bij corporaties. Het toezicht richt zich vooral op kruissubsidiëring (en dan vooral weglek van vermogen van de DAEB-tak (Diensten van Algemeen Economisch Belang) naar niet-DAEB-tak) en overcompensatie (te veel staatssteun voor DAEB-activiteiten).
Ten aanzien van de administratief gescheiden niet-DAEB-activiteiten is het onder voorwaarden mogelijk dat deze activiteiten gebruik maken van vermogen van het administratief gescheiden DAEB-deel. Bijvoorbeeld als het gaat om herstructurering, maar soms ook als externe financiering geen optie is.
5.11 Corporaties onder verscherpt toezicht
De Autoriteit woningcorporaties kan corporaties met een verhoogd risico onder verscherpt toezicht plaatsen. Bij verscherpt toezicht is er sprake van het opleggen van de plicht tot het maken en uitvoeren van een herstelplan. De plaatsing onder verscherpt toezicht kan bij voldoende aanleiding elk moment plaatsvinden. Zorgen en twijfels over de governance zijn steeds vaker aanleiding om over te gaan tot plaatsing onder verscherpt toezicht.
Een bijzondere positie wordt ingenomen door de corporaties die in sanering verkeren. Een corporatie moet een saneringsplan indienen als de financiële middelen ontbreken om haar werkzaamheden te kunnen voortzetten. De sanering wordt uitgevoerd door het WSW.
5.12 Toezicht op WSW
Onderdeel van het publieke toezicht van de Autoriteit woningcorporaties is het toezicht op WSW. Het toezicht op WSW maakt deel uit van het stelseltoezicht en heeft een nadere uitwerking gekregen in een apart in september 2016 gepubliceerde visie op dat toezicht.
Doel van het publiekrechtelijke toezicht op WSW is om het financieel risico van de achtervang te beheersen. WSW stelt beleidsregels op om het financiële risico te beheersen. De Autoriteit woningcorporaties toetst de uitvoering van bestaande beleidsregels en adviseert het ministerie van BZK over de goedkeuring van voorgenomen beleidsregels. Het toezicht richt zich daarnaast op een beheerste en integere bedrijfsvoering conform het BTIV. Ook beoordeelt de Autoriteit woningcorporaties de geschiktheid en betrouwbaarheid van de bestuurders en commissarissen van WSW bij benoeming en herbenoeming.
Het toezicht richt zich niet op individuele borgingsbeslissingen, noch op de uitoefening van de saneringstaak door WSW. Wel geeft de Autoriteit woningcorporaties een zienswijze op een door een corporatie ingediende saneringsaanvraag. WSW betrekt deze zienswijze bij de te beoordelen aanvraag voor een saneringssubsidie.
De Autoriteit woningcorporaties adviseert over beleidsregels WSW, werkt samen met WSW en houdt toezicht op WSW. Om het toezicht op WSW zo onafhankelijk en objectief mogelijk uit te kunnen voeren, moeten deze verschillende rollen goed van elkaar gescheiden worden. Ze kunnen in ieder geval niet verenigd worden in één persoon binnen de Autoriteit woningcorporaties. Daarom neemt niet de toezichtafdeling de advisering over beleidsregels van WSW voor haar rekening, maar de directie Omgeving en Bestuur.
5.13 Toestemmingen, ontheffingen en zienswijzen
De wetgever heeft ervoor gekozen om bepaalde handelingen van corporaties pas toe te laten nadat de Autoriteit woningcorporaties deze heeft goedgekeurd namens de minister van BZK. Hiervoor geeft de Autoriteit woningcorporaties een goedkeuring of zienswijze af na het indienen van een aanvraag door de corporatie. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de goedkeuring van een fusie, de wijziging van statuten en de goedkeuring van de verkoop van woningen en maatschappelijk vastgoed. Het afgeven van toestemming, ontheffing en zienswijze wordt door de Autoriteit woningcorporaties aangemerkt als het verlenen van een vergunning. De aanvragen hebben doorgaans betrekking op complexe situaties en de afhandeling vraagt maatwerk. Ook bij deze activiteit werkt de Autoriteit woningcorporaties vanuit de bedoeling van de wet en risicogericht. Bij een aantal vergunningen wordt samengewerkt met WSW. De Autoriteit woningcorporaties streeft ernaar om het proces van vergunningverlening zo helder mogelijk te maken met korte doorlooptijden.
5.14 Voorlichting
Voorlichting over de Woningwet valt ook onder de dienstverlening van de Autoriteit woningcorporaties. Door voorlichting over deze wet wordt de kennis verbreed en helpt dit te voorkomen dat de Autoriteit woningcorporaties als toezichthouder moet optreden. Een belangrijk preventief middel dus.
Om de samenwerking met het Meld- en Informatiecentrum van de ILT te optimaliseren, heeft de Autoriteit woningcorporaties sinds 2018 de functie van kennismakelaar ingesteld. Deze functie heeft een centrale positie bij het stroomlijnen van vragen en meldingen. Ook zal het een belangrijke rol spelen bij het vertalen van vragen en signalen naar kennis die vastgelegd wordt en die binnen en buiten de Autoriteit woningcorporaties gedeeld kan worden.
De Autoriteit woningcorporaties wil transparant zijn over haar werkwijze en oordelen. Daarom publiceert de Autoriteit woningcorporaties alle oordeelsbrieven en brieven naar aanleiding van inspecties op haar website.