Foto Valerie Kuypers

Maatschappelijke doelen

De ILT werkt aan de bevordering van de juiste verwerking van afval om schade aan mens en milieu te voorkomen of beperken. Daarbij richt de ILT zich op 3 risico's:

  1. Onvoldoende recycling en benutting van waardevolle grondstoffen.
  2. Blootstelling van mens en milieu aan onjuist verwerkte (gevaarlijke) afvalstoffen.
  3. Export van (gevaarlijk) afval naar kwetsbare landen met onvoldoende verwerking- en toezichtstructuur.

De ILT toetst de naleving van de diverse inzamel- en recyclingnormen, waaronder die op het gebied van (statiegeld)verpakkingen, elektrische en elektronische apparatuur en in de toekomst ook textiel. De omvang van het toezicht neemt toe door de groeiende hoeveelheid regelgeving op dit gebied en de aanscherping van normen in de bestaande regelgeving. Zo richt de ILT zich op het toezicht op het beperken van het gebruik van single use plastics, zoals rietjes, plastic bestek of vistuig.

Daarnaast is de ILT verantwoordelijk voor vergunningverlening en toezicht op afvalimport, -doorvoer en -export op grond van de Europese verordening overbrenging afvalstoffen (EVOA).

Verder heeft de ILT vergunningverlenende en toezichtstaken op het gebied van het Besluit inzamelen afvalstoffen (Bia), de Europese Verordening Scheepsrecycling, de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs), en de Belasting op verwijdering afval in het buitenland (buitenlandheffing). Ten slotte heeft de ILT een taak op het gebied van de afvalstoffenheffing buitenland op basis van de Europese kaderrichtlijn afvalstoffen.

Ontwikkelingen

De verwachting is dat, zoals ook bij plastics gebeurd is, landen buiten de Europese Unie (EU) hun grenzen voor laagwaardige afval­stromen gaan sluiten of hieraan eigen eisen gaan stellen.

De druk op de Europese markt neemt hierdoor toe, en daarmee het risico op afvoer naar verwerkers die het minder nauw nemen met wettelijke normen en richt­lijnen. De geplande herzieningen van de EVOA hebben daarbij invloed op de huidige werkwijze van de ILT.

Daarnaast zijn in de wetgeving eisen gesteld aan minimale percentages hergebruikt materiaal in producten. Dit betekent bijvoorbeeld dat producenten in 2030 een plastic flesje voor minimaal 30% uit recyclaat moeten laten bestaan. Ook de kwaliteit of samenstelling van afval­stromen gaat bij import- en exportcontroles nadruk­ke­lijker een rol spelen. Ten slotte zullen complexe afvalstromen gerelateerd aan duurzaamheid in de toekomst een grote omvang krijgen, zoals afval van zonnepanelen, windmolens, accu's en batterijen.

De samenleving vraagt om meer duurzaamheid en vermindering van het gebruik van single use plastics. Dit gaat verder dan de huidige normen voor producenten, wat tot schuring kan leiden. Het belang dat de samenleving hieraan hecht is zichtbaar door het groeiend aantal meldingen dat de ILT ontvangt.

Textiel

In 2023 treedt een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel inwerking. Het doel is te zorgen voor meer hergebruik, minder verspilling en minder vervuiling. De producenten van kleding worden verantwoordelijk voor de afvalfase van de producten die zij op de markt brengen. De bepalingen van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid zijn van toepassing.

In het Besluit UPV worden eisen gesteld aan onder andere de inname van hun producten in de afvalfase en aan de organisatie en financiering daarvan. Een UPV biedt mogelijkheden te sturen op de achterkant van de keten, om zo de voorkant van de keten te beïnvloeden.

De verwachting is dat wanneer de producent verant­woordelijk is voor de hele levenscyclus van textiel, ook voor de afvalfase, deze geprikkeld wordt de kosten van inzameling, sortering en recycling te verlagen door langere levensduur, her­gebruik, reparatie en recycling te stimuleren. De ILT houdt toezicht op deze nieuwe UPV.

Een afvalberg met metaalafval. In de berg zijn nog vormen herkenbaar van fietsen, stoelen en een ladder.
Metaalafval

Afval als grondstof

Er is sprake van toenemend gebruik van afvalstromen als grondstof voor nieuwe producten, bijvoorbeeld bio­brandstoffen. De samenstelling van afval- en grondstoffenstromen is steeds complexer, onder andere door de toegenomen waarde van deze stromen, de complexe (internationale) handelsketens, voortschrijdend inzicht in de schadelijkheid van vervuilende stoffen in de afvalstromen, en de versnipperde controlestructuren op de plaatsen van herkomst.

Focus van de ILT

De komende jaren zoekt de ILT nadrukkelijk aansluiting bij de transitieagenda's voor een circulaire economie die voor een aantal sectoren zijn opgesteld.

In de ontwikkeling naar een circulaire economie passen steeds meer partijen afval- of reststromen op diverse manieren toe in nieuwe producten. Dit brengt risico's met zich mee. Om de komende jaren bijvoorbeeld ontwijkgedrag aan te pakken, zoekt de ILT samenwerking met producentencollectieven en andere toezichthouders als NVWA, Douane, en Omgevings­diensten. De ILT richt zich de komende jaren ook op fraude met gebruikte grondstoffen voor en vervuiling van biobrandstoffen, zoals frituurvet.

Daarnaast zet de ILT in op het voorkomen van weglekken van waardevolle grondstoffen uit Nederland en de EU, en op het sluiten van de keten, zodat gerecyclede materialen hoogwaardig en veilig kunnen worden toegepast en afvalstoffen juist worden verwerkt. Daarbij is er samenhang met REACH-regelgeving. Ook blijft de ILT oog houden voor risicovolle afvalstoffen, zoals kwik.

De focus in het toezicht ligt op de volgende afvalstromen:

  • Kunststof: Transitieagenda Kunststoffen, single use plastics (SUP)
  • Elektronica en het behoud van schaarse grond­stoffen: Transitieagenda Maakindustrie
  • Kleding: Transitieagenda Consumentengoederen
  • Bouwstoffen – hierbij is een relatie met het toezicht op bodem
  • Batterijen en accu's, zoals van elektrische auto's en fietsen.