Maatschappelijke doelen

In het waterbeheer zijn de belangrijkste maatschappelijke risico’s overstromingen vanuit zee en de grote rivieren door het falen van een primaire waterkering. De veiligheidseisen die gesteld worden aan deze waterkeringen moeten de kans op falen klein houden, want het effect dat een dergelijke overstroming heeft op burgers, natuur en economie is zeer groot.

Daarnaast kent Nederland overstromingsrisico's als gevolg van het falen van regionale waterkeringen. De gevolgen daarvan zijn ook aanzienlijk, maar minder ontwrichtend. Vanwege de aanzienlijke potentiële impact is het veiligheidsrisico van hoogwater groter dan de som van alle overige externe risico's in Nederland.

Ontwikkelingen

Nederland staat voor de opgave haar inwoners en economische activiteiten voor de nabije toekomst goed te beschermen tegen de stijgende zeespiegel en grotere waterafvoeren via de rivieren.

In 2050 moeten daarom alle primaire waterkeringen die Rijkswaterstaat en de waterschappen beheren, voldoen aan nieuwe veiligheidsnormen.

Het toezicht op de primaire waterkeringen is sinds 1 januari 2017 een wettelijke taak van de ILT. De ILT controleert of de beheerders van de waterkeringen de beoordeling van de primaire waterkeringen goed uitvoeren. De ILT herhaalt deze controle iedere 12 jaar. Waterkeringen die niet voldoen aan de veiligheidsnormen moeten worden aangepakt.

Het ministerie van IenW, de waterkeringbeheerders, kennisinstituten en de ILT delen hun kennis en ervaringen en gaan na 2023 verder met het ontwikkelen van regelingen en instrumenten. Als toezichthouder heeft de ILT een belangrijke rol als het gaat om uitvoerbaarheid en betrouwbaarheid.

De evaluatie van de Waterwet wordt in 2024 afgerond, onder verantwoordelijkheid van het ministerie van IenW. Op hoogwaterveiligheid levert de ILT inzet en informatie om de doelmatigheid en doeltreffendheid van het waterbeleid vast te stellen.

Focus van de ILT

Vanaf 2023 geeft de ILT prioriteit aan het vormgeven en organiseren van de controles bij de waterkeringbeheerders in de 2e beoordelingsronde (LBO2). Daarbij neemt de inspectie de bevindingen uit de 1e ronde mee. Het streven is in de planperiode ongeveer 50 tot 70 trajecten uit te voeren. Ook ligt de focus in deze periode op zorgplichttoezicht.

Parallel hieraan werkt de ILT aan een toezichtstrategie hoogwaterveiligheid voor de periode na 2023. Hierin wil zij veel meer de focus leggen op het functioneren van besturing, organisatie, beheer en uitvoering, die er gezamenlijk voor moeten zorgen dat de hoogwaterveiligheid op orde is. De 'keten' als geheel is namelijk bepalend voor de belangrijkste risico's en het niveau van veiligheid. Dit betekent dat de ILT ook aanvullende of andere toezichtmethoden verkent, zoals besturingstoezicht.