Maatschappelijke doelen
De ILT zet zich in voor een veilig transport van personen en goederen over het spoor. Belangrijk voor de veiligheid zijn de bekwaamheid van personeel, de juiste werking van veiligheidsbeheerssystemen en -procedures, de kwaliteit van het rijdend materieel én de spoorinfrastructuur. Ook is van belang dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor veilig verloopt (zie ook het onderdeel Vervoer gevaarlijke stoffen).
De ILT is toezichthouder op het hoofdspoor, het lokaal spoor en het bijzonder spoor. Voor het lokaal openbaar spoor, zoals tram en lightrail, zijn de decentrale overheden verantwoordelijk voor de handhaving, op basis van toezichtsignalen van de ILT. Zij huren de ILT in om deze taak uit te voeren.
Met het spoortoezicht levert de ILT een bijdrage aan een betrouwbaar en veilig spoornetwerk en aan het beperken van letselschade, fysieke schade of economische schade als gevolg van ongelukken en incidenten.
Ontwikkelingen
Het Nederlandse spoornetwerk wordt zeer intensief gebruikt. Door de verduurzaming van het personen- en goederenvervoer en door het ontmoedigen van korte vluchten, neemt het spoorgebruik naar verwachting de komende jaren verder toe. Daarnaast bestaan er plannen om het lokaal spoor de komende jaren uit te breiden met een aantal nieuwe lijnen. Besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden.
Internationale samenwerking is essentieel voor het realiseren van goede internationale verbindingen en bij grensovergangen. De European Rail Agency (ERA) krijgt een steeds grotere rol bij de uitrol van het treinbeveiligingssysteem European Rail Traffic Management System (ERTMS) en bij de vergunningverlening van spoorvoertuigen en de certificering van spoorwegondernemingen. De verbinding tussen de vergunningverlening door de ERA en het toezicht daarop door de National Safety Authorities (NSA’s) in de lidstaten - in Nederland is dit de ILT - zal aandacht nodig hebben. In 2023 wordt een nieuwe, rechtstreeks werkende set regelgeving vastgesteld die de mogelijkheid om treinen over de spoorwegnetten van meerdere landen te laten rijden (interoperabiliteit) binnen Europa moet vergroten.
Daarnaast spelen er een aantal technologische ontwikkelingen. De uitrol van het treinbeveiligingssysteem ERTMS gaat door en zal leiden tot een toename van het aantal aangevraagde vergunningen. Digitalisering zoals ERTMS creëert mogelijkheden voor Automatic Train Operation (ATO, rijden zonder machinist). Voor het goederentransport is Digital Automatic Coupling (DAC) voor het automatisch aan- en ontkoppelen van rollend materieel van goederentreinen een innovatie die een ‘shift to rail’ moet faciliteren. Deze concepten maken verdere automatisering en digitalisering mogelijk, maar vragen ook aandacht voor de cybersecurity.
Focus van de ILT
De ILT voert het railtoezicht informatie- en risicogericht uit. Daarbij maakt de ILT gebruik van nieuwe toezichttechnieken, zoals de inzet van drones en satellieten, en streeft zij naar online inzage in systemen van infrabeheerders, railondernemingen en -voertuigen.
De ILT geeft daarbij prioriteit aan het bevorderen van het veiligheidsbeheer en de veiligheidscultuur bij spoorwegondernemingen. Dit doet zij onder meer door het steeds vaker toepassen van besturingstoezicht, naast product- en systeemtoezicht. De ILT gaat hierover in overleg met de spoorbestuurders.
Vervolgens is er aandacht voor specifieke veiligheidsrisico’s zoals het transport van gevaarlijke stoffen, de risico’s bij concessiewisselingen, ongeoorloofde passage van een rood sein en de veiligheid bij overwegen.
Verder levert de ILT een bijdrage aan de implementatie van het beveiligingssysteem ERTMS binnen het huidige vervoerssysteem, onder andere via vergunningverlening. Vanwege internationale wetgeving geeft de inspectie ook extra aandacht aan het toezicht op de onderhoudsbedrijven, de zogenoemde Entities in Charge of Maintenance (ECM).
Periodiek controleert de ILT extra op de fysieke kwaliteit van de boven- en onderbouw van het spoor. In 2023 staan hiervoor inspecties gepland. Hierbij gebruikt de ILT drones, wat de veiligheid ten goede komt en het dagelijkse spoorgebruik minder beperkt.