Maatschappelijke doelen

De ILT werkt aan veilige en duurzame scheepvaart, zowel over zee als op de binnenwateren, inclusief Waddenzee en Westerschelde. Het passagiers- en goederenvervoer via het water is omvangrijk. Maatschappelijke schade door scheepvaart betreft vooral fysieke schade aan gezondheid en infrastructuur, zoals schade aan schip, bemanning of kades. Dat staat los van milieu- en gezondheidsschade (zie onderdeel Emissies).

Economische schade kan ontstaan door de kosten voor het bergen van een schip na een ongeval. De kosten daarvan komen vaak voor rekening van de overheid. Ook scheepsafval en ladingsresten kunnen schade toebrengen aan de leefomgeving.

Ontwikkelingen

Op het terrein van scheepvaart ziet de ILT de volgende ontwikkelingen:

  • Door Europese richtlijnen herziet de ILT de havencontroles van buitenlandse schepen in Nederlandse havens. Ook herziet de ILT het ‘vlaggenstaattoezicht’, het toezicht op Nederlandse schepen.
  • De energietransitie leidt tot veiligheidsvragen rond windmolenparken op zee; ze vormen obstakels voor het scheepvaartverkeer. Dit kan leiden tot aanvullende vragen over de technische staat, kwalificaties van bemanningsleden en de te volgen procedures. Daarnaast verkent de inspectie nieuwe risico's bij gebruik van alternatieve brandstoffen op schepen, zoals waterstof.
  • Moderne piraterij is een probleem voor de zeescheepvaart in specifieke regio's. De ILT heeft verantwoordelijkheden op basis van de Wet ter bescherming van de Koopvaardij. Het gaat daarbij om vergunningverlening aan en toezicht op organisaties die koopvaardijschepen beschermen. Het verantwoordelijk beleidsdepartement (JenV) heeft aangegeven de Wet niet later dan in 2025 te zullen evalueren, en daarbij de verschillende departementen en instanties te zullen betrekken.
  • De gevolgen van klimaatverandering, zoals extreem weer, zijn merkbaar voor de binnenvaart en relevant voor zowel hoog- als laagwaterstanden.
  • Zonder bemanning varen brengt diverse vraagstukken en gevolgen met zich mee.

Focus van de ILT

Bij scheepvaart is sprake van veel specifieke middelvoorschriften en inspecties op individuele objecten. Om efficiënt de risico's op ongewenste gebeurtenissen te verkleinen, gebruikt de inspectie innovatieve alternatieve methoden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het toezicht op varend ontgassen.

Remote sensing is zo’n methode. Met drones of met sensoren aan de wal meet de ILT of een varend schip ontgast of vervuilde brandstof gebruikt. Aanpassing van de voorschriften vraagt specialistische kennis, overzicht op stelselniveau en veel internationale afstemming. De ILT zet hier de komende jaren verder op in.

Het toezicht op schepen onder Nederlandse vlag verschuift van alleen objecttoezicht naar meer systeemtoezicht, waaronder op bestuursniveau. Dit vraagt om nieuwe competenties.

Digitalisering maakt inspecties op afstand mogelijk door digitale bedrijfscontroles en administratief toezicht. Dit biedt een kans voor andere manieren van inspecteren, zoals bij controle op de tachograaf en de bemensing aan boord.

Objecttoezicht op de binnenvaart richt zich op alle vaartuigen die bedrijfsmatig gebruikmaken van de Nederlandse binnenwateren. Het toezicht richt zich op techniek, arbeidsomstandigheden, vaar- en rusttijden en op de veiligheid van bemanning en passagiers. Hierbij kijkt de ILT met de Arbeidsinspectie ook naar uitbuiting van personeel.

Omgaan met hoogwaardige apparatuur stelt hoge eisen aan de competenties van bemanning, maar ook aan handhavers en onderzoekers.