De ILT houdt toezicht op de naleving van een breed, omvangrijk, complex en gedetailleerd scala aan wetten en regels. Daarbij richt ze zich op talrijke bedrijfstakken en doelgroepen. Meer dan 1100 medewerkers werken dagelijks aan veiligheid, zekerheid en vertrouwen in transport, infrastructuur, milieu en wonen. Op die terreinen werkt de ILT in een krachtenveld van soms tegenstrijdige verwachtingen van burgers, bedrijven, bestuur en politiek. Met haar werk staat de ILT midden in de samenleving.
Maatschappelijke vraagstukken
In de huidige tijd kan een inspectie zich niet beperken tot het toezien op naleving van de wet- en regelgeving. Uiteraard blijft de ILT handelen vanuit een juridische grondslag, maar uiteindelijk gaat het om het maatschappelijke doel achter de regelgeving. Het publieke belang is het centrale vertrekpunt bij de oordeels- en besluitvorming van de ILT. Dat is voor de ILT ook een van de belangrijkste lessen uit de Fyra-enquête. De ILT moet zich voortdurend bewust zijn van het belang dat de wet beoogt te beschermen en van de maatschappelijke impact.
Nadrukkelijk kiest de ILT er dan ook voor om haar afweging te maken in verbinding met de buitenwereld. Vanzelfsprekend gebruikt de ILT hierbij de waarnemingen en ervaringen van haar eigen inspecteurs in de praktijk. Maar de ILT wil ook verder en vooruit kijken. De ILT heeft daarom een begin gemaakt met het in kaart brengen van de maatschappelijke context (zie bijlage). Ze voerde gesprekken met kennisinstituten en relevante maatschappelijke organisaties. Daaruit kwamen trends en ontwikkelingen naar voren waarmee de ILT de komende jaren in haar rol van toezichthouder te maken heeft.
Zo is duidelijk dat grote maatschappelijke vraagstukken die de ILT raken op de volgende terreinen liggen: circulaire economie, energietransitie, transformatie van vastgoed in de stad, verduurzaming landelijk gebied en versterking van de stedelijke regio’s. Veel thema’s overstijgen afzonderlijke sectorale beleidsterreinen en moeten in de toekomst integraal worden bezien. Dit neemt de ILT mee in haar aanpak.
Daarnaast is de toepassing van nieuwe technologie en de benutting van data een grote uitdaging voor het toezicht. Ook zal de ILT rekening moeten houden met innovatieve marktpartijen, toenemende ongelijkheid (tussen landen en binnen landen), de maatschappelijke vraag naar een proactieve en alerte houding van de toezichthouder en met de behoefte aan zichtbaarheid en transparantie.
Positie
Wat de ILT ziet in de buitenwereld is enerzijds input voor de eigen afweging en prioritering. Anderzijds benut de ILT haar ervaringen uit de praktijk om signalen terug te geven aan beleidsmakers. Daarmee wordt de keten van beleidsontwikkeling, uitvoering en toezicht gesloten. Bij uitstek een inspectie ziet immers hoe het beleid in de praktijk uitwerkt. In lijn met het kabinetsbeleid over de organisatie en het functioneren van de rijksinspecties is de ILT dichtbij de beleidskern en de verschillende werkvelden gepositioneerd. Tegelijk neemt de ILT een onafhankelijke positie in ten opzichte van de beleidsdepartementen.
Actief samenwerken
In verbinding staan met de buitenwereld betekent ook: actief samenwerken. Door gerichte samenwerking met andere rijksinspecties wordt meer en meer gewerkt als één rijksinspectie. Daarnaast maakt een goede samenwerking met andere diensten, zoals de Belastingdienst, de Douane, de politie, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de regionale uitvoeringsdiensten en Rijkswaterstaat, een meer omvattende aanpak mogelijk. Zeker als daarbij ook wordt samengewerkt met partijen buiten de overheid zoals brancheverenigingen. Door een goede samenwerking kan de ILT de eigen maatschappelijke effectiviteit vergroten en tevens de toezichtlast verminderen. Zo is het mogelijk dat ‘het net zich sluit’ om bedrijven die zich niet aan de wet houden. Een goede informatieuitwisseling is daarbij onontbeerlijk.