Scope

Belangrijke maatschappelijke schades bij het vervoer over de weg worden veroorzaakt door onveiligheid en verstoring van de markt. De economische schade zit vooral in marktverstoring en concurrentievervalsing door overtreding van de rij- en rusttijdenregelgeving, sociale-zekerheidswetgeving en door overbelading. Ook uitbuiting, schijnconstructies, fraude met de tachograaf en met cabotage zijn risico’s voor de maatschappij. Daarnaast kunnen nieuwe toetreders met andere verdienmodellen de markt verstoren.

De transportmarkt is internationaal gericht en het overgrote deel van de relevante regelgeving is afkomstig uit Europa. Een gelijk speelveld binnen Europa is een belangrijk streven van het kabinet. Dat gaat over de wijze waarop de transportbedrijven binnen heel Europa hun werkzaamheden uitvoeren en ook over de uniforme interpretatie van regels en harmonisatie van de handhaving. Een dilemma is dat de verschillende markten in Europa (bijvoorbeeld de arbeidsmarkt) nog geen gelijk speelveld zijn. Dit werkt door in de markt voor goederenvervoer over de weg.

Handelingsperspectief

Het programma heeft als doel: het bereiken van een gelijk speelveld in de transportsector. Dat moet zich uiten in afname van risico’s en minder afwenteling van schade naar de maatschappij, werknemers en het milieu. Het gaat dan onder meer om het terugdringen van sociale uitbuiting, fraude en schade aan het wegdek.

De ILT realiseert zich dat de transportmarkt groot is en dat er veel partijen zijn die er een verstorende invloed op kunnen hebben. Toch is het de ambitie van de ILT om op een effectieve manier bij te dragen aan het herstel van het marktevenwicht. De ILT blijft kritisch op de vanuit Europa voorgeschreven objectinspecties: het gaat niet zozeer om de kwantiteit maar om de kwaliteit van de controles. Daarbij zal dit programma zich minder richten op bestrijding van de symptomen maar meer op de oorzaken van marktverstoring.

Bij de aanpak zijn data-analyse en samenwerking met externen belangrijk. Ook zijn nieuwe effectieve methodes van toezicht en opsporing nodig. Bestaande onderdelen van het huidige toezicht, zoals de vanuit Europa verplicht voorgeschreven objectinspecties langs de weg en de convenantenaanpak, zullen kritisch worden gewogen in het licht van de nieuwe inzichten.

De ILT wil in de eerste plaats zicht krijgen op het gezamenlijk functioneren van alle betrokken partijen in de markt: producenten, afnemers, transporteurs, verladers, toeleveranciers en brancheorganisaties. Wat zijn de drijfveren van deze organisaties die hun handelen bepalen, welke prikkels en blokkades zijn marktbreed aanwezig en welke factoren houden deze in stand? De ILT zal haar informatiepositie over de werking van de markt en het gedrag van de marktpartijen aanzienlijk versterken.

Verder zet de ILT in op betere samenwerking en informatiedeling tussen de verschillende ‘marktmeesters’ voor de transportmarkt. Dat zijn bijvoorbeeld toelatende of vergunningverlenende instanties, toezichthouders, opsporingsdiensten en de politie. Er is een accentverschuiving nodig om een betere informatiepositie te verwerven over de werking van de markt als geheel. Het gaat niet alleen om het delen van informatie over ‘overtredingen van bedrijven’ maar vooral ook om informatie over het ‘gedrag van bedrijven’.

Ten slotte zal de ILT zich nadrukkelijker richten op samenwerking met collega-diensten uit andere Europese landen. Signalen over verstorende marktontwikkelingen en dilemma’s in het uniform uitvoeren van toezicht worden geagendeerd bij de wetgever en de Europese Commissie.

Activiteiten 2018

De activiteiten in dit ILT-programma in 2018 hebben als doel de informatiepositie te versterken. Denk daarbij aan:

  1. Onderzoek bij bedrijven in de transportketen. Dat betreft niet alleen de transporteurs, maar bijvoorbeeld ook producenten, afnemers en eigen rijders.
  2. Sectorbeeld ontwikkelen op basis van een digitale gegevensuitvraag.
  3. Marktwerking van de transportwereld nader in kaart brengen.
  4. Samenwerking met collega-‘marktmeesters’ versterken.
  5. Intensiveren van informatie-uitwisseling met collega-toezichthouders in het buitenland en de gezamenlijke signalerende en agenderende functie versterken (zo mogelijk via Euro Controle Route).