In dit hoofdstuk leest u over de aanwijzingen van bewindspersonen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en een overzicht van de Handhaafbaarheids-, Uitvoerbaarheids- en Fraudebestendigheidstoetsen. Verder wordt er toegelicht hoe de ILT vroegtijdig betrokken is bij beleidsontwikkelingen.
Aanwijzingen en instructies van bewindspersonen aan de ILT
Een minister kan op grond van aanwijzing 14 van de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties in bepaalde gevallen en onder voorwaarden een algemene of bijzondere aanwijzing aan een rijksinspectie geven. Een aanwijzing wordt aan de Tweede Kamer gestuurd of in de Staatscourant gepubliceerd. Een minister kan op grond van artikel 10.22 van de Algemene Wet Bestuursrecht een instructie geven. In 2022 waren de volgende aanwijzingen aan de ILT van kracht.
Aanwijzing anticiperend handhaven geluidsregels Schiphol
In 2015 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aan de Tweede Kamer gemeld dat overschrijdingen van het huidige Luchthavenverkeersbesluit (LVB) gedoogd worden als deze verklaard kunnen worden door het vliegen volgens het Nieuwe Normen en Handhavingsstelsel (NNHS), het ‘anticiperend handhaven’. De ILT legt dan geen maatregelen op. De argumentatie van de toenmalige staatssecretaris was dat toepassing van de regels uit het NNHS per saldo minder hinder oplevert voor de omgeving dan wanneer de in het LVB vastgelegde grenswaarden zouden worden toegepast. Haar ambitie was om het NNHS spoedig in wet- en regelgeving te verankeren. Deze aanpassing laat op zich wachten als gevolg van het ontbreken van een natuurvergunning voor Schiphol. In november 2021 heeft de ILT een signaal afgegeven over de risico’s van een langer durende situatie van anticiperend handhaven (Tweede Kamer2021-2022, 29665-418). In juni 2022 heeft het kabinet aan de Tweede Kamer aangegeven het anticiperend handhaven te willen beëindigen (Tweede Kamer 2021-2022, 29665-432).
Aanwijzing niet-handhaven gebruik in-situ stikstof
De staatssecretaris van IenW heeft in juli 2020 een algemene aanwijzing aan de ILT gegeven om tot 1 februari 2023 niet te handhaven op het gebruik van in-situ stikstof in Nederlandse musea (Staatscourant 10 juli 2020). In-situ stikstof is een biocide met geringe milieubelasting die wordt toegepast door musea in Nederland (en andere landen binnen en buiten de EU) ter bescherming van cultureel erfgoed. Momenteel is het een niet-toegelaten biocide volgens de Europese Biocidenverordening. Gezien het belang van deze toepassing voor de musea heeft de Europese Commissie aan lidstaten derogatie verleend om een nationale toelating te verlenen. Het proces om deze methode formeel toe te laten op de Europese markt is nog niet afgerond. De aanwijzing is daarom begin 2023 verlengd tot eind 2024. Deze verlenging is in de Staatscourant gepubliceerd (Staatscourant 27 december 2022).
Aanwijzing niet handhaven Arbeidstijden vervoer voor Search and Rescue
De minister van IenW heeft in juni 2021 een bijzondere aanwijzing gegeven om tot 1 juli 2022 niet te handhaven op een aantal artikelen uit het Arbeidstijdenbesluit vervoer, vooruitlopend op een aanpassing van dit besluit met een specifieke werk- en rusttijdenregeling voor Search and Rescue (SAR) helikopteroperaties. De voorwaarden om af te zien van handhaving zijn dat er door de luchtvaartmaatschappij die de SAR-vluchten uitvoert gezorgd wordt voor een werk- en rusttijdenschema waarbij uitgegaan wordt van enkele opgelegde tijdelijke regels. Helaas is er vertraging opgetreden bij het opstellen van de specifieke regels voor werk- en rusttijden voor de SAR operatie. De aanwijzing is daarom verlengd tot het moment dat de bovengenoemde wijziging van het besluit in werking treedt. Dit zal naar verwachting eind 2023 zijn, of zoveel eerder of later als mogelijk of nodig blijkt te zijn. Deze verlenging is aan de Tweede Kamer gemeld (Tweede Kamer; 2022-2023, 30490-42).
Aanwijzing niet handhaven verbod plastic rietjes bij medisch gebruik
De staatssecretaris van IenW heeft in juli 2021 een bijzondere aanwijzing gegeven om tot 12 januari 2022 (180 dagen) het handelsverbod niet te handhaven tegen importeurs van plastic rietjes die niet gecertificeerd zijn als medisch hulpmiddel en die deze rietjes importeren ten behoeve van levering aan apothekers en winkels in drogisterij, medische en orthopedische artikelen. Deze nieuwe aanwijzing is aan de Tweede Kamer gemeld (Tweede Kamer; 2020-2021, 28694-149).
Instructie verlengen van ontheffingen voor asbest in zeeschepen
De minister van IenW heeft in april 2022 een instructie gegeven om tot uiterlijk 1 januari 2026 ontheffingen voor sanering van asbest op zeeschepen te verlengen. Het SOLAS-verdrag verbiedt het plaatsen van asbesthoudend materiaal in zeeschepen. Om asbest te saneren zonder dat het schip uit de vaart hoeft te worden gehaald is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen. Ontheffingen worden, onder voorwaarden, uitgeschreven door de ILT voor de duur van maximaal 3 jaar. Soms is het beter om asbest te beheersen dan te saneren in besloten ruimtes van zeeschepen. De minister werkt in internationaal verband aan nieuw risicogestuurd beleid. De minister verzoekt de ILT daarom voor bepaalde gevallen en onder specifieke voorwaarden bestaande ontheffingen te verlengen; ook als de termijn van 3 jaar zou worden overschreden. Deze instructie is aan de Tweede Kamer gemeld (Tweede Kamer; 2021-2022, 31409-345) en in de Staatscourant gepubliceerd (Staatscourant 5 april 2022).
Aanwijzing niet-handhaven enkele vergunningsvoorschriften Search and Rescue die nog ontheven moeten worden
De minister van IenW heeft in december 2022 een bijzondere aanwijzing gegeven om niet te handhaven op enkele vergunningsvoorschriften voor een exploitant van Search and Rescue operaties (SAR) waarvoor nog ontheffing kan worden aangevraagd. Op 28 oktober heeft een nieuwe exploitant de benodigde vergunning tot vluchtuitvoering ontvangen. SAR-missies en trainingsvluchten sluiten niet altijd aan op alle vereisten van deze vergunning. Om aan deze eisen tot vluchtuitvoering te voldoen, moet een aantal ontheffingen afgegeven worden. De aanvraag door de exploitant en de beoordeling en afgifte van deze ontheffingen door de ILT is nog niet gereed. Deze aanwijzing geldt tot het moment dat alle benodigde ontheffingen voor de SAR-operatie onherroepelijk afgegeven zijn. Deze nieuwe aanwijzing is aan de Tweede Kamer gemeld (Tweede Kamer; 2022-2023, 30490-42).
Aanwijzing niet handhaven ontbreken BCT-kaart bij chauffeurs met LWT-kaart
De staatssecretaris van IenW heeft in december de aanwijzing verlengd om onder voorwaarden niet handhavend op te treden richting aspirant-taxichauffeurs met een tijdelijke leer-werktrajectkaart die is afgegeven tussen 1 augustus 2021 en 1 februari 2022. Vanwege aanpassingen inzake de theorie-examens bij het CBR als gevolg van de coronamaatregelen, kunnen aspirant-chauffeurs niet altijd tijdig (alle) benodigde documenten overleggen voor afgifte van de chauffeurskaart. Door middel van deze coulancemaatregel worden aspirant-taxichauffeurs die nog geen examen hebben kunnen doen – maar verder over alle benodigdheden voor een chauffeurs-kaart beschikken – in staat gesteld om langer zonder chauffeurskaart toch taxiwerkzaamheden te verrichten. Deze verlenging is aan de Tweede Kamer gemeld (Tweede Kamer, 2021-2022, 23.645-762).
Handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid-toetsen
Wordt er nieuwe wet- en regelgeving opgesteld of zijn er kleine of grote wijzigingen? Als het gaat om het werkterrein van de ILT, dan stelt de inspectie op verzoek van het verantwoordelijk ministerie een Handhaafbaarheids-, Uitvoerbaarheids- en Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) op. Hierbij kijkt de ILT of nieuwe regelgeving ook leidt tot nieuwe taken of wijziging in bestaande taken. Ook kijkt de inspectie of door de nieuwe of gewijzigde taak extra mensen en middelen nodig zijn.
De ILT adviseert aan beleidsdirecties over handhaafbaarheid van nationale en internationale regelgeving in een vroeg stadium van het ontwerp van de regelgeving. Daarnaast is door de openbaarheid van HUF-toetsen de aandacht voor handhaafbaarheid van de regelgeving verbeterd ten opzichte van voorgaande jaren. De ILT wil de hierboven genoemde ontwikkelingen voortzetten en verder ontwikkelen.
In 2022 stelde de ILT 52 HUF-toetsen op. Het grootste deel was voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Daarnaast stelde zij in 2022 ook toetsen op voor de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken en Klimaat, Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In dit jaarverslag staan een aantal HUF-toetsen met het grootste effect op de ILT. Dit omdat het een volledig nieuwe taak is of omdat de wijziging waarschijnlijk een groot effect heeft op een bestaande taak.
HUF-toetsen voor het ministerie van IenW
Besluit en regeling Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid voor textiel
In januari 2022 heeft de ILT een HUF-toets uitgevoerd op de AMvB en in december 2022 op de ministeriële regeling. Producenten en importeurs van textiel of een collectief van producenten worden met de invoering van deze nieuwe regelgeving verantwoordelijk voor het behalen van de recyclingpercentages en hergebruikpercentages. De ILT is beoogd toezichthouder.
Kunststofproducten voor eenmalig gebruik
In 2021 heeft de ILT een HUF-toets op hoofdlijnen uitgevoerd op de ontwerpregeling. In maart 2022 is de regeling gepubliceerd. In juni 2022 heeft de ILT opnieuw een HUF-toets uitgevoerd. De regeling is onderdeel van de nationale invoering van de richtlijn Single-Use Plastics en ziet met name toe op het terugdringen van het kunststofproducten bij voedseluitgiftelocaties.
Toegankelijkheid personenvervoer per vliegtuig, over water en over land (bus en trein)
De ILT heeft in juli 2022 een HUF-toets uitgevoerd op de wijziging in het besluit toegankelijkheid Openbaar Vervoer ter implementatie van de herziene Toegankelijksheidsrichtlijn (EU)2019/8821 voor personenvervoer per vliegtuig en over het water. In oktober 2022 volgde de aanvullende HUF-toets voor OV: bus en spoor. De minister van VWS is coördinerend minister. De richtlijn verplicht ertoe dat informatie over vervoersdiensten vanaf 28 juni 2025 toegankelijk moeten zijn voor personen met een handicap of functionele beperking. De ILT is via de Wet handhaving consumentenbescherming aangewezen als toezichthouder. Toegankelijkheid is voor de ILT een grotendeels nieuw werkterrein waarvoor de kennis zal moeten worden opgebouwd.
Havenontvangstvoorzieningen
In februari 2022 heeft de ILT een HUF-toets uitgevoerd voor het voorstel tot wijziging van het Besluit- en de Regeling Havenontvangstvoorzieningen en de regeling meldingen en communicatie ter implementatie van richtlijn 2019/883 over havenontvangst-voorzieningen. In juni 2022 heeft de ILT de benodigde capaciteit nader onderbouwd.
Aanwijzing van de ILT als aanmeldende autoriteit en markttoezichthouder voor onbemande luchtvaartsystemen (drones)
In november 2021 heeft de ILT een HUF-toets uitgevoerd en in oktober 2022 is een aanvullende HUF-toets uitgevoerd. De ILT beoordeelt en meldt keuringsinstanties (NoBo’s) aan en houdt toezicht op deze instanties. De ILT houdt toezicht op de vereiste CE-markering voor drones als deze in de handel worden gebracht of op de markt worden aangeboden. Beide taken zijn nieuwe taken voor de ILT.
Europese Verordening betreffende rechten en verplichtingen van treinreizigers
In november 2022 heeft de ILT een HUF-toets uitgevoerd op de nieuwe Europese Verordening betreffende rechten en verplichtingen van treinreizigers (2021/782). De ILT is onder de huidige verordening al aangewezen als toezichthoudende instantie. Deze nieuwe taak richt zich op de bescherming van de rechten van de consument. De verordening is vastgesteld en treedt op 7 juni 2023 in werking.
HUF-toetsen voor andere departementen
Herijking toezicht energieprestatie gebouwen
De ILT houdt actief toezicht op de verkooptransacties van woningen. Op de overige artikelen in het Besluit energieprestatie gebouwen waarvoor de ILT een handhavingsbevoegdheid heeft is handhaving door ILT op reactief. Het energielabel krijgt een steeds belangrijker rol in de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het ministerie van BZK heeft daarom de wens uitgesproken het toezicht op alle huidige verplichtingen actief in te richten. In november 2022 heeft de ILT op verzoek van DG Volkshuisvesting en Bouwen van het ministerie van BZK een herijking van een HUF-toets uitgevoerd gericht op taakuitbreiding van de ILT naar actief toezicht & handhaving op het Beg als geheel.
Bestrijding van infectieziekten met pandemisch potentieel
In juni 2022 heeft de ILT een HUF-toets uitgevoerd op het ontwerpvoorstel van de Eerste tranche wijziging van de Wet publieke gezondheid. Deze eerste tranche beoogt te voorzien in bevoegdheidsgrondslagen voor de ministers van VWS en BZK voor het nemen van collectieve maatregelen voor de aanpak van A-ziekten met pandemisch potentieel. De ILT is beoogd toezichthouder op aanbieders van bedrijfsmatig personenvervoer. Het toezicht zal gebaseerd zijn op de signalen en rapporten van andere, niet bij de ILT werkzame, toezichthouders die de daadwerkelijke checks uitvoeren bij de (individuele) reizigers. Op basis van de door deze toezichthouders geconstateerde overtredingen, kan de ILT vervolgens de betreffende aanbieder mogelijk aanspreken op zijn verplichtingen.
Strategisch betrokken bij beleid
In 2022 is de ILT begonnen met een werkwijze die als doel heeft vroegtijdig betrokken te worden bij beleidsontwikkelingen die van strategisch belang zijn voor de ILT. Hierdoor heeft zij zich onder meer toegelegd op diverse onderwerpen binnen het Europese voorstel, zoals Fit for 55, Fuel EU Maritime, EU ETS Maritime en Refuel EU Aviation. Ook heeft de ILT aandacht besteed haar rol ten aanzien van de Europese batterijenstrategie. Daarnaast is de ILT een onderzoek gestart naar het functioneren van het VTH-stelsel op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dit mede in opdracht van de staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Een evaluatie van deze werkwijze vindt begin 2023 plaats.