Maatschappelijke doelen
De ILT houdt toezicht op veilig transport van gevaarlijke stoffen in alle transportmodaliteiten: spoor, binnenvaart, scheepvaart, weg, lucht, buisleidingen. Ook houdt de ILT toezicht op transport en overslag bij bedrijven die als 'meest risicovol' worden aangemerkt. Hiermee richt het toezicht zich op de hele keten, van productie tot (afval)verwerking.
Het maatschappelijk doel is het voorkomen van schade aan mens, dier en milieu als gevolg van het tijdens transport of overslag ongewenst vrijkomen van gevaarlijke stoffen.
Daarnaast weegt het duurzaamheidsaspect mee: toepassing van gevaarlijke stoffen waar maatschappelijk vriendelijker alternatieven voor zijn. De burger mag erop vertrouwen dat er voldoende en effectief toezicht is van de ILT op de grootste risico's bij het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Het onderwerp gevaarlijke stoffen slaat een brug tussen het toezicht van de ILT op transport en dat op leefomgeving. Aantasting van de leefomgeving ontstaat vaak door het ongewenst vrijkomen van gevaarlijke stoffen. Hoewel de wet- en regelgeving op het terrein van transport gevaarlijke stoffen zich op transport focust, zijn er tal van onderwerpen waar milieu en leefomgeving relevant zijn.
Een sprekend voorbeeld is het project Verkenning varend ontgassen. De transportwet- en regelgeving richt zich hierbij op de veiligheid van het transport, maar uitstoot van gassen tijdens het proces van varend ontgassen tast direct de leefomgeving aan. De aanpak is daarom op beide terreinen gericht.
Ontwikkelingen
Er speelt op dit terrein een aantal ontwikkelingen:
- Er is sprake van toenemende internationalisering van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit zorgt voor een grote diversiteit aan partijen op de markt en verdere internationalisering van de wet- en regelgeving.
- De goederenstroom neemt toe door bestellingen via internet en het bijbehorende transport ervan.
Varend ontgassen
De ILT verkent door middel van handhavende acties de huidige stand van zaken rond het varend ontgassen van binnenvaartschepen en brengt in kaart hoe het toezicht zo optimaal mogelijk kan worden ingericht na invoering van de nieuwe Europese regelgeving CDNI.
CDNI voorziet in verboden op het ontgassen van bepaalde stoffen. Fasegewijs worden deze verboden ingevoerd, met als resultaat dat een groot deel van de vervoerde lading uiteindelijk niet meer varend mag worden ontgast.
Basis voor de ILT-aanpak is de toezegging van de minister van IenW aan de Tweede Kamer om acties te ondernemen gericht op:
- De mate waarin ondertoezichtstaanden de bestaande regels naleven.
- Het informeren van de Kamer over de resultaten van toezichtacties.
- Het verkennen en ontwikkelen van middelen voor een effectieve handhaving van het CDNI.
In dit kader neemt de ILT de regie bij de inrichting van het toezicht: toezichtinstrumenten en personele en financiële kaders. De directe samenwerkingspartners zijn Rijkswaterstaat en de omgevingsdiensten DCMR en Noordzeekanalengebied.
Focus van de ILT
In het toezicht op het vervoer van gevaarlijke stoffen maakt de ILT slim gebruik van technologische ontwikkelingen, zoals meer kennis van de lading, locatie en beweging daarvan, maar ook het gebruik van informatie via internet. Daarbij richt het toezicht zich op de aanpak van risico's in de transportketen (integraal toezicht). Het is van belang inzicht te krijgen in de gevaren en stromen van gevaarlijke stoffen en nieuwe technologie die daarbij gebruikt wordt.
Doelgerichte handhavingscommunicatie is onderdeel van de toezichtaanpak, net als de verbreding van het interventiepakket gericht op gedragsverandering.