De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zet in 2016 een koersverandering en een verandering van werkwijze in. Doel: meer risicogericht, flexibeler, transparanter en effectiever kunnen werken. Daarmee wil de ILT haar meerwaarde voor de maatschappij beter zichtbaar maken. Met dat doel voor ogen start de ILT in 2016 met een ontwikkel- en veranderprogramma.
Waarom deze koersverandering?
Aanleiding is onder meer de parlementaire enquête over de hogesnelheidstrein Fyra. De werkwijze van de inspectie wordt hierin onaanvaardbaar minimalistisch genoemd. Daarnaast vragen de snelle technologische ontwikkelingen en een kritische samenleving dat de inspectie zich blijft bezinnen op haar toegevoegde waarde.
Pijlers
De veranderde koers van de ILT steunt op de volgende pijlers:
De ILT werkt risicogestuurd
Dat wil zeggen dat de ILT de schaarse middelen inzet waar de risico’s voor publieke belangen het grootst zijn. De ILT heeft een breed palet aan taken en een beperkte hoeveelheid mensen om deze uit te voeren. Van een inspectie mag worden verwacht dat zij de per definitie schaarse middelen daar inzet waar de risico’s het grootst zijn. En waar haar handelen het meeste effect heeft. Het toezicht van de ILT moet daarom meer risico- en informatiegestuurd zijn. De ILT moet onwenselijke situaties en de maatschappelijke impact ervan kunnen inschatten en daarnaar handelen. Dat vraagt om kennis die de ILT in staat stelt om keuzes te maken. Bovendien moet zij vooraf zicht bieden op wat zij doet en waarom en moet zij achteraf verantwoording afleggen over de resultaten van het toezicht. Een stevige ambitie om de ILT hiervoor verder klaar te maken, terwijl het dagelijks werk doorgaat.
De ILT is open over resultaten
Zij legt verantwoording af aan de Tweede Kamer en de maatschappij en geeft inzicht in de effecten van haar inspanningen. In 2016 publiceert de ILT een nieuwe visie op openbaarheid. In het kort: de inspectie gaat meer proactief gegevens openbaar maken. Er verschijnen op de website geregeld nieuwsberichten met cijfers, toezichtacties en handhavingzaken en ook op andere manieren, zoals via sociale media. In overleggen en sectorbijeenkomsten deelt zij bevindingen met bedrijven.
De ILT reflecteert en signaleert
Rijksinspectiediensten zijn de ogen en oren van een minister en een staatssecretaris. De ILT stelt elke 2 maanden een rapportage op met toezichtsignalen voor de bewindspersonen. Daarin beschrijft zij waar zij in de praktijk tegenaan loopt. In 2016 worden 54 toezichtsignalen opgesteld. Daarvan vragen 39 signalen om actie van een beleidsdirectie. De ILT bespreekt in 2016 de voortgang van de afhandeling van de signalen periodiek met de beleidsdirecties.
De ILT verbetert de efficiency en de dienstverlening
Het doel is een optimale vergunningverlening. In 2016 werkt de ILT aan een vereenvoudiging van het tarievenstelsel voor vergunningen. Het nieuwe stelsel biedt inzicht in de kosten die de ILT maakt voor het verlenen van vergunningen en geeft de ILT de mogelijkheid om processen te uniformeren en daarmee op kosten te besparen. Overigens is de inspectie permanent bezig om haar eigen efficiency en de dienstverlening te verbeteren.
Wat zegt de omgeving over de ILT?
Met het oog op de koersverandering heeft de ILT de buitenwereld om feedback gevraagd. Punten van kritiek zijn:
- de inspectie is weinig zichtbaar en resultaten en effecten blijven vaak onderbelicht
- de inspectie heeft geen mechanisme om binnen het brede werkveld speerpunten te kiezen; de inspectie is te technocratisch en komt vaak over als ‘afvinkfabriek’
- de inspectie heeft een slechte relatie met de buitenwereld.
Wat doet de ILT met de ontvangen feedback?
De inspectie neemt zich deze punten ter harte. Zij moet en wil een organisatie zijn die haar maatschappelijke relevantie verankert en daarbij in staat is mee te veranderen met de politieke, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Anders gezegd: de inspectie wil veranderen om relevanter en effectiever te zijn.
In 2016 gaat de ILT hier stevig mee aan de slag. Zo formuleert zij de ontwikkelagenda “Koers Inspectie Leefomgeving en Transport 2021”. Onderdeel daarvan is de ontwikkeling van een inspectiebrede risicoanalyse die laat zien waar de grootste risico’s zitten en die richtinggevend is voor het toewijzen van mensen en middelen aan de beheersing van die risico’s. De eerste uitgangspunten en contouren staan in het Meerjarenplan 2017-2021. De inspectie gaat verder met verantwoording en transparantie over kosten en tarieven en zet op vernieuwende wijze in op optimale dienstverlening.
Het ministerie
In 2016 is er een herijking van de relatie van de ILT met de andere organisatieonderdelen van het ministerie waartoe zij behoort. De ILT zet zich met deze andere onderdelen van het departement eendrachtig in voor de publieke zaak. Het meerjarenplan van de inspectie wordt goedgekeurd door de bewindspersonen en is sturend voor het werk van de ILT.
Van buiten naar binnen
Er is in 2016 ook een herijking van de relatie met de omgeving. De ILT wil informatie van buiten naar binnen halen voor analyse en weging en voor de inrichting van het werk. Expertise delen met kennisinstituten is daarvan een voorbeeld. Verder wil zij inspectieresultaten terugleggen voor verantwoording en toetsing van de effectiviteit van beleid.
Besluitvorming nieuw tarievenstelsel
De minister van Infrastructuur en Milieu maakt op 7 juni 2016 in een brief aan de Tweede Kamer haar voornemen bekend om per 1 januari 2017 een nieuw tarievenstelsel in te voeren voor de vergunningen die de ILT en Kiwa in de transportsector afgeven. Op 4 juli 2016 organiseert de ILT een consultatieoverleg met alle betrokken brancheorganisaties. Daarin geeft de ILT een toelichting op de vormgeving van het nieuwe stelsel en op de huidige kosten van de ILT voor vergunningverlening. Het besluitvormingsproces is geen sinecure en kost veel tijd. De besluitvorming over het nieuwe stelsel vindt plaats in 2017.