De ILT houdt toezicht op de naleving van wet- en regelgeving bij het transport van personen en goederen over het spoor, op het lokaal spoor (tram- en metrovervoer) en de railinfrastructuur. Ook houdt het toezicht op het goederen- en personenvervoer over de weg. Het toezicht is risicogestuurd en daarmee gericht op de veiligheidsprestaties van ondernemingen en organisaties. Daarbij wordt gebruik gemaakt van vormen van systeemtoezicht (onder meer convenanten in het transport over de weg), administratiecontroles, audits en objectinspecties.

Voor het hoofdspoor verzorgt de ILT de toelating van bedrijven, voertuigen en infrastructuur door het verstrekken van vergunningen. Voor lokaal spoor (tram en metro) is de ILT de aangewezen toezichthouder die voor de regionale vervoersregio’s toezicht houdt op de vervoerders. Voor het transport van gevaarlijke stoffen worden ontheffingen verleend en wordt toezicht gehouden op certificeerders van verpakkingen.

Bij het wegtransport houdt de inspectie onder meer toezicht op rij- en rusttijden, overbelading van vrachtwagens en, bij personenvervoer, op het gebruik van de boordcomputer taxi. Ook zet de inspectie in op toezicht op illegaal taxivervoer.

Rail
MJP 2016 Realisatie 2016
Vergunningen 707 801
Audits 170 157
Klachten 50 20
Objectinspecties 2.000 2.118
Wegvervoer
MJP 2016 Realisatie 2016
Administratiecontroles 830 822
Digitale inspecties overbelading 3.000 0
Klachten 5 44
Convenanten 81 78
Objectinspecties 13.300 11.905

Rail

In 2016 worden de nieuwe sprinters voor NS, Abellio en Arriva op het hoofdspoor toegelaten. Deze toelating is de eerste waarbij de aanbevelingen van de Fyra-enquête in praktijk zijn gebracht (de zogenoemde ‘lessons learned’: auditing vanaf fabricageproces, verscherpte controle op keuringsinstanties, reality checks en scherpere beoordeling van [technische] dossiers als onderdeel van de vergunningverlenende audit, proefbedrijf).

Met het opvolgen van de aanbevelingen wil de ILT het afgeven van ontheffingen en vergunningen beter onderbouwen. Eventuele signalen worden direct doorgegeven aan belanghebbenden en de staatsecretaris.

Er wordt intensiever gekeken naar de inhoud van de technische dossiers en betrokkenen worden met regelmaat bevraagd over de inhoud en voortgang.

Het beoogde doel wordt bereikt, maar verdere optimalisering is mogelijk nodig omdat de nieuwe aanpak meer capaciteit van de ILT vraagt.

Daarom wordt een evaluatie gehouden.

De ‘lessons learned’ worden breed gedeeld zodat ook andere belanghebbenden rekening kunnen houden met de wijzigingen in het toezicht naar aanleiding van de Fyra-aanbevelingen.

De ILT is sinds december 2015 toezichthouder op het lokaal spoor.

In 2015 zijn voor de samenwerking in het toezicht bestuursovereenkomsten gesloten met de verschillende decentrale overheden met lokaal spoor. Over 2016 wordt gekeken of deze afspraken voldoende zijn of dat regiospecifieke aanvullingen nodig zijn. Er is de constatering dat de bestuursafspraken hebben geholpen bij een goed verloop van het toezicht. Decentrale overheden hebben, zoals voorzien, hun specifieke wensen nog wel toegevoegd aan de bestuursovereenkomst. Er komt jaarlijks een evaluatie van de samenwerking.

De ILT wordt in 2016 gevraagd voor aanvullende opdrachten in het toezicht op lokaal spoor door decentrale overheden. Dit betreft onder meer ongevalsonderzoek.

Op 16 juni 2015 ontspoort een trein met ijzererts op emplacement Kijfhoek. Er is grote schade aan de infrastructuur. In de rapportage uit 2016 over het onderzoek noemt de ILT een niet goed beladen trein als oorzaak. De ILT spreekt alle betrokkenen aan om maatregelen te nemen om een soortgelijk incident in de toekomst te voorkomen.

Inmiddels constateert de ILT dat de gevraagde maatregelen zijn genomen. ProRail kan nu bijvoorbeeld ‘meten’ of voertuigen scheef beladen zijn.

Bij controles in 2016 treft de ILT veel buitenlandse goederenvoertuigen aan waarvan de technische staat niet in orde is. Dit brengt de veiligheid op het spoor in gevaar: er is een grotere kans op ontsporing. Dit kan leiden tot schade aan het spoor. Waarschijnlijk waren de voertuigen ingezet als noodmaatregel voor het vervoer van goederen nadat er een vaarverbod was ingesteld op de Rijn.

De inspectie geeft spoorwegondernemingen die deze wagens in Nederland inzetten, opdracht om ervoor te zorgen dat de technische staat van hun wagens beter wordt gecontroleerd. In één geval houdt de ILT een goederentrein aan en haalt zij hem van het spoor.

Op 9 september rijdt een reizigerstrein door een stoptonend sein, komt op een verkeerde wissel terecht en komt op een openstaande overweg tot stilstand. Er doen zich geen botsingen of aanrijdingen voor. Op 14 oktober rijdt een goederentrein vanaf een fabrieksspoor langs een stoptonend sein het hoofdspoor op en komt daar na 500 meter te hebben doorgereden, tot stilstand. Er doet zich geen botsing voor.

Naar aanleiding van deze 2 incidenten schorst de ILT de machinistenvergunningen van beide machinisten. Dit vanwege twijfel aan de mate waarin zij voldoen aan de eis van vakbekwaamheid. Ook wordt onderzoek ingesteld bij de beide spoorwegondernemingen van de machinisten.

Door werkzaamheden in Duitsland kan de Betuweroute niet worden gebruikt voor goederenvervoer. Er wordt omgereden over zuidelijke en zuidoostelijke routes. Hierdoor is er veel meer treinverkeer over die routes. Daarom voert de ILT in 2016 400 extra inspecties uit. Er worden geen situaties aangetroffen waarbij het spoor onacceptabel is gesleten of waarbij onveilige situaties ontstaan op overwegen.

Bij inspecties door ProRail aan de Moerdijkbrug wordt geconstateerd dat de thermietlassen scheurvorming vertonen. Hierdoor kunnen de rails breken, waardoor gevaar op ontsporingen ontstaat. Om dat te voorkomen, voeren de ILT en ProRail samen extra inspecties uit. ProRail legt daarop een tijdelijke snelheidsbeperking op bij het passeren van de brug. De ILT houdt snelheidscontroles.

Taxi

De invoering van de boordcomputer taxi (BCT) had een lange aanlooptijd, maar 2016 is dan eindelijk het jaar waarin alle taxi’s in Nederland een goed functionerende BCT ingebouwd moeten hebben. De BCT moet het taxivervoer verbeteren door digitale registratie en hij moet de handhaving veiliger, efficiënter en inzichtelijker te maken. Vanaf 1 juli 2016 begint de ILT met controles op de aanwezigheid en gebruik van de BCT. Vanaf 1 oktober wordt er ook weer gecontroleerd op de arbeids- en rusttijden, nu op basis van de data die de BCT genereert.

Het is illegaal om taxidiensten aan te bieden zonder te beschikken over een taxivergunning. Een illegale taxichauffeur wordt ‘snorder’ genoemd. Reguliere taxichauffeurs moeten kosten maken om een dergelijke vergunning te bemachtigen. Het optreden van de ILT tegen snorders beschermt hun investering.

De inspectie treedt op tegen illegaal taxivervoer ter bescherming van de reguliere taximarkt. In 2015 trad zij op tegen de Uberdienst UberPop, waarbij taxivervoer werd aangeboden via een app door chauffeurs zonder de vereiste taxivergunning. Het bedrijf Uber trok UberPop vervolgens als dienst terug.

In 2016 stelt de ILT bij controles bij 23 chauffeurs vast dat zij hun privévoertuig zonder de benodigde vergunning aanbieden voor personenvervoer in de vorm van ‘auto met chauffeur’. Ook stelt de inspectie vast dat er gebruik wordt gemaakt van een oneigenlijke pachtconstructie. Het inspectieonderzoek toont de betrokkenheid van de dienst UberX aan. Het bedrijf Uber wordt daarom opnieuw bestuursrechtelijk aangemerkt als medepleger. De nog openstaande dwangsom tegen Uber van 650.000 euro is verbeurd.

Het gerechtshof in Amsterdam had op 14 april 2015 bepaald dat alle legale taxichauffeurs (met een taxivergunning) op Schiphol mogen werken, dat wil zeggen: op de als openbaar aangemerkte wegen daar.

Deze uitspraak leidt tot veel overlast en chaos op de luchthaven omdat veel reguliere taxichauffeurs naar Schiphol komen om daar actief klanten te werven. Aankomende reizigers worden vaak door taxichauffeurs lastig gevallen, soms geïntimideerd en meegetrokken om met hun taxi mee te gaan. Er is ook sprake van oplichting, toeristen moeten teveel betalen of er wordt omgereden. Nederland en de luchthaven Schiphol krijgen daardoor een slechte pers in het buitenland.

De overlast betreft veelal het schenden van de openbare orde. De ILT zet in 2016 haar expertise en capaciteit in om binnen haar bevoegdheden samen met de luchthaven Schiphol, de gemeente Haarlemmermeer, de politie en de Koninklijke Marechaussee deze overlast zoveel mogelijk te beperken totdat een oplossing is gevonden. Mede door de inzet van de ILT vermindert de overlast.

Na aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Haarlemmermeer mogen op en rond het plein voor Schiphol buiten de door de luchthaven voor taxidiensten gereserveerde faciliteiten geen taxidiensten meer worden aangeboden. De rechter heeft in voorlopige voorziening begin februari 2017 positief geoordeeld over deze maatregel.

Busvervoer

De touringcarbranche, het besloten busvervoer, laat over het algemeen ook in 2016 een goede naleving van wet- en regelgeving zien. De inzet van de ILT richt zich dan ook op het continueren hiervan. In 2016 zijn er 1.004 inspecties en 30 bedrijfscontroles.

De markt van de internationale lijndiensten verandert. Waar de busvervoerders vroeger passagiers van bijvoorbeeld Duitsland naar Nederland of van Nederland naar België brachten, doet nu ook in het personenvervoer het cabotagevervoer zijn intrede. Buitenlandse vervoerders gaan ook binnen Nederland passagiers vervoeren. Kiwa verleent hiervoor de vergunningen om tot de Nederlandse markt toe te treden.  

De trend in het internationaal busvervoer is dat buitenlandse bussen qua overtredingen 30% slechter scoren dan Nederlandse bussen. De ILT constateert daarnaast dat steeds vaker vervoer wordt uitbesteed aan buitenlandse busbedrijven die goedkoper werken. De combinatie van deze 2 gegevens is voor de inspectie aanleiding om dit internationale vervoer door buitenlandse bedrijven extra te controleren.

Goederenvervoer over de weg

Voor cabotage, het binnenlands vervoer van goederen door buitenlandse vervoersondernemingen,  geldt een Europese verordening. Cabotage is toegestaan, maar er zijn wel beperkingen aan het aantal toegestane ritten.

In 2016 doet de ILT door middel van aselecte controles onderzoek naar lokale cabotage binnen de havens van Rotterdam en Amsterdam en op Schiphol.

Uit de inspecties van de ILT kwam naar voren dat er slechts in beperkte mate sprake is van lokale cabotage.

In 13 gevallen bleek in het Rotterdamse havengebied sprake van lokale cabotage. In 5 gevallen bleek er sprake van overtreding van de regels. In al deze gevallen heeft de inspectie proces-verbaal opgemaakt en het transport beëindigd.

Schijnconstructies in het goederentransport zijn bedrijfsconstructies waarbij de feitelijke situatie afwijkt van de papieren situatie. Hierbij is sprake van oneigenlijke concurrentie op arbeids- en marktvoorwaarden waarbij ondernemingen een grotere marge of lagere ritprijs kunnen aanbieden. Dat is oneerlijke concurrentie voor vervoerders die hun werk wel volgens de regels doen. In 2016 onderzoeken de ILT, de politie en de Inspectie SZW circa 50 bedrijven. Daarbij stellen de inspectiediensten in 60% van de gevallen schijnconstructies en/of overige misstanden vast, zoals het niet voldoen aan de eis van reële vestiging of een onvolledige of onbetrouwbare rij- en rusttijdenregistratie.

Door het stijgende aantal internetaankopen groeit het aantal pakket- en koeriersdiensten fors. In 2016 controleert de ILT tijdens een thema-actie zo'n 400 bestelauto’s. Bij 36% stelt zij een overtreding vast van de Wet Wegvervoer Goederen, met name voor het rijden zonder vergunning en het ontbreken van de verklaring van dienstbetrekking. Bij zo'n 10% van de gewogen bestelauto’s is sprake van overbelading.

Als chauffeurs rusttijden negeren, veroorzaakt dat concurrentievervalsing en verkeersonveiligheid. In 2016 wordt bij de 576 selectieve controles een toename van manipulatie van de digitale tachograaf gemeten ten opzichte van 2015, vooral bij Nederlandse voertuigen (19,3%) en in geringe mate bij buitenlandse voertuigen (14,4%). Bij alle overige, 3.917 niet-selectieve controles blijkt sprake van manipulatie bij 17% van de Nederlandse voertuigen en 18% van de buitenlandse voertuigen.

De ILT stuit tijdens haar controles op steeds complexere vormen van fraude. In de strijd daartegen heeft de ILT vanaf eind oktober 2016 de beschikking over apparatuur die ook ingewikkelder vormen van fraude kan detecteren.

De ILT werkt in 2016 hard aan de zelfstandige status van ECR (Euro Contrôle Route), een samenwerkingsverband van 14 Europese weginspectiediensten. Op 6 december 2016 stemt ECR in met de keuze voor Nederland als vestigingsplaats voor de organisatie. Het hoofdkantoor van ECR komt in Rijswijk bij de NIWO, de vergunningverlenende instantie voor het goederenvervoer.

In 2016 vinden weer de gebruikelijke uitwisselingsprogramma’s, workshops, master en expert classes plaats van controlepersoneel (inspectie, politie en douane) uit de lidstaten. Nederland is in 2016 gastland voor de bilaterale uitwisseling met Duitsland.

In 2016 sluit de inspectie 5 handhavingsconvenanten af. Dit betreft 3 nieuwe convenanten met transportbedrijven en 2 verlengingen met 5 jaar van reeds lopende convenanten. Vier aflopende convenanten worden niet meer verlengd omdat de bedrijfscultuur is gewijzigd en/of omdat op onderdelen de beoogde naleving niet is gerealiseerd.