Gebruik van de in een vliegtuig aanwezige auxiliary power units (APU’s) is slecht voor de luchtkwaliteit en geven geluidsoverlast. Zo stoot een APU relatief veel fijnstof uit. Dit geeft zorgen over de gezondheid van platformmedewerkers. Daarom zijn er regels die APU-gebruik beperken.
Veel uitzonderingen APU-gebruik
In gebruiksjaar 2021 waren er slechts 3 afwijkingen van de regels voor APU-gebruik. Wel meldden piloten en grondafhandelaren meerdere keren per dag aan Schiphol APU-gebruik op een vliegtuigopstelplaats (VOP) met vaste stroomaansluiting. Deze uitzonderingssituaties waren in 2021 toegestaan op basis van de Aeronautical Information Publication (AIP) en op advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In combinatie met internationale protocollen van bijvoorbeeld de International Civil Aviation Organization (ICAO) en het Europees Agentschap voor de luchtvaartveiligheid (EASA). De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) stelt vast dat luchtvaartbedrijven veel gebruikmaken van deze uitzonderingsmogelijkheid: in 2021 waren er 2.162 geregistreerde uitzonderingen voor APU-gebruik. Daarvan ging het 538 keer om het ventileren van een vliegtuig vanwege corona. De ILT onderzoekt in 2022 het gebruik van andere dan de voorgeschreven voorzieningen.
Beschikbaarheid vaste stroomaansluitingen en PCA-installaties
Het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) bepaalt dat luchtvaartmaatschappijen, grondafhandelaren en Schiphol ervoor moeten zorgen dat op VOP’s vaste stroomaansluitingen worden gebruikt. Ook moeten zij een elektrische pre-conditioned air (e-PCA)-installatie inzetten. Inmiddels hebben 72 VOP’s een vaste stroomaansluiting en voorzieningen voor een e-PCA-installatie. Daarmee voldoet Schiphol aan de gestelde eisen: het LVB bepaalt dat er minstens 61 van zulke VOP’s moeten zijn. De ILT stelt vast dat het aantal PCA-installaties (zowel e-PCA als diesel PCA) te laag is om vliegtuigen op het platform voldoende te ventileren in coronatijd. Hierdoor komt het regelmatig voor dat er een APU draait, terwijl er een elektrische powerunit en een stopcontact voor een PCA-installatie beschikbaar zijn.
APU- en GPU-gebruik
APU’s en diesel-GPU’s mogen alleen worden gebruikt op VOP’s zonder stroomaansluiting. In 2021 voerde Schiphol 516 controles uit bij 63 luchtvaartmaatschappijen. Er werden 3 afwijkingen van de APU-regels vastgesteld, bij 3 verschillende luchtvaartmaatschappijen. De ILT onderzoekt deze en rondt dit in 2022 af. In 2021 waren er 2.162 meldingen over APU-gebruik op VOP’s met een vaste stroomaansluiting, telkens met toestemming van Schiphol.
Reden APU-gebruik op VOP met stroomaansluiting
Aantal | ||
---|---|---|
1. | Te hoge of te lage temperatuur in het vliegtuig | 1119 |
2. | (Extra) ventilatie door corona | 538 |
3. | Technisch, bijvoorbeeld onderhoud | 465 |
4. | Anders, bijvoorbeeld vervangende voorziening defect, of harde wind (grote kans op schade) | 21 |
5. | Onbekend (niet opgeschreven) | 19 |
TOTAAL | 2162 |
De tabel laat de reden zien voor de inzet van de APU op VOP’s met vaste stroomaansluitingen. Reden 1 en 2 hebben (deels) te maken met een tekort aan PCA-installaties op Schiphol.
APU-project
Vanuit het programma Veilig en duurzaam Schiphol is de ILT in augustus 2021 het project ‘Hinderreductie en APU-gebruik’ gestart. Inzet is dat een APU alleen wordt gebruikt in situaties waarin er geen schoner of stiller alternatief is. Het gebruik van een diesel-GPU of diesel-PCA is minder wenselijk dan een elektrisch alternatief. Toch is dit beter dan een APU. Het APU-project brengt in kaart hoeveel PCA-installaties er op Schiphol zijn. En hoe vaak het voorkomt dat een tekort aan PCA-installaties leidt tot APU-gebruik. Het project wil boven tafel krijgen of er belemmeringen zijn die minder APU-gebruik in de weg zitten. En met ideeën komen om deze weg te nemen. Ook onderzoekt de ILT of het toezicht op APU-gebruik beter kan. Hoe andere internationale luchthavens omgaan met APU-gebruik wordt meegenomen in het onderzoek.