Dit artikel hoort bij: Staat van 01

Veilig en gezond leven en werken

Vliegverkeer en veiligheidsrisico’s, geluidshinder en uitstoot

Vliegverkeer brengt veiligheidsrisico’s, geluidshinder en uitstoot van schadelijke stoffen met zich mee. Dit kan nadelige gezondheidseffecten hebben voor omwonenden en voor mensen die op Schiphol werken. Voor sommige onderwerpen geldt een norm. Die is vastgelegd in het wettelijk kader. Onderstaand een beeld van de inrichting van het systeem van toezicht voor deze onderwerpen.

Externe veiligheid en geluid

Voor Schiphol gelden normen en regels voor de externe veiligheid en geluidshinder. Externe veiligheid gaat over bescherming van omwonenden tegen vliegtuigongevallen. Bij geluid gaat het om het beheersen van het aantal omwonenden dat aan (te veel) vliegtuiggeluid wordt blootgesteld. Zo gelden er onder andere grenswaarden voor geluid bij vastgestelde handhavingspunten.

De Luchtvaartnota 2020-2050 bevat regels en voorwaarden voor een veilige en duurzame luchtvaartsector.

De Staat van Schiphol bevat informatie over het berekende aantal ernstig gehinderden en slaapverstoorden. En het aantal mensen dat geluidshinder meldt. Op deze manier ontstaat een beeld van hoeveel mensen last hebben van vliegtuiggeluid. De Luchtvaartnota noemt een aantal manieren om de geluidsoverlast te verminderen, zoals: andere vliegroutes, minder luchthavengeld voor stillere toestellen en maximaal 29.000 nachtvluchten. Voor deze laatste maatregel is aanpassing van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) nodig.

In 2070 moet de CO₂-uitstoot van uit Nederland vertrekkende vliegtuigen zijn gedaald naar nul

Totale uitstoot

Wat uitstoot betreft, is er meer wettelijk kader nodig. Het LVB normeert alleen de emissie van 5 luchtverontreinigende stoffen per vliegtuigbeweging. Om meer inzicht te geven, bevat de Staat van Schiphol ook informatie over de totale uitstoot door alle vliegtuigbewegingen en grondmaterieel (CO₂, CO, NOx, PM10, PM2,5, SO₂ en VOS). Dit gebeurt op basis van cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Uitstoot van verontreinigende stoffen

De verbranding van fossiele brandstoffen zoals kerosine en diesel, leidt tot de uitstoot van stoffen die schadelijk zijn voor de mens, de natuur en het klimaat. Er zijn verschillende niveaus waarop hiervoor normen zijn gesteld en toezicht wordt gehouden.

Het plaatje illustreert het verschil tussen emissie, concentratie, blootstelling en depositie.
Emissie

Emissie

Emissies zijn de uitgestoten hoeveelheden schadelijke stoffen door een bron. Zo stoten vliegtuigen en grondvoertuigen onder andere vluchtige organische stoffen (VOS), stikstofoxiden (NOx) en fijnstof (PM10 en PM2,5) uit. Het LVB stelt grenswaarden voor een aantal emissies van luchtverontreinigende stoffen per gecorrigeerde vliegtuigbeweging. Het gaat om NOx, fijnstof (PM10), SO2, VOS en CO. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op deze normen.

Concentratie

Concentratie

De concentratie drukt uit hoeveel van een stof zich in een kubieke meter lucht bevindt. Met het oog op de gezondheid gelden er landelijke normen voor de toegestane jaargemiddelde concentratie van NOx en PM10 en PM2,5. Dit zijn normen voor alle sectoren in heel Nederland samen. De ILT vraagt bij het RIVM gegevens op over de bijdrage van de luchtvaartsector aan lokale concentratiewaarden.

Blootstelling

Blootstelling

Blootstelling betekent dat mensen schadelijke concentraties daadwerkelijk (langdurig) inademen. Te hoge concentraties van vooral (ultra)fijnstof en stikstofoxiden kunnen bijvoorbeeld leiden tot longproblemen, concentratieproblemen, en hart- en vaatziekten. Het RIVM onderzoekt momenteel gezondheidseffecten van ultrafijnstof (PM0,1) in de omgeving van Schiphol. Deze deeltjes dringen dieper door in de longen en bloedbaan dan fijnstof. Voor kortdurende blootstelling is het onderzoek inmiddels afgerond. Voor effecten van langdurige blootstelling loopt dit onderzoek nog. Er gelden geen normen voor de uitstoot van ultrafijnstof (PM0,1). Wel kwam Schiphol in 2020 met het Actieplan Ultrafijnstof, om deze uitstoot te verminderen. Maatregelen om dat te bereiken zijn onder andere:

  • Het gebruik van vaste stroomaansluitingen bij de gate.
  • Elektrisch taxiën. 
  • Elektrisch grondmaterieel, bussen en taxi’s.
  • Een zero emissiezone voor logistiek.
Depositie

Depositie

Depositie betekent dat schadelijke stoffen op of in de bodem terechtkomen, bijvoorbeeld in natuurgebieden. Dit kan schadelijk zijn voor de natuur. Bij stikstof leidt dit tot overbemesting, verzuring van het grondwater en afname van biodiversiteit. Schiphol moet daarom een natuurvergunning hebben, afgegeven door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.  Op dit moment heeft Schiphol geen natuurvergunning, maar deze wel aangevraagd. Het ontwerpbesluit is gepubliceerd in februari 2021.

Uitstoot broeikasgassen

Naast luchtverontreiniging leidt verbranding van fossiele brandstoffen tot uitstoot van gassen die bijdragen aan klimaatverandering. Denk aan kooldioxide (CO2). Er zijn in de luchtvaartwetgeving geen wettelijke normen waaraan de CO2-uitstoot van vliegverkeer moet voldoen. De luchtvaartsector moet echter wel voldoen aan regels die in het kader van klimaatwetgeving gelden (CO2- emissiehandel). Tenslotte staan in de Luchtvaartnota ambities voor de CO₂-uitstoot van uit Nederland vertrekkende vliegtuigen:

  • In 2030 moet deze CO₂-uitstoot gedaald zijn tot het niveau van 2005.
  • In 2050 moet deze CO₂-uitstoot gedaald zijn tot minimaal de helft van de uitstoot van 2005.
  • In 2070 moet deze CO₂-uitstoot gedaald zijn naar nul.

Om deze doelen te halen, kwam de sector in overleg met de overheid tot een aantal maatregelen. Deze richten zich op schonere vliegtuigen, efficiëntere vliegroutes, duurzame brandstoffen en overstappen op elektrische grondvoertuigen en auxiliary power units (APU's).