Stilstaande en taxiënde vliegtuigen en grondmaterieel stoten luchtverontreinigende stoffen uit. Schiphol-medewerkers op het platform ademen deze in, met schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verzamelt informatie over de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen. Deze pagina geeft een overzicht voor 2020. Cijfers over 2021 zijn er nog niet.

APU en grondmaterieel veroorzaken hinder op het platform

Op het platform hebben medewerkers te maken met uitstoot van vertrekkende en aankomende vliegtuigen, die op het platform neerkomt. De uitstoot van fijnstof door het gebruik van de auxiliary power unit (APU) en grondmaterieel (GSE) is hier relatief hoog. APU en GSE veroorzaken samen ongeveer 25% van de totale uitstoot van fijnstof PM10. Voor fijnstof PM2,5 is dat ongeveer 30%. De APU-uitstoot is hoog, omdat deze hulpmotor op kerosine draait. De uitstoot door GSE kan verschillende oorzaken hebben. Het kan fijnstof in uitlaatgassen zijn, maar ook afgesleten wegdek. Voor de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) geldt dat de grootste bijdrage komt van het taxiën en stilstaan van vliegtuigen (66%) en brandstofoverslag of tanken (23%). Het taxiën vindt ook buiten de directe omgeving van het platform plaats. Dit geldt ook voor de andere bronnen.

De APU-uitstoot is hoog, omdat deze hulpmotor op kerosine draait

Totale uitstoot PM10 per bron

Totale uitstoot PM10 per bron
xAandeel PM10 (%)
nadering en landing7,8
remslijtage15,8
bandenslijtage13,9
taxiën en stilstaan18
APU9,3
GSE15
brandstofoverslag en tanken0
starten7,2
klimmen13

Bijdrage van de verschillende bronnen aan de uitstoot van PM10 in procenten in 2020.

Bron: RIVM Brontabel als csv (182 bytes)

Totale uitstoot PM2,5 per bron

Totale uitstoot PM2,5 per bron
xAandeel PM2,5 (%)
nadering en landing10,4
remslijtage3,1
bandenslijtage3,7
taxiën en stilstaan24,1
APU12,4
GSE19,1
brandstofoverslag en tanken0
starten9,6
klimmen17,4

Bijdrage van de verschillende bronnen aan de uitstoot van PM2,5 in procenten in 2020.

Bron: RIVM Brontabel als csv (189 bytes)

Totale uitstoot VOS per bron

Totale uitstoot VOS per bron
xAandeel VOS (%)
nadering en landing1,7
remslijtage0
bandenslijtage0
taxiën en stilstaan66,5
APU1,1
GSE6,6
brandstofoverslag en tanken22,9
starten0,4
klimmen0,8

Bijdrage van de verschillende bronnen aan de uitstoot van VOS in procenten in 2020.

Bron: RIVM Brontabel als csv (182 bytes)
Blootstelling betekent dat mensen de schadelijke concentraties (langdurig) inademen. Te hoge concentraties kunnen leiden tot longproblemen, concentratieproblemen, en hart- en vaatziekten.
RIVM rekent emissies boven 3.000 voet niet mee, omdat ze niet aan 1 land kunnen worden toegerekend.

Bronnen van schadelijke uitstoot

Fijnstof- en VOS-concentraties zijn schadelijk voor de gezondheid. Het RIVM verzamelt data over de uitstoot van deze stoffen op en nabij het platform. Uit de data over eerdere jaren blijkt dat de verdeling over de bronnen de laatste jaren vrij stabiel is. Het gaat om uitstoot bij:

  • Gebruik van de APU.
  • Gebruik van GSE.
  • Vliegtuigen die taxiën, of met draaiende motoren stilstaan.
  • Startende vliegtuigen.
  • Vliegtuigen die klimmen tot een hoogte van 3.000 voet (ongeveer 1.000 meter).
  • Vliegtuigen die naderen en landen (vanaf 3.000 voet en lager).
  • Remslijtage.
  • Bandenslijtage.
  • Brandstofoverslag of tanken.

Naast fijnstof en VOS is ook NOx-uitstoot slecht voor de gezondheid. NOx komt vrij tijdens het starten, klimmen en landen en slaat op de luchthaven neer. Op een andere plek in deze Staat van Schiphol lees je meer over de bijdrage van verschillende bronnen aan de NOx-uitstoot.

Zo stelde de Gezondheidsraad in 2021 in een advies dat ‘er aanwijzingen zijn dat langdurige blootstelling aan ultrafijnstof het risico op hart- en vaataandoeningen vergroot. Ook zijn er aanwijzingen voor een verhoogde kans op het ontstaan van luchtwegaandoeningen en voor een negatieve invloed op de groei van de foetus’.

Nog geen normen voor (ultra)fijnstof

Ook voor ultrafijnstof (UFP) zijn steeds meer aanwijzingen dat dit gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Voor omwonenden van Schiphol en voor de mensen die op het platform werken. Ultrafijnstof bestaat uit zeer kleine deeltjes (PM0,1), die in de bloedbaan terechtkomen. Dit kan behalve de longen ook andere organen aantasten. De blootstelling aan (ultra)fijnstof-concentraties op en rond Schiphol wordt niet structureel gemonitord. Wel heeft Schiphol een onderzoek laten uitvoeren door TNO naar de concentratiewaarden van UFP op de luchthaven. Ook kwam Schiphol in 2020 met het Actieplan Ultrafijnstof om deze uitstoot te verminderen. Er bestaan nog geen normen voor (ultra)fijnstof-concentraties. De maatschappelijke druk om dit te veranderen, groeit. De Nederlandse Arbeidsinspectie ziet toe op de naleving door de sector van arbeidsveiligheidsregels.

De maatschappelijke druk om met normen te komen voor (ultra)fijnstof blijkt bijvoorbeeld uit de Zembla-documentaire ‘Ziek van Schiphol’, (pers)berichten van de FNV en Schipholwatch, draagvlak-onderzoek van Motivaction (2020) en Kamervragen.

RIVM-onderzoek naar de gezondheidseffecten van ultrafijnstof

Het RIVM concludeert in een onderzoek naar de gezondheidseffecten van blootstelling aan ultrafijnstof (UFP) dat "kortdurende verhoogde blootstelling aan UFP zoals die in de regio Schiphol voorkomt, samenhangt met acute effecten op de gezondheid. Kortdurende verhogingen van UFP afkomstig van vliegverkeer kan de luchtwegen en de long- en hartfunctie in negatieve zin beïnvloeden". Het onderzoek loopt nog. De resultaten worden in het 1e kwartaal van 2022 verwacht.