Ongevallen in de lucht kunnen ontstaan, doordat een vliegtuig in botsing komt met een ander object. Denk aan een ander vliegtuig, een drone of een vogel. Ook kan het voorkomen dat de bemanning de controle over het vliegtuig verliest.
Veiligheid kruisend luchtverkeer voldoet aan de eisen
Het komt voor dat routes van vertrekkende of naderende vliegtuigen kruisen met die van vliegtuigen die een doorstart maken. Dit heeft te maken met de ligging van de start- en landingsbanen op Schiphol. Dit heet ‘convergerend baangebruik’. Convergerend baangebruik is risicovoller dan parallelle baancombinaties. Zo maakte in maart 2018 een vliegtuig een doorstart op de Zwanenburgbaan richting het zuiden. Terwijl een ander vliegtuig net was gestart vanaf de Kaagbaan richting zuidwesten. Vliegtuigen komen dan te dicht bij elkaar, omdat de routes elkaar kruisen in het verlengde van de banen. Deze vorm van preferentieel baangebruik wordt gedaan om de geluidshinder te beperken. En is nodig om het verkeersaanbod goed en efficiënt af te handelen.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid brengt over dit incident in september 2020 een rapport uit onder de titel ‘Verminderde separatie na doorstart'. In reactie op een aanbeveling van de Onderzoeksraad evalueert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) de bewijsvoering van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), dat deze manier van werken voldoet aan de veiligheidseisen. De veiligheidsnorm staat in de Beleidsregels veiligheidsnormen ATC. De kans op een ongeval dat te maken heeft met luchtverkeersleiding door LVNL, mag volgens deze norm niet groter zijn dan 3 ongevallen per 10 miljoen vluchten. De evaluatie laat zien dat de procedure voldoet aan de algemene regels die er zijn voor startend en landend verkeer en dat het risico voldoet aan de huidige norm. Wel merkt de ILT op dat er in de wet- en regelgeving geen specifieke eisen worden gesteld aan convergerend baangebruik.
In de ISMS-roadmap staan maatregelen gericht op het verkleinen van het risico op botsingen in de lucht
Voorbeelden van maatregelen die in 2018 in de roadmap zijn opgenomen, zijn het terugdringen van het aantal last-minute baanwisselingen. En verbeterde toegang tot het luchtverkeersgebied van Schiphol. Het gaat vooral om aanpassingen van het huidige systeem, waar convergerend baangebruik onderdeel van is. De aanpassingen verbeteren de voorspelbaarheid van vliegroutes van naderende vliegtuigen. En zorgen voor een meer gelijkmatige verdeling van de verkeersbelasting. Hierdoor vermindert de kans op veiligheidsincidenten in de lucht. De ILT vindt het voldoende aannemelijk dat er een veiligheidsverbetering optreedt nadat de geplande roadmap-maatregelen zijn doorgevoerd.
Verlies van afstand (loss of separation)
Voor het door LVNL geleide vliegverkeer gelden minimale afstanden tussen vliegtuigen, zowel horizontaal als verticaal. Komen 2 vliegtuigen ondanks de minimaal vereiste afstand te dicht bij elkaar? Dan is er sprake van verlies van afstand (loss of separation). LVNL registreert dit en meldt dit aan het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL). In 2021 werd bij ongeveer 1 op de 10.000 vliegtuigbewegingen een verlies van afstand gemeld. Dit aantal is vergelijkbaar met 2020.